Wie betaalt? En wie bepaalt? FTM zoekt uit hoe de politieke worst écht gedraaid wordt. Lees meer

Leven we in een lobbycratie of is lobbyen een wezenlijk element van een gezonde democratie? Zeker is dat de lobbywereld wordt gezien als een zeer invloedrijke factor in ons politiek bestel, maar beschrijvingen van die wereld komen doorgaans niet verder dan het woord ‘schimmig’. Follow the Money wil daar verandering in brengen en duikt de lobbywereld in om te zien hoe de worst écht gedraaid wordt.

155 artikelen

Samen met journalisten uit heel Europa controleren we de macht in Brussel. Lees meer

Steeds meer ingrijpende besluiten worden op Europees niveau genomen. Maar zolang burgers niet weten wat er gaande is in Brussel, kunnen politici er verborgen agenda’s op nahouden en hebben lobbyisten vrij spel. Om hier verandering in te brengen lanceert Follow the Money ‘Bureau Brussel’. Drie EU-specialisten controleren in samenwerking met collega’s uit heel Europa structureel de macht.

98 artikelen

© Olivier Heiligers

Politiek legde de rode loper uit voor speculatie op energie- en voedselprijzen

Als sprinkhanen duiken speculanten op de grondstoffenmarkten. Veel gewone burgers gaan sinds de oorlog in Oekraïne gebukt onder stijgende prijzen. Maar beleggers slaan een slaatje uit (dreigende) tekorten aan voedselproducten en brandstoffen. Met dank aan hun behendige lobby in de pandemie. Juist toen kregen ze de politiek zo ver om de regels voor de financiële sector te versoepelen.

0:00
Dit stuk in 1 minuut
  • Voedselprijzen waren vorige maand 34 procent hoger dan in dezelfde tijd vorig jaar. Miljoenen mensen dreigen daardoor in problemen te komen. 
  • Het zijn niet alleen (dreigende) tekorten aan grondstoffen die de prijzen opstuwen. Uit data-onderzoek van Follow the Money in samenwerking met het onderzoekscollectief Lighthouse Reports, de weekbladen Der Spiegel (Duitsland) en The Continent (Zuid-Afrika), en het Indiase nieuwsplatform The Wire blijkt dat speculanten slim inspelen op door de oorlog gevoede sentimenten. Volgens experts jaagt speculatie de prijzen nog verder op.
  • Politieke kopstukken bezwoeren in maart speculatie te zullen bestrijden, om te voorkomen dat de voedselzekerheid in gevaar komt. Maar de geschiedenis wijst uit dat als puntje bij paaltje komt, beleidsmakers hun oren vooral laten hangen naar de lobby van financiële grootmachten als investeringsfondsen en beleggingsinstellingen. 
  • Europa krijgt binnenkort een nieuwe kans om de regelgeving aan te passen. De grote vraag is of de politiek nu wel in actie komt.
Lees verder

Na afloop van de ministerraad heeft premier Mark Rutte een hoop onderwerpen met de pers te bespreken. Het is 1 april 2022, de oorlog in Oekraïne staat bovenaan zijn agenda. Helemaal nu president Volodymyr Zelensky de dag ervoor de Tweede Kamer indringend heeft toegesproken. ‘Indrukwekkend,’ vond Rutte. 

Vooral Zelensky’s woorden over het risico van gewenning naarmate de strijd voortduurt, trekt hij zich aan. Hij belooft daarom een tandje bij te zetten om de Oekraïners te ondersteunen.

De premier benoemt ook de problemen dichter bij huis. Mede door de oorlog loopt de inflatie gierend uit de hand. Energie- en voedselprijzen bereiken ongekende hoogtes, waardoor de lagere inkomens in de knel raken. ‘Zorgwekkend,’ zegt Rutte. Maar als een journalist van de NOS daarop vraagt wat de mensen ‘nog van het kabinet mogen verwachten om die pijn te verzachten,’ volgt er weinig substantieels. ‘Mijn eerlijke boodschap naar Nederland is dat de overheid dit niet allemaal kan oplossen.’

Dat is waarmee het kabinet die ochtend instemde: dat de speeltuin van speculanten groter wordt

Zo handelt de premier rustig de vragen van de pers af. Corona, de toeslagenaffaire, de nieuwe bestuurscultuur. Hij heeft overal een antwoord op. Opvallend is dat één agendapunt van de ministerraad totaal niet aan bod komt. Dat punt trekt misschien door zijn ingewikkeldheid weinig aandacht, maar is wezenlijk in de discussie over stijgende prijzen. 

Het betreft de aanpassing van Europese wetgeving voor het soort beleggers dat er niet voor terugdeinst om in tijden van misère een centje extra te verdienen over de ruggen van de allerarmsten. 

Want dat is waarmee het kabinet die ochtend in feite zonder scrupules heeft ingestemd: dat midden in een wereldwijde crisis de speeltuin van speculanten groter wordt.

Tekorten

Direct na de inval van Oekraïne door de Russen verschijnen in de media onheilsberichten over voedseltekorten. Al op 24 februari, de eerste oorlogsdag, plaatst het commerciële landbouwonderzoekscentrum International Food Policy Research Institute (IFPRI) een blog met een waarschuwing: de oorlog kan een enorm effect hebben op de wereldwijde voedselvoorziening. 

De toch al hoge prijzen (door corona, slechte oogsten in Zuid-Amerika, distributieproblemen en stijgende brandstofprijzen) kunnen tot recordhoogtes worden opgestuwd: ‘De invasie van Rusland in Oekraïne zal de wereldmarkten verder ontwrichten, op korte termijn negatieve gevolgen hebben voor de wereldwijde graanvoorziening, en door de verstoorde aardgas- en kunstmestmarkten ook negatieve gevolgen hebben voor producenten wanneer ze een nieuw plantseizoen ingaan,’ schrijven de onderzoekers van het IFPRI. 

‘Terwijl voedselinflatie de economie negatief dreigt te beïnvloeden, kunnen geïnformeerde investeerders juist profiteren’

Wat dan minder evident is, maar waar al wel de eerste signalen van zijn te zien, is dat de prijzen niet alleen door tekorten worden opgejaagd. Er is door gebrekkige transparantie slechts met moeite zicht op te krijgen, maar er zijn krachten in het spel met de potentie het lot te bepalen van miljoenen mensen in de armste delen van de wereld.

Kansen

Al in oktober 2021 ruiken beleggers hun kansen, wanneer door een samenloop van wereldwijde problemen de voedselprijzen ongekend hoog zijn. Jake Hanley, senior manager graan van het landbouwinvesteringsconcern Teucrium, wijst zijn klanten op de mogelijkheden: ‘Terwijl voedselinflatie de wereldwijde economie negatief dreigt te beïnvloeden, kunnen geïnformeerde investeerders juist profiteren van een trend van prijsstijgingen.’

Wanneer er enkele maanden later een oorlog bovenop komt, krijgen beleggers uitgelegd hoe ze de nijpende situatie in hun voordeel kunnen laten werken. Op 7 maart, de graanprijzen zijn tot een nieuw record gestegen, moedigt de invloedrijke Amerikaanse bank JP Morgan haar klanten aan om slim te investeren onder de kop: ‘Vijf ideeën voor grondstoffenhandel om te beleggen tegen inflatie.’ De uitdagende uitnodiging: ‘Lukt het jou om binnen te lopen met graan of olie?’

Door speculatief gedrag van beleggers wordt wie toch al moeilijk rond kan komen, nu tot honger veroordeeld

Zo kwamen de voedselprijzen in april 34 procent hoger te liggen dan dezelfde tijd vorig jaar. Of en hoe speculatie op de financiële markten daaraan heeft bijgedragen, is evenwel moeilijk inzichtelijk te krijgen. Dankzij diepgravend onderzoek van het onderzoeksplatform Lighthouse Reports en Follow the Money, in samenwerking met het Duitse weekblad Der Spiegel, het Afrikaanse weekblad The Continent, en het Indiase nieuwsplatform The Wire, kunnen we nu toch de vinger op de zere plek leggen. 

De door ons vergaarde data van financiële en grondstoffenmarkten laten volgens experts zien dat niet alleen tekorten de voedselprijzen hebben opgejaagd. Zeer waarschijnlijk is ook het speculatieve gedrag van beleggers er debet aan dat wie toch al moeilijk rond kan komen, nu tot honger wordt veroordeeld.

Voedselspeculatie werkt immers als volgt. In principe heeft het nut als er op de zogeheten goederentermijnmarkt prijsafspraken worden gemaakt vooruitlopend op de oogst. Zo verkrijgen boeren en voedingsproducenten zekerheid over hun afzetmogelijkheden en inkomsten. Speculatie kan bijvoorbeeld tegenvallende inkomsten helpen opvangen.

Records

Dat is ook wat de Amerikaanse beleggingsvereniging ISDA (International Swaps and Derivatives Association) desgevraagd zegt over het nut van speculatie: ‘Derivaten zijn essentiële instrumenten om bedrijven in staat te stellen het risico dat gepaard gaat met volatiliteit in prijzen te beheersen.’

Maar sinds de deregulering van de financiële markten in de jaren ’90, is het aandeel grondstoffen dat in handen is van speculanten enorm opgelopen: van 10 à 20 procent tot meer dan de helft. Het veelvuldig in- en verkopen van bulkgoederen kent als risico dat de prijzen erdoor worden opgedreven, en dat toch al nijpende situaties snel verergeren.

In de eerste week van maart werd 4,5 miljard dollar belegd in grondstoffen, zoveel is normaal voor een hele maand

Precies van die situatie lijkt nu sprake. Investeringsfirma’s zagen in de eerste week van maart 4,5 miljard dollar instromen van beleggers in grondstoffen, het soort toevloed dat normaal over een hele maand wordt vastgesteld. 

Gegevens van het persbureau Bloomberg laten bovendien zien dat de twee grootste landbouwfondsen (Invesco en Teucrium) dit jaar al op 11 april 1,2 miljard dollar aan investeringen hadden aangetrokken, waar dat in heel 2021 slechts 197 miljoen dollar was.

Eind maart hadden handelaren in indices aan termijncontracten voor graan bijna het dubbele van de jaarlijkse Egyptische consumptie in handen. Met name twee belangrijke graansoorten (Paris milling wheat en Minneapolis hard red spring) kennen sinds de invasie uitzonderlijke niveaus van buy side-speculatie: beleggingen gebaseerd op advies van geïnformeerde specialisten als Jake Hanley van Teucrium.

Tegelijkertijd blijft een hoop informatie verborgen achter betaalmuren van investeringsbanken. Ook de Commodity Futures Trading Commission (CFTC), die namens de Amerikaanse overheid toezicht houdt op de grondstoffenhandel, maakt slechts een deel van haar bevindingen openbaar. Hierdoor is het moeilijk te achterhalen hoezeer de prijzen werkelijk beïnvloed worden.

Beleggingsbeheerder Invesco bijvoorbeeld, wijst er desgevraagd alleen op dat basale vraag- en aanbodmechanismes nog altijd de belangrijkste verklaring zijn voor de prijstrends: ‘De stijging en daling van de grondstofprijzen op maandbasis is sterk gekoppeld aan de waarde van de Amerikaanse dollar en de wereldwijde conjunctuur, niet aan de mate van investeringen in grondstoffenfondsen.’ 

Ook Teucrium gaat niet in op de specifieke data. Het fonds laat slechts weten dat ‘investeringen in grondstoffen de productie, efficiëntie en investeringen stimuleren,’ wat volgens het investeringsbedrijf uiteindelijk resulteert in ‘betrouwbaarder grondstof(voedsel)voorziening en op de langere termijn minder prijsvolatiliteit’.

Maar volgens de econoom Jennifer Clapp, die recent onderzoek deed naar de belangrijkste factoren voor prijsstijgingen van voedingsmiddelen, is het hele probleem dat dit soort uitspraken zo slecht te controleren is: ‘Het gebrek aan informatie is als een groot zwart gat. Juist vanwege het maatschappelijk belang van de zaak zou dat niet zo moeten zijn.’

Politieke wil

Toonaangevende experts en academici die we onze data eveneens voorlegden, zien niettemin typische aanwijzingen dat er sprake is van prijsopdrijvende speculatie.

Hoogleraar Michael Greenberger, voormalig bestuurder bij de Amerikaanse toezichthouder CFTC, reageert desgevraagd: ‘Dit is een uitstekende analyse die er sterk op wijst dat extreme speculatie de grondstofprijzen loskoppelt van de normale principes van vraag en aanbod. De markten worden overspoeld door speculanten die zich niets aantrekken van de werkelijke kosten.’ 

Michael Masters, klokkenluider

Wanneer speculatieve krachten de grootste belangen hebben, dicteren hun drijfveren de prijsontwikkeling

Investeringsexpert en klokkenluider Michael Masters wijst op hetzelfde probleem. ‘Wanneer speculatieve krachten de grootste belangen hebben, zullen hun drijfveren de prijsontwikkeling gaan dicteren. Je krijgt dan dus een boel prijsontwikkelingen die te maken hebben met het volgen van trends, of het opschroeven van die trends, tot hoogtes die er zonder die speculanten niet zouden zijn.’

Ook David Bicchetti, econoom bij de UNCTAD, de VN-organisatie voor handel en ontwikkeling, ziet weliswaar al langer een trend van toenemende speculatie, maar zegt dat niet valt te ontkennen dat het huidige gedrag van beleggers invloed heeft op de tarweprijzen. ‘Gezien de prijsdynamiek is het moeilijk te negeren dat de marktsentimenten tot prijsstijgingen hebben geleid. Speculatie lijkt de prijsdynamiek te hebben verergerd.’

De politiek is zich intussen wel degelijk bewust van de risico’s. Sterker nog, de G7-landbouwministers stelden in maart, na een spoedbijeenkomst vanwege de oorlog in Oekraïne, dat ze kunstmatige prijsinflatie niet tolereren: 'We zullen ook ieder speculatief gedrag bestrijden dat voedselzekerheid of de toegang tot voedsel in gevaar brengt voor landen of volken.’ 

Geschrokken politici begrepen dat paal en perk gesteld moest worden aan speculatieve krachten 

Maar een blik op de feiten leert dat politici de oren vooral laten hangen naar de financiële lobby, die heeft bewezen ieder geitenpaadje te bewandelen om strengere regelgeving te ontduiken.

Het meest in het oog springende voorbeeld is de vorige grote voedselcrisis (2008), toen tekorten de stabiliteit van de Arabische wereld in gevaar brachten. Geschrokken politici in Washington en Brussel begrepen dat om nieuwe crises te voorkomen paal en perk gesteld moest worden aan speculatieve krachten en het onvermoeibare streven naar maximale winsten.

‘Onverteerbare aanval’

De discussie spitste zich in de jaren erna vooral toe op zogeheten positielimieten, dat zijn plafonds die een grens stellen aan de belangen die investeerders mogen vergaren. 

De gedachte was dat individuele beleggingsfondsen niet een te groot deel van de markt mogen overheersen, omdat ze dan de prijzen kunnen manipuleren. Zowel in de Verenigde Staten als in Europa waren regelgevers het erover eens dat er een maximum moest worden gesteld aan de optiecontracten die handelaren mogen aanhouden. 

Maar in de ogen van de financiële lobby was dat een onverteerbare aanval op hun vrijheid van handeldrijven. Het invoeren van positielimieten zou volgens beleggers de markt juist schaden, doordat investeerders kieskeuriger worden in hun keuze voor grondstofcontracten. Daardoor zou er minder makkelijk in gehandeld kunnen worden, wat de prijsvolatiliteit niet zou verminderen en de markt juist zou belemmeren

‘Handel in termijncontracten heeft volgens ABP geen prijsopdrijvend effect, ook niet in de markt voor landbouwgrondstoffen’

Dat is bijvoorbeeld ook het argument waarmee het grootste Nederlandse pensioenfonds ABP zijn keuze verdedigt om te investeren in termijncontracten voor grondstoffen, hoewel die portefeuille naar eigen zeggen momenteel wordt afgebouwd. Een woordvoerder: ‘Goederentermijncontracten worden door producenten gebruikt om zekerheid te verkrijgen over de prijs waartegen goederen en voedsel verkocht kunnen worden, hetgeen prijsstabiliteit juist bevordert.’ Ze voegt daaraan toe dat deze beleggingen niet conflicteren met het eigen beleid voor duurzaam en verantwoord beleggen: ‘Het handelen in goederentermijncontracten heeft volgens ABP geen prijsopdrijvend effect, ook niet in de markt voor landbouwgrondstoffen.’ Dit is ook de visie van het pensioenfonds BpfBOUW.

Het Pensioenfonds Detailhandel zegt daarentegen juist vanwege de criteria voor verantwoorde beleggen níet in grondstoffen te investeren. ‘De risico’s zijn vaak hoog bij het beleggen in commodities en hedgefondsen.’ Ook het Pensioenfonds Vervoer stelt zich op dat standpunt.

Het metaalpensioenfonds PMT vindt dat beleggingen een ‘achterliggende economische activiteit’ moeten hebben. PMT belegt om die reden niet in grondstoffen: ‘Daar wordt vooral op een prijsstijging geanticipeerd.’

Jubelstemming

In de Verenigde Staten besloeg de strijd om positielimieten uiteindelijk een heel decennium. Nadat de Amerikaanse toezichthouder CFTC in 2010 de macht had gekregen om een maximum in te voeren, slaagde de lobby van financiële grootmachten als Goldman Sachs, JP Morgan en Barclays erin via een rechtszaak de invoering van limieten weer van tafel te vegen. 

Niet bewezen is dat dergelijke regulering ‘noodzakelijk’ is, zo klonk de uitspraak. Uiteindelijk lukte het daardoor pas om in 2020 wetgeving op te stellen. Maar die is zelfs in de top van toezichthouder CFTC omstreden vanwege het gebrek aan effectiviteit.

In Brussel leek het er daarentegen lange tijd op dat het algemeen belang het zouden winnen van beleggersbelangen. 

Progressieve partijen en maatschappelijke organisaties waren in een jubelstemming toen begin 2014 nieuwe regelgeving werd afgesproken voor het indammen van speculeren met grondstoffen. ‘Eindelijk hadden we een deal die werkelijk bakens verzette,’ memoreert Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks). ‘We waren daar oprecht blij mee.’

‘De Europese toezichthouder neemt beslissingen op basis van ongeverifieerde en intransparante data, voornamelijk  van de financiële sector’

Het bleek te vroeg gejuicht. De Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) werd verantwoordelijk voor de technische uitwerking van de nieuwe regels. En die Europese toezichthouder liet zich beïnvloeden door dezelfde financiële lobby die de Amerikaanse wetgever eronder had gekregen. 

Politicoloog Yiorgos Vassalos, die promoveerde op de ontwikkeling van Europese financiële regelgeving, haalde boven tafel hoe grote banken en brancheverenigingen van beleggers de Europese Autoriteit in 2014 en 2015 hebben beïnvloed. Hij sprak daarvoor onder anderen met een voormalig ESMA-medewerker en een lid van ESMA’s adviesgroep. Vassalos: ‘Op basis van ongeverifieerde en intransparante data, voornamelijk afkomstig van de financiële sector, worden beslissingen genomen. Er is geen objectieve methodologie voor de besluitvorming.’

Het resultaat: toezichthouder ESMA gaf dermate veel ruimte aan beleggers dat de positielimieten in de praktijk nog volop ruimte laten voor prijsbeïnvloeding. 

Pandemie-wetgeving

En dat is nog niet alles. Toen in 2020 de pandemie de wereld op haar kop zette, overtuigde de financiële sector de Europese Commissie ervan om de regels tussentijds te herzien. Het excuus: een snelle aanpassing was nodig om de economie op gang te houden. Een heleboel positielimieten werden toen alsnog opgeheven, met name op het vlak van energie.

‘Een basisprincipe werd genegeerd: het verband tussen voedselprijzen en andere prijzen als energie’

Jurist Marc-Olivier Herman, die namens de maatschappelijke organisatie Oxfam de Europese beleidsprocessen volgt, zag met lede ogen aan hoe de toch al riante speelruimte voor speculatie daarmee verder werd vergroot. 

Dat de positielimieten voor voedsel bij die herziening intact bleven, doet daar volgens hem niets aan af. ‘Een basisprincipe werd genegeerd: het verband tussen voedselprijzen en andere grondstoffenprijzen als energie. Het opheffen van limieten voor speculatie met andere grondstoffen zal dus ook de volatiliteit van voedselprijzen beïnvloeden.’

De nieuwe regelgeving werd in februari van 2022 van kracht, vlak voor het uitbreken van de ontwrichtende oorlog in Oekraïne die energie- en voedselprijzen tot recordhoogtes zou opjagen. 

Hoezeer de Brusselse quick fix de situatie verergert, is moeilijk te zeggen. De Europese Commissie had in haar haast nagelaten om onderzoek te doen naar het effect van de beleidswijziging. Blind voer ze op de adviezen van de financieel toezichthouder ESMA en op die van de financiële sector. 

De lidstaten en het Europees Parlement, waar de politieke urgentie sinds de vorige voedselcrisis was weggeëbd, zijn zonder veel slag of stoot gevolgd. Met alle lockdowns die gaande waren, hadden ze wat anders aan hun hoofd dan het matigen van de honger van beleggers.

Agenda van speculanten

En zo werd het 1 april 2022. In de ministerraad moest het kabinet de herziening van de Europese regels formeel nog bevestigen – wat die dag gebeurde. Terwijl Rutte na afloop tegen de verzamelde pers verklaarde er alles aan te doen om de pijn van prijsstijgingen te verzachten, was binnenskamers soepeltjes de agenda van de handelaren goedgekeurd. 

Het ministerie van Financiën stelt in een reactie dat Wopke Hoekstra, de voormalig minister van Financiën, vanwege het ontbreken van een impact assessment vooraf had geëist dat de Commissie geen controversiële onderwerpen in haar voorstel zou opnemen. Het opheffen van de positielimieten was naar inschatting van Hoekstra niet iets controversieels. Ook het huidige kabinet zegt ondanks de nieuwe voedsel- en energiecrisis de maatregelen van de Europese Commissie te steunen.

Dit jaar staat een grondige herziening van de wetgeving voor de financiële sector op de Europese agenda. De Commissie deed alvast een voorzet waaruit valt op te maken dat de energiemarkt definitief een streep kan zetten door positielimieten. 

Maar het laatste woord is aan de lidstaten en aan het Europees Parlement. De grote vraag is of zij de belofte van de G7-landbouwtop gestand zullen doen. Bestrijden ze inderdaad ‘het speculatieve gedrag dat de voedselzekerheid bedreigt’?

Met dank aan Casper Rouffaer