Verbranding miljardensubsidies in kolencentrales gaat toch van start

De omstreden bijstook van zwaar gesubsidieerde houtpellets in kolencentrales gaat door. Energieconcern RWE heeft alvast voorgesorteerd via de subsidieregeling van 4 miljard euro, terwijl Nuon afwacht tot er meer duidelijkheid is over de vervroegde sluiting van de kolencentrales.

Om de duurzame energiedoelstellingen te halen, kiest minister van Economische Zaken Henk Kamp uiteindelijk tóch voor de quick fix. Hij gaat toestaan dat zwaar gesubsidieerde houtpellets, geïmporteerd uit Noord-Amerika, worden meegestookt in Nederlandse kolencentrales die bovendien op de nominatie staan om vroegtijdig gesloten te worden. Het energieconcern RWE maakte maandag bekend dat het ministerie van Economische Zaken het bedrijf subsidie heeft toegekend voor de meestook van biomassa. Met deze subsidieregeling heeft RWE zich tot 2025 ervan verzekerd dat ze de relatief dure houtpellets minimaal kostendekkend kunnen meestoken in de Amercentrale 9 in Geertruidenberg.

In de houtgreep

De zogeheten  SDE+ subsidie voor bijstoken, circa 3 à 4 miljard in de periode 2016 – 2023, is omstreden. Een meerderheid van de Kamerleden nam begin dit jaar een motie aan om de subsidie géén doorgang te laten vinden vanwege de Urgenda-zaak waarin de rechter in eerste aanleg oordeelde dat de Nederlandse regering CO2-uitstoot drastisch moet terugdringen. Het sluiten van de laatste vijf kolencentrales is dan mogelijk onvermijdelijk. Zij zijn bang voor een lock-in: kolencentrales met toegewezen SDE+ miljardensubsidie hebben een sterke onderhandelingspositie en zullen uitsluitend tegen de hoofdprijs akkoord gaan met sluiting van hun nieuwe kolencentrale.

Het betreft niet alleen machiavellisme. Critici wijzen op de nogal inefficiënte verbranding van miljarden belastinggeld. Lees hier het FTM-artikel dat begin dit jaar tot Kamervragen leidde. Ondanks een eerder dit jaar aangenomen motie om de subsidie op te schorten, verwijst minister Kamp steevast naar het in 2013 gesloten Energieakkoord waarin is afgesproken dat er in 2020 in Nederland 14 procent duurzame energie wordt opgewekt. In dat akkoord is de bepaling opgenomen dat een fors deel van die energie, 1,2 procentpunt, op conto komt van het bijstoken van biomassa in kolencentrales. Die doelstelling kan volgens Kamp alleen gehaald worden als kolencentrales scheepsladingen geïmporteerde houtpellets uit Noord-Amerika op grote schaal leegkieperen in hun ovens.

Het voordeel: de opgewekte energie krijgt, al dan niet terecht, het stempel 'duurzaam' vanwege de CO2-neutrale status van (rest)hout-pellets.

Het nadeel: subsidies worden letterlijk verbrand, terwijl deze middelen ook ingezet hadden kunnen worden voor duurzame alternatieven zoals windmolenparken. Dan is er sprake van investeringen in plaats van een quick fix die in rook opgaat.

Bijkomend nadeel: ‘De miljardensubsidie vloeit weg naar het buitenland en wordt zo niet in Nederland besteed,' zei Ron Wit, directeur Public Affairs van Eneco, eerder dit jaar tegen Follow the Money. Hij doelde erop dat de 4 miljard euro aan bijstooksubsidie uiteindelijk de zakken spekken van de buitenlandse eigenaren van Nederlandse kolencentrales, te weten de Duitse concerns RWE (Essent) en EON, het Franse bedrijf Engie (voorheen GDF Suez) en de Zweedse energiegigant Vattenfall (Nuon).

Ron Wit, directeur Eneco

De miljardensubsidie vloeit weg naar het buitenland en wordt zo niet in Nederland besteed

Herstart

De energieconcerns waren gestopt met het bijstoken van houtpellets omdat de voorgaande subsidieregeling was afgelopen. Maar doordat de subsidiekraan weer is opengedraaid, gaat in ieder geval RWE weer op grote schaal bijstoken. In het persbericht geeft RWE aan dat ze ‘meer dan 50 procent van de kolen gaan vervangen door duurzame biomassa om energie en warmte op te wekken’.

Volgens RWE kan de centrale na de herstart van de bijstook bijna 700.000 huishoudens van energie voorzien. Zoveel biomassa kan maximaal in de Amercentrale worden bijgestookt. Die bijstook zorgt volgens het concern voor een jaarlijkse CO2-reductie van 1,9 miljoen ton. RWE geeft aan dat de te verstoken pellets zullen voldoen aan de ‘strengste duurzaamheidscriteria ter wereld’ en dat alle biomassa afkomstig zal zijn uit gecertificeerde bossen.

Voorsorteren

RWE-bestuurder Miesen: ‘Voor ons is sluiting een no go

Naast alle duurzame bedoelingen maakte RWE-bestuurslid Roger Miesen ook direct een statement in het Financieele Dagblad. ‘Voor ons is sluiting een no go’, zegt de bestuurder, die eerder dit jaar kon lezen dat het kabinet vanwege de Urgenda-uitspraak overwoog om niet alleen de alleroudste kolencentrales te sluiten, maar ook twee relatief nieuwe kolencentrales. In casu de Amercentrale 9 van RWE en Hemweg 8 van Nuon. Minister Kamp zal dit najaar meer duidelijkheid geven over de mogelijkheden, en de daarmee gepaard gaande kosten, om deze twee centrales te sluiten.

RWE heeft nu echter voorgesorteerd met de SDE+ subsidie en de hakken in het zand gezet met betrekking tot een vroegtijdige sluiting van de kolencentrale. Het is een no-go. Dit in tegenstelling tot de eigenaar van de andere voor sluiting genomineerde centrale, de Hemwegcentrale van Nuon. Deze energiereus wacht nog met zijn subsidieaanvraag. Aan Follow the Money laat woordvoerder Anouk IJfs weten dat Nuon nog niet eerder biomassa bijstookte en zowel de optie ‘vervroegde sluiting’ als de ‘vergroening door biomassa-bijstook’ openhoudt. Het energieconcern wacht af tot oktober, het moment dus dat Kamp de consequenties van vervroegde sluiting in kaart zal hebben gebracht.

‘Om beide opties open te kunnen houden, zijn wij voornemens in oktober een aanvraag te doen voor circa 40 procent biomassa-bijstook vanaf 2018. Daarmee volgen we de route van minister Kamp, en de maatregelen die hij treft om te voorkomen dat het openstellen van de SDE+ voor bij- en meestook ertoe leidt dat de kolencentrales gedurende de looptijd van de SDE+ beschikkingen niet of moeilijker gesloten kunnen worden.’

Een vervroegde sluiting van de Hemwegcentrale blijft volgens IJfs een optie. ‘De compensatie die de overheid hier tegenover stelt, is hierbij cruciaal. De vorm van deze oplossing zal bepalen hoe Nuon en haar moederbedrijf Vattenfall hiermee om zullen gaan.’