Nederland speelt een centrale rol bij ‘trade misinvoicing,’ een boekhoudkundige truc waarmee jarenlang miljarden euro’s aan grondstoffen verdwenen uit ontwikkelingslanden. Dit schrijft de VN in een deze zomer verschenen rapport. Handelaren en bankiers noemen de beschuldigingen absurd. ‘Wij werken volgens het boekje.’

Jarenlang ongestoord voor tientallen miljarden euro’s frauderen in de internationale grondstoffenhandel, kan dat? Ja, oppert het handelsorgaan van de Verenigde Naties (VN), UNCTAD, in een rapport dat deze zomer verscheen. Miljarden euro’s aan koper, goud, olie, cacao en ijzererts zouden door een boekhoudkundige truc al zijn verdwenen uit ontwikkelingslanden — landen die de belastinginkomsten van de export juist hard nodig hebben.

De goudexport van Zuid-Afrika spant de kroon in het onderzoek: maar liefst 67 procent van de exportwaarde van goud zou zijn verdampt. Waar de grondstoffen precies zijn gebleven is nog onduidelijk, net als de identiteit van degenen die van de fraude zouden hebben geprofiteerd. ‘Raadselachtig,’ noemt auteur Léonce Ndikumana zijn onderzoeksresultaten, waarin een speciale rol is weggelegd voor Nederland. ‘Het lijkt erop dat primaire grondstoffen die naar Nederland worden geëxporteerd nooit in de haven aankomen,’ schrijft de Amerikaanse professor economie aan Amherst University.

Tegenover Follow the Money uiten personen uit de grondstoffenhandel zich in zeer kritische bewoordingen over het ‘absurde’ UNCTAD-rapport. De achterliggende gegevens zouden onvolledig zijn en leiden tot ‘onjuiste’ conclusies. Wat is hier aan de hand?

Miljarden aan cacao zoek

In juli presenteerde UNCTAD het rapport Trade Misinvoicing in Primary Commodities in Developing Countries, waarin voor het eerst melding werd gemaakt van de aangenomen verdwijning van miljarden euro’s aan grondstoffen. Ndikumana vergelijkt in dat rapport de exportcijfers van olie, gas, koper, ijzererts, zilver, platina en cacao uit de landen Chili, Ivoorkust, Nigeria, Zambia en Zuid-Afrika met de importcijfers van de landen waar de grondstoffen naartoe werden verscheept. Over een periode van 19 jaar blijkt sprake van grote verschillen in de geregistreerde gegevens.

‘Het lijkt erop dat primaire grondstoffen die naar Nederland worden geëxporteerd nooit in de haven aankomen’

Neem bijvoorbeeld cacao. Tussen 1995 en 2014 exporteerde Ivoorkust cacaobonen naar Nederland met een totale waarde van 15,36 miljard euro. Voor dezelfde periode zijn ook Nederlandse importcijfers bekend, die stellen dat er vanuit Ivoorkust een hoeveelheid cacaobonen ter waarde van 10,92 miljard euro werd geïmporteerd. Het UNCTAD-rapport concludeert: ‘29 procent van de cacao-export van Ivoorkust naar Nederland is niet terug te vinden in de Nederlandse administratie.’ Oftewel: 4,44 miljard euro aan cacao is zoek.

Is er misschien een logische verklaring voor die ‘verdwijning’? Kan het zijn dat er onderweg van Ivoorkust naar Nederland wat cacaobonen zijn uitgeladen of dat het schip een andere bestemming heeft gekregen? ‘Nee,’ zegt Ndikumana tegen Follow the Money. ‘Het betekent dat de waarde van de cacao die in Nederland is geregistreerd, 29 procent lager is dan de waarde van de cacao die er in Ivoorkust is geregistreerd.’

Illegale boekhoudkundige truc

Er staan nog veel meer opvallende zaken in het rapport. Zo is 14 miljard euro aan koper uit Chili niet terug te vinden in de Nederlandse boeken, is bij de oliehandel vanuit Nigeria naar de Verenigde Staten 25 procent van het geëxporteerde zwarte goud nooit aangekomen en is de helft van de Zambiaanse koperexport, met als bestemming Zwitserland, niet meer terug te vinden. Weg, foetsie.

De gegevens tonen volgens Ndikumana aan dat er al jarenlang een illegale boekhoudkundige truc wordt toegepast. Die truc behelst het manipuleren van de waarde van handelswaar door de goederen een factuur mee te geven met daarop een hogere of juist lagere prijs. De praktijk heet trade misinvoicing en wordt aangewend voor belastingontwijking, het omzeilen van import- of exportbeperkingen en smokkel.

Wat is trade misinvoicing?

Verkeerd factureren met handelswaar, ofwel trade misinvoicing, is een boekhoudkundige truc om geld weg te sluizen. Het kan worden toegepast bij de export of import van goederen door te goochelen met aantallen, de waarde, de kwaliteit of de producten zelf. Redenen voor trade misinvoicing zijn het witwassen van geld, belastingontwijking en het omzeilen van export- en importrestricties.

Volgens ngo Global Financial Integrity (GFI) is trade misinvoicing de voornaamste manier waarop geld op illegale wijze uit landen verdwijnt. Hieronder geeft GFI een voorbeeld van trade misinvoicing. Let wel: dit is niet de enige wijze waarop fraude met facturen kan worden gepleegd. Trade misinvoicing neemt vele vormen aan.
 

Lees verder Inklappen

Volgens Ndikumana, die de volledige steun van UNCTAD geniet, is de enorme schaal waarop er met koper, goud, olie, cacao en ijzererts wordt gesjoemeld alleen mogelijk via trade misinvoicing. Ndikumana: ‘De aanhoudende praktijk van trade misinvoicing impliceert dat er belangrijke structurele en institutionele factoren bestaan die deze praktijk aandrijven.’ De professor geeft aan dat onderzoek op bedrijfsniveau nodig is om precies in kaart brengen waar de miljarden zijn gebleven.

‘Duidelijk sprake van iets abnormaals’

Om te zien of er daadwerkelijk sprake is van fraude, lijkt een onderzoek naar cacao het meest kansrijk. Volgens de Britse analist Edward George van de Afrikaanse Ecobank zijn er namelijk niet zo veel spelers meer over in die markt: ‘In de grondstoffenhandel hebben de handelshuizen zich in toenemende mate omhoog gewerkt in de waardeketen, en bovendien zijn de marges voor de handel in ruwe grondstoffen zeer laag,’ zegt hij tegen Follow the Money.

De Internationale Cacao Organisatie ICCO geeft aan: ‘Er is sprake van een asymmetrische verdeling van onderhandelingsmacht in de wereldwijde cacaoketen.' Die onderhandelingsmacht noemt ICCO ‘oligopolistisch of monopolistisch’.

'Een verschil van 29 procent is enorm'

George denkt bij het rapport van UNCTAD echter niet direct aan een vorm van boekhoudkundige behendigheid in de cacao-keten: ‘Handelsstatistieken zijn notoir onbetrouwbaar, alles is een schatting. Maar een verschil van 29 procent [tussen de waarde van cacao bij export uit Ivoorkust en import in Nederland, red.] is enorm. Als dit over een periode van 19 jaar gebeurt, is er duidelijk sprake van iets abnormaals.’

George kan niets vertellen over de precieze import- en exportcijfers van cacao. ‘Ik ben bang dat de informatie die u zoekt niet beschikbaar is. Het is in het bezit van de handelshuizen, is zeer gevoelig en zal waarschijnlijk nooit worden gedeeld met de pers. Je zult recht naar de bron moeten gaan om deze informatie te verkrijgen.’

‘Dat kan echt niet waar zijn’

‘Wat? Of ik ooit heb gehoord van een lading cacao die onderweg van Ivoorkust naar Nederland van waarde is veranderd?’ Dick de Bruin, manager bij CWT Commodities vindt het een rare vraag: ‘Nee, dat kan echt niet waar zijn, absurd!’

De Bruin werkt voor een bedrijf dat in de Amsterdamse haven de logistieke afhandeling van grondstoffen als cacao voor z’n rekening neemt. In tegenstelling tot grondstofhandelaren die alleen vanachter hun computer cacaoboontjes heen en weer schuiven, ziet De Bruin het product met eigen ogen. Er zijn in Nederland eigenlijk nog maar een paar cacao-importeurs, vertelt De Bruin. ‘Wij doen de gedeeltelijke afhandeling voor de grote drie: Cargill, Olam en Barry Callebout.’

Dick de Bruin las op verzoek van Follow the Money het UNCTAD-rapport. ‘Ik vind het een vreselijk tendentieus stuk, daar moet je wel vragen bij stellen.’ Hij kan niet geloven dat er in Nederland op zo’n grote schaal wordt gesjoemeld met facturen. ‘Dat het in Ivoorkust gebeurt kan ik me wel voorstellen, met die corruptie daar. Ik was er laatst nog, men verscheept het product het liefst zo nat mogelijk. Vanwege het gewicht, snap je. Gewicht is namelijk geld.’

'Het gros van de cacao-handel is gefinancierd door bankiers’

Zou het mogelijk kunnen zijn dat importeurs van cacao de waarde aanpassen om belasting te omzeilen? ‘Nee,’ zegt De Bruin. ‘Op cacao zit helemaal geen importbelasting. Er zit wel btw op, maar daar kun je via Europese regels onderuit komen. Dat is gewoon de wet. Uiteindelijk betalen alleen jij en ik de btw.’

De Bruin wil geen vrachtbrieven (bills of loading) laten zien van de ladingen cacao die hij binnenkrijgt. ‘Ik kan je zeggen dat het met de pro forma invoices die wij zien echt niet gebeurt. Maar dat zijn vertrouwelijke stukken, en die kan ik niet laten zien. Ik zou eens navraag doen bij de banken. Het gros van de cacao-handel is immers gefinancierd door bankiers.’

Léonce Ndikumana

De aanhoudende praktijk van trade misinvoicing impliceert dat er belangrijke structurele en institutionele factoren bestaan die deze praktijk aandrijven

Nederlandse grondstofbanken

‘Invoices [facturen, red.] vergelijken heeft echt geen zin,’ vertelt een voormalige Nederlandse grondstofbankier die alleen anoniem wil reageren. ‘Denk je echt dat handelshuizen jou facturen zullen laten zien waaruit blijkt dat er wordt gefraudeerd?’ Hij vindt de conclusies van het UNCTAD-rapport vreemd, maar kan geen bewijzen geven waaruit blijkt dat het rapport onjuist is. ‘Ik ben dit nog nooit tegengekomen in mijn loopbaan. Handelshuizen die dit soort fraude zouden plegen, lopen uiteindelijk toch wel tegen de lamp. Ze laten zich daarmee echt niet in.’

De grootste Nederlandse banken — ING, Rabobank en ABN Amro — hebben een stevige voet tussen de deur bij de grondstofhandelaren. Ze zijn cruciaal voor de financiering de internationale grondstoffenhandel en raken er in toenemende mate mee vervlochten, zo beschreef Bloomberg eerder dit jaar: ‘De Nederlandse firma’s zijn aan het uitbreiden, terwijl het Franse BNP en het Britse Standard Chartered Plc — traditioneel twee van de grootste kredietverstrekkers voor grondstofhandelaren — zich aan het terugtrekken zijn.’

Dat de Nederlandse grootbanken zich nestelen in de grondstoffenhandel ligt voor de hand

Dat de Nederlandse grootbanken zich nestelen in de grondstoffenhandel ligt voor de hand. Veel van de handelshuizen hebben hun kantoren ook in Nederland. Zo heeft Louis Dreyfus Commodities, een van de grootste handelshuizen ter wereld, zich met zijn hoofdkantoor aan de Amsterdamse Zuidas gevestigd. De redenen voor vestiging in Nederland lopen uiteen, van de aanwezigheid van goed opgeleid personeel en de nabijheid van de Rotterdamse en Amsterdamse havens tot het gunstige Nederlandse belastingklimaat.

Dat Nederland prominent wordt genoemd in een rapport over de wereldwijde grondstoffenhandel, vindt de ex-bankier totaal niet verrassend. Wel is hij verbaasd over de gebruikte gegevens in het rapport. ‘We zien nu enkel dat de bedragen op de facturen niet lijken te kloppen, maar wat betekent dat nou precies? Welke “verkeerde” prijs is er nu precies betaald voor hoeveel cacao en olie? En om hoeveel tonnen gaat het? En uiteraard is het goed om met de handelaren te spreken voor hun reactie.’

‘Volgens het boekje’

Het blijkt echter niet gemakkelijk om grondstofhandelaren te spreken te krijgen. Een woordvoerder van cacao-importeur Barry Callebaut geeft aan geen flauw benul te hebben van foutieve facturen. ‘Ik kan wel bevestigen dat er niets door de Nederlandse havens gaat. Wij voeren in via Rouen en Antwerpen,’ zegt de woordvoerder.

Een voormalig grondstofhandelaar (commodity trader) wil anoniem wel ingaan op het rapport: ‘Ik heb het gelezen en ben niet verrast door het “missen” van bepaalde internationale transacties. Het kan heel goed voorkomen dat het lijkt alsof jarenlang meer naar een land wordt uitgevoerd dan er in dat land fysiek binnenkomt. In bepaalde landen zitten nu eenmaal meer pure handelskantoren dan andere. Grondstoffen kunnen door middel van die handelskantoren al zijn doorverkocht aan derden voordat de producten in het land aankomen. Nederland en Zwitserland zijn de voornaamste twee landen waar handelshuizen zich vestigen.’

De handelaar ziet nog meer denkbare verklaringen: ‘Grondstoffen kunnen ook om logistieke redenen worden opgeslagen in weer een ander land. Een andere mogelijkheid is dat de waarden verschillen door sterke koersbewegingen op de goederentermijnmarkten. In het rapport wordt om een onbekende reden alleen naar de waarde van fysieke handelsstromen gekeken. Wisselkoersen spelen mogelijkerwijs ook een rol. Tot slot kan de kwaliteit van de gebruikte data ook een rol van betekenis hebben: intra EU-handelsverkeer is vrij en de plaats van inklaring is niet altijd de plaats van consumptie. Je ziet: er kunnen allerlei oorzaken zijn voor het verschil in de import- en exportcijfers.'

Voormalig grondstofhandelaar

Ja, er wordt gerommeld en gerotzooid, ook in de grondstoffenhandel

‘Of er dan echt niet wordt gerommeld? Er zit aan alles en overal wel een luchtje als je maar goed zoekt en een goede neus hebt. Ja, er wordt gerommeld en gerotzooid, ook in de grondstoffenhandel, maar dat gebeurt door de kleine boefjes. Dat verklaart dus ook niet alles. De grote spelers werken alleen volgens het boekje. Ze worden bijgestaan door goedbetaalde juridische en belastingadviseurs. Let wel: of het nu ethisch correct is of niet, het is wel legaal, en in dat geval kun je niet spreken van trade misinvoicing. Door technologische vooruitgang wordt het steeds moeilijker om documenten te falsificeren en voor overheden makkelijker om dat te controleren.’

Trafigura: ‘Geen rechtvaardiging’

Een sterk luchtje zit in elk geval aan de oliehandel. In het UNCTAD-rapport staat beschreven dat er bij de oliehandel met Nigeria miljarden euro’s zoek zijn als gevolg van trade misinvoicing. Het Afrikaanse land, dat voor 92 procent van z’n export afhankelijk is van olie, lijkt in de periode 1996-2014 met name in de export naar de Verenigde Staten veel geld te hebben verloren: ruim 62 miljard euro.

De boeken van de oliehandel tussen Nigeria en Nederland kloppen van geen kant

Naast het exporteren van olie, importeert Nigeria het zwarte goud zelf ook, en dat gebeurt voor een belangrijk deel uit Nederland. De boeken van die oliehandel tussen Nigeria en Nederland kloppen van geen kant, schrijft UNCTAD: ‘Aan de exportzijde lijkt het erop dat het grootste gedeelte van de olie die Nigeria exporteerde naar Nederland nooit is aangekomen. Aan de importzijde lijkt de olie die door Nederlands is geëxporteerd naar Nigeria ook nooit te zijn aangekomen.’ UNCTAD heeft berekend dat er over een periode van 18 jaar bij de oliehandel tussen Nederland en Nigeria 40 miljard euro zoek is geraakt.

Verschillende oliehandelaren zijn gevestigd in Nederland. Een daarvan is Trafigura. Het door schandalen geplaagde bedrijf (onder andere vanwege de het dumpen van giftig afval in Ivoorkust) maakte vorig jaar bekend in 2013 miljarden te hebben betaald aan onder andere het Nigeriaanse staatsoliebedrijf NNPC om lucratieve contracten binnen te slepen.

Follow the Money vroeg Trafigura naar de mogelijkheid om facturen in te zien naar aanleiding van het UNCTAD-rapport. Trafigura’s hoofd corporate affairs, Andrew Gowers, reageerde vrijwel direct met een statement:

'We hebben reeds een reactie gestuurd naar UNCTAD, omdat we geloven dat de conclusies van het rapport onjuist zijn. De auteurs hebben correct de wijdverbreide verschillen in de nationale statistieken van de handel in verband met de handel in grondstoffen geïdentificeerd, maar zijn daarna overgegaan tot het toeschrijven van deze verschillen aan "misinvoicing". Wij kennen de motivatie achter deze aanpak niet, en toen we hierover met UNCTAD contact opnamen, waren ze niet in staat om een rechtvaardiging te bieden.'

Trafigura

Wij geloven dat de conclusies van het rapport onjuist zijn

Meer transparantie

Vrijwel alle personen uit de grondstoffenhandel die Follow the Money sprak voor dit verhaal hebben scherpe kritiek geuit op de gegevens die UNCTAD heeft gebruikt voor het rapport. Het VN-orgaan heeft intussen op haar website uitgebreid gereageerd op de kritiek en zegt niet te twijfelen aan de gebruikte gegevens: ‘Wij zien geen overtuigende betwisting van onze databron, de data zelf of de gebruikte methodologie,’ schrijft UNCTAD. ‘Dit is een eerste stap om transparantie te bereiken in de grondstoffenhandel.’

In het UNCTAD-rapport zelf geeft auteur Léonce Ndikumana aan zich al bewust te zijn van de kritiek op het gebruik van de gegevens uit de zogenoemde Comtrade-database van de VN: ‘Hoewel het mogelijk is dat de import- en exportgegevens kunnen worden beïnvloed door statistische fouten, zouden deze fouten niet blijven bestaan en een trend laten zien door de tijd heen.’

UNCTAD

Wij zien geen overtuigende betwisting van onze databron, de data zelf of de gebruikte methodologie

Op vragen over ontbrekende onderdelen in de gedane berekeningen, zegt Ndikumana tegen Follow the Money: ‘Tekortkomingen zijn onvermijdelijk in handelsstatistieken, zoals dat altijd het geval is bij macro-economische gegevens. Kijk eens naar hoeveel discussie er is bij het bepalen van indicatoren voor nationale inkomenscijfers en het bruto binnenlands product — desondanks de meest gebruikte indicator. Het feit dat deze indicatoren niet helemaal perfect zijn, wil niet zeggen dat ze niet informatief zijn.’

Kamervragen

Is het UNCTAD-rapport ingegeven door statistische slordigheden, zoals bankiers en handelaren aangeven? Of is er sprake van een institutionele frauduleuze praktijk die jarenlang is verzwegen en nu aan het licht is gekomen door het UNCTAD-rapport? Wie het weet mag het zeggen.

Over de zaak kan spoedig meer duidelijkheid komen: daags na de verschijning van het UNCTAD-rapport stelde de SP Kamervragen aan het ministerie van Financiën. Het ministerie heeft tot op heden nog geen antwoorden naar de Tweede Kamer gestuurd. Follow the Money blijft de zaak volgen.

De namen van de anoniem geciteerde bankier en grondstofhandelaar zijn bekend bij de redactie. Tips naar aanleiding van dit artikel kunt u sturen aan mitchell@ftm.nl