Gigantische trawlers, omstreden keurmerken, overbevissing en verduurzaming. Achter het visje op ons bord en de haring aan de kar schuilt een complex web van belangen. Lees meer

Gigantische trawlers, marktverstorende EU-subsidies, omstreden keurmerken en illegale overbevissing. Achter het visje op ons bord en de haring aan de kar schuilt een complex web van belangen, politieke machinaties en machtige partijen. Het vangen en verwerken van vis is big business, en gaat nogal eens ten koste van het milieu. Nederlandse bedrijven spelen een sleutelrol in zowel de internationale visvangst als vishandel. Dat willen we in dit dossier in kaart brengen. Wie trekken er precies aan de touwtjes, waar wordt het grote geld verdiend en wie verliest er? Follow the Money duikt in de wereld van de visindustrie.

17 artikelen

© ANP / Niels Wenstedt

Vissen met stroomschokken: 6 vragen en antwoorden over de pulskor

5 Connecties

Relaties

Visindustrie Pulskor

Organisaties

Europese Unie (EU)

Locaties

Frankrijk

Werkvelden

Visserij
48 Bijdragen

Slecht nieuws voor Nederlandse vissers: vorige week besloot het Europees Parlement tot een totaalverbod op de pulskor. Het vissen met stroomschokken zou slecht zijn voor het milieu en de visstand. Onzin, riepen de Nederlanders: het is juist mínder schadelijk dan andere technieken. Hoe zit het nu precies?

Als een donderslag bij heldere hemel stemde het Europees Parlement vorige week voor een algeheel verbod op het gebruik van de pulskor, een techniek waarmee platvis door kleine stroomstootjes de netten in gejaagd wordt. Dat was tegen het zere been van de ruim tachtig Nederlandse vissers die als enigen in Europa met deze techniek experimenteerden.

Volgens de Nederlanders zitten er louter voordelen aan de techniek: minder bijvangst, minder bodemschade, en een betere opbrengst. Maar volgens de tegenstanders is de techniek helemaal niet zo onschuldig: deze zou slecht zijn voor milieu en de visstand. Lange tijd zag het er naar uit dat Nederland door mocht gaan met experimenteren, de Europese Commissie vond dat goed, en ook de visserijcommissie van het Europees Parlement had ingestemd. Maar toen ook het Europees Parlement er over moest stemmen, was het verbod een feit. 

Hoe zit het nu met dit verbod? Is het een goede zaak, of een typisch geval van broodnijd?

1. Hoe slaagden de tegenstanders van de pulskor erin om een meerderheid van het parlement achter zich te krijgen? 

Het verbod kwam er dankzij een monsterverbond van bootleggers en baptists: een term die de Amerikaanse econoom Bruce Yandle ooit bedacht om te verklaren hoe twee totaal tegengestelde belangengroepen het soms toch met elkaar eens kunnen zijn.

Bij de pulskor zijn de milieuactivisten de baptists: zij beweren dat de techniek schadelijk is en tot overbevissing leidt. De conventionele vissers zijn de bootleggers: zij spreken van oneerlijke concurrentie nu de Nederlandse vissers zoveel goedkoper kunnen werken. Zij willen de nieuwe techniek aan banden leggen, omdat daarmee hun verdienmodel onder druk komt te staan. De tegenstanders dienden een amendement in waarmee de mogelijkheid tot experimenteren geschrapt werd, en het verbod een feit. Het inmiddels beruchte amendement 303 werd gesteund door 402 leden, terwijl 232 leden tegen stemden. 

Zo’n 20 procent van de Nederlandse vissers maakt gebruikt van de techniek

2. Wie heeft er nu gelijk?

Dat weten we nog niet. Het onderzoek naar het effect van de pulskorvisserij is nog in volle gang. De tegenstanders hebben de onzekerheid maximaal uitgebuit en houden vast aan het voorzorgsprincipe: zolang er geen onomstotelijk bewijs is, moet het niet toegestaan worden. De Fransen ergeren zich eraan dat Nederland intussen veel meer kotters op deze manier laat vissen dan nodig is voor wetenschappelijk onderzoek: zo’n 20 procent van de Nederlandse vissers maakt gebruikt van de techniek.

De Franse actiegroep Bloom spreekt alvast over de ‘electrocutie’ van vissen en gebruikt afschrikwekkende röntgenfoto’s die een beetje doen denken aan de longfoto’s die je op pakjes sigaretten ziet staan. Voor een niet ingevoerd parlementslid uit, zeg, Bulgarije, is dat reden genoeg om met zo’n verbod in te stemmen. Tel daarbij het beeld op van de gulzige Nederlandse trawlers die alle vis voor de neus van de Franse vissertjes opzuigen, en het plaatje is compleet. Het is die effectieve framing die de tegenstanders op het laatste moment veel wind in de rug gaf.

3. In de krant staat dat het een strijd was tussen Frankrijk en Nederland. Is dat nu echt zo, of lagen de verhoudingen toch anders? 

Wie diep graaft in het proces-verbaal van het EP, ziet dat alle Franse Europarlementariërs voor het verbod op de pulskor stemden en alle Nederlanders tegen — met uitzondering van Anja Hazekamp (PvdD), die ook tegen de pulskor is.

Maar daarmee heb je nog geen meerderheid: de andere leden van het EP volgden simpelweg het advies van hun partijgroep. Uiteindelijk was het een coalitie van de drie grootste partijgroepen in het EP — de Christendemocraten, Sociaal-Democraten en Conservatieven — die voor de meerderheid zorgden, zowel bij de stemming over de pulskor al bij de stemming over het hele pakket (Daar zaten bijvoorbeeld ook vrijwel alle parlementariërs uit Polen, Roemenië en Slowakije bij: landen die weinig visserijbelangen hebben, maar veel leden uit die drie groeperingen). 

Veel lidstaten vinden dat Nederland te hard van stapel is gelopen

Volgens de NOS sprak actiegroep Bloom voorafgaand aan de stemming met honderden Europarlementariërs. Zo slaagde de groep erin voldoende steun voor het amendement te vergaren. De meeste leden van de Europese Groenen stemden overigens ook voor een verbod op de pulskor, maar ze waren tegen het hele pakket aan maatregelen. Dit omdat ze al met al vinden dat de nieuwe verordening eerder slechter dan beter voor de visstand is. 

4. Heeft het EP het laatste woord?

Nee, het gaat hier om een verordening die zowel door het EP als de lidstaten goedgekeurd moet worden. We zitten nu in de zogenaamde ‘eerste lezing’; het door het EP gewijzigde voorstel gaat nu terug naar de Commissie en naar de Raad van Ministers waarin de visserijministers van de lidstaten zitten.

Het Europees Parlement, de Commissie en Raad moeten er met zijn drieën uitkomen. Omdat veel lidstaten echter ook vinden dat Nederland te hard van stapel is gelopen met het uitbreiden van de pulskorvloot, wordt het een flinke klus om de experimenteerruimte te behouden.

Uiteindelijk hangt het vooral af van de hoeveelheid politiek kapitaal die de Nederlandse regering op dit dossier wil inzetten. Dat is een politieke afweging die in Den Haag gemaakt moet worden, mede in het licht van andere gevoelige Europese dossiers, zoals de mestfraude en de perikelen rondom het fosfaatplafond.

5. Kan Nederland dan geen veto uitspreken als het voorstel in de Raad op tafel ligt?

Ja en nee. Het voorstel kan worden aangenomen via een gekwalificeerde meerderheid, dus er is geen formeel veto. Wel is het zo dat er in de Raad een cultuur van consensus is: als een land aangeeft hele grote bezwaren te hebben, zullen de andere lidstaten er alles aan doen om aan die bezwaren tegemoet te komen. Nederland zou bijvoorbeeld kunnen voorstellen om de vloot weer terug te brengen tot de oorspronkelijk afgesproken 5 procent om zo de wetenschappelijke experimenten doorgang te laten vinden.

In de cultuur van consensus komen in rap tempo scheuren

Toch is ook dat geen zeker pad: in de cultuur van consensus komen in rap tempo scheuren. Denk bijvoorbeeld aan het besluit van de Raad om vluchtelingen over de lidstaten te verdelen in september 2015: Hongarije, Slowakije, Roemenië en Tsjechië waren daar tegen, maar ze werden gewoon overruled en moesten bakzeil halen. Het is de vraag of deze landen in het licht van die ervaring veel compassie met de Nederlandse bezwaren zullen tonen.

6. Fipronil, glyfosaat, fosfaat in kebab, pulskorvissen: is het toeval dat de gemoederen over voedsel steeds zo hoog oplopen in Europa? 

Nee, geenszins. Voedsel is bij uitstek een Europees onderwerp, omdat we nu eenmaal één interne markt hebben en de regels daarover steeds weer in Brussel en Straatsburg worden opgesteld. Dat de gemoederen zo hoog oplopen, laat zien dat de spanning tussen zorgen over voedselveiligheid (fipronil, fosfaat) en duurzaamheid (glyfosaat, visserij) aan de ene kant, en economische belangen aan de andere, steeds groter wordt.

Wat we meer en meer zien, is dat deze onderwerpen volop in de schijnwerpers van de publieke opinie komen te staan. Waar vroeger het Europees Parlement zonder slag of stoot de toch zeer technische voorstellen van de visserijcommissie zou hebben overgenomen, slagen lobbyisten er via de publieke opinie nu in om het balletje op het laatste moment de andere kant op te laten rollen.