Wilbert van de Donk is sinds 2014 voorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders.

Wilbert van de Donk is sinds 2014 voorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders. © KBvG

Voorzitter KBvG: ‘Marktwerking voor gerechtsdeurwaarders is doorgeslagen’

Aan de uitwassen bij schuldinning door marktwerking moet een einde komen, vindt Wilbert van de Donk. De voorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders wil intern schoon schip maken, maar hij wijst ook met de vinger naar de overheid: ‘Hoe groter de opdrachtgever, hoe minder interesse in dossiers.’

Het rommelt in de deurwaarderij.

Grote opdrachtgevers als energiebedrijven, zorgverzekeraars en overheden hebben de deurwaarders handig tegen elkaar uitgespeeld. Gevolg: uitgeholde tarieven en een industrie die langzaam stikt. Flink wat kantoren staan er financieel beroerd voor.

Deurwaarders van grote kantoren zijn al lang geen brave ambtenaren meer, maar geharde commerciële jongens die vooral als verlengstuk van de opdrachtgever fungeren. Eerder schreef Follow the Money over zorgverzekeraar Menzis. Het gedrag van hun deurwaarders leidt tot grote onvrede. Nieuw is die kritiek niet: die zingt al een jaar of tien rond.        

Wat doet een deurwaarder bij het innen van schulden?

Een gerechtsdeurwaarder is een ambtenaar in openbare dienst, benoemd door de Kroon. De deurwaarder heeft bijzondere wettelijke bevoegdheden om namens de schuldeiser schulden te innen na een vonnis van de rechter of een dwangbevel. Zo mag een deurwaarder beslag leggen op bijvoorbeeld loon, uitkering, huis of inboedel. Ook mag een deurwaarder overgaan tot executoriale verkoop van bijvoorbeeld huisraad. Dit zijn ‘ambtshandelingen’. De kosten voor deze ambtshandelingen brengt de deurwaarder in rekening bij de schuldenaar; de hoogte daarvan is wettelijk vastgesteld. In 2001 is marktwerking geïntroduceerd, waardoor vrije tariefafspraken tussen opdrachtgever en deurwaarder mogelijk zijn.

Een deurwaarder dient vanwege zijn bijzondere positie onafhankelijk te zijn. Hij moet niet alleen de belangen dienen van zijn opdrachtgever, maar ook die van de schuldenaar. Een deurwaarder die zijn werk op een maatschappelijk verantwoorde manier wil uitvoeren, past waar mogelijk maatwerk toe. Dat betekent bijvoorbeeld een betalingsregeling treffen, in plaats van loonbeslag leggen.

Critici, waaronder veel deurwaarders, stellen dat de marktwerking voor uitwassen heeft gezorgd, die ten koste gaan van de schuldenaar. Bulkopdrachtgevers (zoals overheden) zouden de deurwaarders effectief tegen elkaar uitspelen, met als gevolg dat veel deurwaarders onder de kostprijs werken. Zeker bij de grote kantoren zou daarom geen ruimte meer zijn voor maatwerk.

Lees verder Inklappen

In 2001 leek alles nog zo mooi. Onder leiding van staatssecretaris Job Cohen (PvdA) werd volgens de neoliberale mode marktwerking geïntroduceerd. Er kwam er een Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), die de ondernemende deurwaarder met eigen wettelijke bevoegdheden in goede (ethische) banen moest leiden.

Geen overbodige luxe, want deurwaarders zijn ambtenaren die staatsmacht uitoefenen. Ze mogen onder meer dagvaardingen uitbrengen, beslag leggen, ontruimen en boedels verkopen. Dat werk moeten zij onafhankelijk uitvoeren, en daarbij dienen ze rekening te houden met de belangen van de schuldenaar.

In 2014 kozen de deurwaarders Wilbert van de Donk tot hun voorzitter, die het sindsdien aan de stok kreeg met de minister, een groot deel van zijn achterban en het Bureau Financieel Toezicht (BFT). De directeur van het BFT zei in een interview met Follow The Money dat veel grote kantoren zich bezondigen aan ‘perverse’ prijsafspraken met hun opdrachtgevers en kondigde tuchtrechtelijke maatregelen aan. Deurwaarders bleken een deel van de kosten die ze bij de schuldenaar in rekening brengen terug te sluizen naar de opdrachtgever, om zo de opdracht binnen te slepen: schuldinning via deurwaarders als verdienmodel voor de opdrachtgever.    

Tegelijkertijd roerde zich een een groep boze deurwaarders van kleinere kantoren die de KBvG ervan betichtte wanpraktijken in stand te houden bij twee grote kantoren (LAVG en Van Arkel), waar rechtsbijstandsverzekeraar Das een grote vinger in de pap had. Die constructie was in strijd met het verbod op participatie van incassobureau’s in deurwaarderskantoren, maar de KBvG deed er jarenlang alles aan om Das uit de wind te houden, liet FTM zien. Het leek erop dat de commerciële belangen van de deurwaarders het wonnen van de onafhankelijkheid.

Van de Donk moet dit schip naar veiliger vaarwater loodsen. Dat doet hij niet op hoge toon. We treffen een joviale man die met Brabants accent en een dosis charme zijn boodschap uitdraagt. Met nieuwe beroepsregels die hij binnenkort ter goedkeuring aan de minister voorlegt, zegt hij een einde te maken aan de uitwassen van marktwerking. Maar hij heeft ook een boodschap aan de grote opdrachtgevers die volgens hem onderdeel zijn van het probleem.            

Schets eens hoe een deurwaarder zijn werk onafhankelijk doet en rekening houdt met de belangen van de schuldenaar?

‘Het spanningsveld zit later in het traject: als je aan iemands eigendom moet komen en beslag gaat leggen. Beslag op een inboedel is natuurlijk heel ingrijpend, net als beslag op loon en de bankrekening. Het wordt spannend als er al tien beslagen op dat salaris liggen en de schuldeiser zegt: dan takelen we de auto maar op, of we gaan achter zijn bankrekening aan. Voer de druk op, knijp alles uit zodat je uiteindelijk geld vindt. Maar ergens kom je een grens tegen. Als de schuldeiser te veel wil, is dat heel lastig. Die wil bijvoorbeeld een auto verkopen die maar een paar honderd euro opbrengt. Moet je dan zeggen: dit dient geen enkel doel, dus dat doe ik niet?’

Elke afweging waarbij de deurwaarder aan zijn portemonnee moet denken, schaadt zijn onafhankelijkheid

Als je onafhankelijk bent, doe je dat dus niet.

‘Als je echt onafhankelijk bent, kun je beoordelen dat het geen zin heeft om beslag te leggen. Dan moet de deurwaarder eigenlijk omdraaien en krijgt hij niets betaald. De prikkel in het systeem is: laat ik dat beslag maar leggen, ook al levert het niet veel op, dan krijg ik nog iets betaald. De keuze tussen omdraaien en niets krijgen, of wel wat doen en een beetje krijgen, is natuurlijk een hele rare. Elke afweging die een deurwaarder moet maken aan de deur waarbij hij aan zijn portemonnee moet denken, schaadt zijn onafhankelijkheid. Zo simpel moet je het zien.’

Hoe moet het dan wel?

‘Het is beter om zo iemand aan de hand te nemen en de schuldhulpverlening in te trekken. In een ideale wereld word ik daar zelfs voor beloond. Er zitten maar 100.000 mensen in de schuldhulpverlening, terwijl 1,4 miljoen huishoudens problematische schulden hebben. Daar zit een enorm gat: veel meer mensen moeten hulp krijgen. Maar bijna geen enkele schuldeiser stelt het op prijs als ik iemand naar de schuldhulpverlening begeleid. Er moet evenwicht komen tussen de belangen van de schuldeiser en die van de schuldenaar. Hoe groter de schuldeiser, hoe minder daar in de prijsafspraken van terechtkomt.’

Je beschrijft het gevolg van no cure, no pay-afspraken. Is dat een van die uitwassen van marktwerking?

‘Die marktwerking was bedoeld om de concurrentie te verstevigen. Iedereen zou er voordeel bij hebben, ook de schuldenaar. Maar dat hebben we natuurlijk niet gezien. De enige die voordeel heeft is de schuldeiser van enige omvang, die vanuit zijn inkoopmacht no cure, no pay of no cure, less pay kan bedingen. Dat is het belangrijkste effect, dat we willen keren. Het is doorgeslagen marktwerking. We moeten zorgen dat ook die schuldeiser de financiële pijn draagt als innen niet lukt.’

Het is geen geheim dat de overheid flink heeft bijgedragen aan schuldproblemen. Hoe zie jij dat?

‘Pak het Centraal Justitieel Incasso Bureau, de slechtste opdrachtgever in dit voorbeeld. Het CJIB geeft duizenden vorderingen aan een deurwaarder af en wil er zoveel mogelijk geïncasseerd terug. Wat er aan die deur gebeurt, interesseert ze niet veel. Ze hebben geen inmenging op individuele dossiers, ze kijken niet mee. Een woningbouwcorporatie daarentegen is buitengewoon geïnteresseerd in zijn huurder. Die wil niet dat er twee of drie beslagen gelegd worden of dat er een inboedel verkocht wordt. Hoe groter de opdrachtgever, hoe minder interesse in de dossiers.’  

Zonder controle op uitvoering is aanbesteden schone schijn 

Grote opdrachtgevers zoals het CJIB besteden openbaar aan, wat tot uitgeholde tarieven heeft geleid. Leent de deurwaarderij zich wel voor aanbestedingen?

‘Met name naar aanbesteding door overheidsorganisaties zoals het CJIB kijk ik kritisch. Bij het CJIB werken ambtenaren die onder de paraplu van Justitie vallen. Datzelfde geldt voor de deurwaarders. De ene ambtenaar gaat dus bij de andere ambtenaar aanbesteden. Dat vind ik uiterst merkwaardig. De politie gaat ook niet aanbesteden welke agent de bekeuringen mag uitdelen. Van concurrentie is ook helemaal geen sprake, want de prijs per dossier ligt vast. Dat is te verdedigen, want het moet gaan om de kwaliteit van de invordering. Maar dat ze in de aanbesteding vragen hoe je zo goed mogelijk maatschappelijk incasseert, is de wereld op zijn kop. Het CJIB moet vertellen wat maatschappelijk verantwoord incasseren is. Is dat één beslag leggen, of meerdere beslagen? Het CJIB laat de uitvoering gewoon vrij. Er zit geen enkele controle op. Dan is wat deurwaarders zeggen in de aanbesteding slechts schone schijn. Waarom zou je dan aanbesteden?’   

Moet marktwerking worden teruggedraaid? Gewoon weer terug naar vroeger: deurwaarders die in hun eigen gebied tegen vaste kosten werken?

‘We moeten marktwerking niet afschaffen, maar we moeten de uitwassen er wel uithalen. Deurwaarders zijn op veel punten vergelijkbaar, al zijn er wel verschillen. Er moet ruimte zijn voor de schuldeiser om de deurwaarder te kiezen die het beste bij hem past. Hoe wil je als schuldeiser aan het stuur zitten? Mag die één beslag leggen? Mag die meerdere beslagen leggen? Daar zit de concurrentie. Of concurrentie op prijs nu zo verstandig is? Daar zet ik grote vraagtekens bij.’     

De KBvG heeft nieuwe beroepsregels gemaakt om perverse prijsafspraken aan banden te leggen. Komt er een verbod op no cure, no pay?

‘Nee, we gaan eisen stellen die zulke contracten heel lastig maken. De belangrijkste is dat je voordat je zo’n contract sluit een businesscase moet maken, waarmee je bewijst dat je eraan kan verdienen. Daarmee krijgen we excessen eruit. Onze toezichthouder checkt dit.’   

Er is maar één alternatief: alle prijzen vastleggen

Dat klinkt vaag en ingewikkeld om te handhaven.

BFT zegt zelf dat het kan. Er is maar één alternatief: alle prijzen vastleggen. Ik schat in dat we dan de Autoriteit Consument en Markt tegen ons krijgen. Ik zie daar geen draagvlak voor.’

Waarom niet gewoon verbieden?

‘Mag no cure, less paydan wel? Eén euro, mag dat wel? Waar ligt de grens? We willen dat allemaal vangen door een gedegen businessplan te eisen.’   

Zijn het niet vooral de grote jongens die daar voordeel van hebben? Zij hebben schaalvoordeel en kunnen scherpere tarieven bieden.   

‘Dat is een misverstand. Het zit hem niet alleen in de prijsafspraak, maar ook in de grootte van de opdracht. Als ik één zaak krijg, kan nooit no cure, no pay afspreken. Met tien zaken is het ook al lastig. Bij duizend zaken zou het kunnen, maar ligt het erg aan de kwaliteit van de portefeuille. En wat moet je ervoor doen? Moet je ook procederen? Wat is het verwachte scoringspercentage? We hebben het nu in de verordening zo ruim geformuleerd dat we alle uitwassen eruit halen. En het is nu eenmaal een feit dat je met vier man niet de capaciteit hebt om een opdracht van Nuon binnen te halen.’

Een grote groep deurwaarders heeft uit onvrede met de KBvG een belangenvereniging opgericht. Zij vinden dat de KBvG vooral de belangen dient van de grote clubs, vertegenwoordigd in het bestuur. Vooral de manier hoe de KBvG actief Das heeft geholpen om de belangen in deurwaarders te kunnen behouden in strijd met een verbod daarop, is een steen des aanstoots. Waarom heb je daaraan meegewerkt?     

‘We hebben het een aantal keer aan de Ledenraad gevraagd. Die stuurt ons op pad met beleid.’

Je verschuilt je achter de ledenraad. De KBvG heeft jarenlang geprocedeerd tegen de minister, die nieuwe beroepsregels die de illegale constructie met Das zouden legaliseren, niet wilde goedkeuren.

‘We waren als bestuur overtuigd van de verordening van 2012 (waarin de illegale constructie werd gelegaliseerd, red), dat klopt. Later in 2016 na de Raad van State-uitspraak bleef de Ledenraad vasthouden aan die verordening.’

Een beroepsorganisatie moet toch staan voor de onafhankelijkheid? Je snapt dat dit het beeld oproept dat de KBvG enorm zijn best deed om Das te helpen?

‘Ik snap de beeldvorming. Het heeft lang geduurd voordat we met Justitie de angst voor de NMa  (Nederlandse Mededingingsautoriteit, thans ACM, red.) wisten te keren.’

Inmiddels zeg je dat het een goede ontwikkeling is dat Das geen eigenaar meer is van deurwaarderskantoren. Je bent kennelijk tot een nieuw inzicht gekomen?

‘Ik ben kritischer. Ik heb niks tegen externe aandeelhouders, Maar wel tegen een constructie van een aandeelhouder die ook opdrachtgever is. Ik ben blij dat dat niet meer kan. Het heeft te lang geduurd.’