Een vierpersoonshuishouden verbruikt gemiddeld 200m3 water per jaar. Alleen huishoudens met een zwembad, dat ook gevuld wordt met leidingwater, verbruiken meer dan 300m3.

Water is steeds meer een product dat op de markt wordt verhandeld. Van wie is het 'blauwe goud'? Lees meer

Onderzoek naar de problematiek rond PFAS in ons drinkwater zette ons aan het denken over de kwetsbaarheid en de eindigheid van schone drinkwaterbronnen. Dit is immers geen geïsoleerd probleem. Allerlei fenomenen die onze landsgrenzen overstijgen bedreigen de kwaliteit van het drinkwater, overal ter wereld. De stijging van de zeespiegel, verwoestijning, verzilting en vervuiling door industrie. Niet voor niets wordt drinkbaar water ook wel aangeduid als ‘het blauwe goud’ en is water op veel plekken meer waard dan olie.

Wat zijn de gevolgen? Van wie is het drinkwater eigenlijk? Van ons allemaal, zou je zeggen. Maar in toenemende mate is water een product dat op de markt verhandeld wordt door private partijen. Wat betekent dat? En wie verdienen daaraan? Dat zijn vragen die Follow the Money gaat onderzoeken.

21 artikelen

Een vierpersoonshuishouden verbruikt gemiddeld 200m3 water per jaar. Alleen huishoudens met een zwembad, dat ook gevuld wordt met leidingwater, verbruiken meer dan 300m3. © Jan Boeve / ANP

Wie bakken leidingwater verbruikt, betaalt het minst

2 Connecties
50 Bijdragen

Droge zomers als die van 2018 en 2019 putten de Nederlandse drinkwatervoorraden uit. Om zuinig omgaan met drinkwater te stimuleren, bedacht de regering de leidingwaterbelasting. Huishoudens betalen belasting naar verbruik. Industriële grootverbruikers betalen veel minder voor gezuiverd water. Maandag komt dit ter sprake in de Tweede Kamer.

Belasting op leidingwater geldt in Nederland tot een verbruik van 300 kubieke meter. Daarboven is drinkwaterverbruik vrijgesteld van deze belasting. Dat leidt tot de scheve situatie dat huishoudens meer belasting betalen per kubieke meter dan grootverbruikers als chemische fabrieken.

De grootste waterverbruikers zijn industriële bedrijven in de chemische en voedingsindustrie. Zij verbruiken in totaal 132 miljoen m3 grondwater en 2980 miljoen m3 oppervlaktewater, waar ze vrijwel niets voor betalen, en 132 miljoen m3 leidingwater. Over dat gedeelte leidingwater betalen ze dus amper leidingwaterbelasting

Dat zorgt ervoor dat vrijwel alle huishoudens – tenzij ze een groot zwembad hebben – over hun totale verbruik leidingwaterbelasting betalen. Een bedrijf als Tata Steel verbruikt naar eigen zeggen in de periode 2018/19 ongeveer 33,9 miljoen kuub leidingwater per jaar en betaalt daar maar 100 euro leidingwaterbelasting over. 

Meer dan ooit is in Nederland te zien welke problemen droogte veroorzaakt. Zo geldt de veenbrand van dit voorjaar in de Deurnese Peel als grootste ooit en dalen de grondwaterstanden elke zomer dusdanig dat boeren de grond niet overal kunnen inzaaien. Voorlopig wordt het er ook niet beter op. Klimaatmodellen voorspellen dat extreem droge zomers in de toekomst veel vaker zullen voorkomen. Naast de economische schade van die droge zomers, die voor Nederland op ‘netto 900 tot 1650 miljoen euro’ geschat wordt, gaan ook de drinkwatervoorraden er in rap tempo doorheen. Drinkwaterbedrijf Vitens meldde eind mei dat het verbruik op piekmomenten met 70 procent was gestegen.

Samen met De Nieuws BV vroeg Follow the Money aan de Tweede Kamer of die niet opnieuw moet kijken naar een eerlijkere verdeling van deze drinkwaterbelasting. Laura Bromet (GroenLinks) vindt van wel: ‘Er zitten veel gifstoffen, bestrijdingsmiddelen en medicijnen in het water. Dat is duur om te reinigen en wordt alleen maar duurder. Iedereen moet daaraan meebetalen, ook de industrie. Het principe is: de vervuiler betaalt.’

Iedereen moet meer betalen

In 2013 boog de Nederlandse overheid zich over de vraag hoe we excessief leidingwaterverbruik konden tegengaan. Een deel van de oplossing was een verdubbeling van de leidingwaterbelasting. Vooral huishoudens betalen die rekening. 

Verbruikers betalen namelijk tot een verbruik van 300 m3 per jaar leidingwaterbelasting. Daarboven niet meer. Ter indicatie: een huishouden van vier personen verbruikt gemiddeld ongeveer 200 m3 per jaar. Dat betekent dus dat grootverbruikers buiten schot blijven, terwijl het juist de bedoeling was om via deze belasting het waterverbruik in te perken.

Om die reden werd in 2013 in een wetgevingsoverleg door de Tweede Kamer ook gekeken of grootverbruikers zoals Tata Steel niet méér konden betalen. Daar waren vrijwel alle partijen het er toen over eens. Zelfs toenmalig staatssecretaris van Financiën Frans Weekers (VVD) zei daarover: ‘In elk geval wordt beoogd dat het grootverbruik meer in de heffing wordt betrokken dan nu het geval is. Nu komt die cap er de facto op neer dat voor leidingwater niet meer dan 50 euro leidingwaterbelasting betaald wordt. Dat is natuurlijk buitengewoon gering.’

De Kamer besliste datzelfde jaar dat het plafond van 300 m3 verviel. Dat zou 80 miljoen extra belastinginkomsten opleveren. Tegen die beslissing kwamen de industrie en de drinkwatersector in opstand. Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven, meende dat de belasting niet de gewenste effecten opleverde.

Grootverbruikers vreesden dat de kosten van leidingwater met miljoenen gingen stijgen. De sector noemde bedragen die opliepen tot 3,3, 5,5 en 10 miljoen euro per jaar. Het ging om bedrijven als Tata Steel, maar ook bedrijven in de voedings- en chemische industrie die ontzettend veel water verbruiken.

Winning en verbruik van water, data uit 2016. Bron: CBS

Industrie gespaard

Uiteindelijk draaide de regering de beslissing om de belasting voor de industrie ook op te hogen terug. In een brief legt toenmalig (2014) staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes uit waarom: ‘De afgelopen maanden is overleg gevoerd met verschillende koepelorganisaties van bedrijven en andere partijen die betrokken zijn bij de wijzigingen in de leidingwaterbelasting. [...] Uit de inventarisatie is gebleken dat het vervallen van het heffingsplafond van 300 m3 per 1 juli 2014 leidt tot een groot aantal niet beoogde gevolgen.’ Zo zouden grootverbruikers afhaken, wat tot ‘negatieve milieueffecten’ leidt, omdat de belasting hergebruik van vervuild water ontmoedigt. Ook zou belastinginning ‘te complex’ worden.

Conclusie: grootverbruikers hoefden niet meer belasting gaan betalen op leidingwater, omdat dat niet het gewenste effect zou hebben. Maar de verdubbeling van de leidingwaterbelasting voor huishoudens, bleef wel gewoon nog in stand. 

Daarna lijkt het verhaal over en uit. Maar moet dat niet opnieuw bekeken worden, nu een tekort aan leidingwater ook voor het waterrijke Nederland een probleem dreigt te worden? Oppositiepartijen SP en GroenLinks vinden van wel. Beide partijen vinden dat de belasting op dit moment oneerlijk verdeeld is. Cem Laçin (SP): ‘Kosten voor huishoudens zijn gestegen op heel veel fronten: de huur, de energiebelasting, het drinkwater. Het beleid van de VVD is erop gericht dat bedrijven weinig lasten hebben. Kijk naar de winst- en dividendbelasting. Huishoudens worden niet ontzien. Dit besluit rondom drinkwaterbelasting is hier een goed voorbeeld van.’

GroenLinks-Kamerlid Laura Bromet vindt ook dat de argumenten die gebruikt zijn om de industrie te ontzien, niet allemaal even goed stand houden: ‘Volgens Wiebes zoekt de industrie andere manieren om aan water te komen, als drinkwater belast wordt. Waarom doet de industrie dat dan al niet? Drinkwater is heel waardevol. Daarbij vind ik dat veel argumenten voor de industrie net zo goed voor huishoudens gelden. Het is niet eerlijk dat de industrie een andere behandeling krijgt dan de huishoudens.’ 

Drie van de vier coalitiepartijen die we benaderden over dit onderwerp, wilden geen commentaar leveren en zeiden dat dit onderwerp geen prioriteit heeft, ondanks dat ze de droogteproblematiek zeggen serieus te nemen.

Ondernemersorganisatie VNO-NCW en VEMW, belangenbehartiger voor de zakelijke energie- en watergebruikers, drongen toentertijd aan de leidingwaterbelasting niet te verhogen, en staan daar nu nog steeds achter. VEMW: ‘De verhoging van de belasting op leidingwater was een schoolvoorbeeld van slecht en ondoordacht beleid. Met de invoering van de maatregel zou het omgekeerde bereikt van de oorspronkelijke duurzaamheidsdoelstelling. De regels zouden namelijk tot gevolg hebben dat nu nog onbelaste leveringen van water, dat meermaals in industriële productieprocessen wordt toegepast, zouden worden belast.’

Naar aanleiding van dit onderzoek wordt onder andere dit onderwerp behandeld tijdens het Algemeen Overleg Water, waar de Tweede Kamer onder andere de droogte, drinkwaterkwaliteit en klimaatadaptatie bespreekt. 

Verder onderzoek

Op welk onderzoek en welke inventarisaties zijn de argumenten die Eric Wiebes noemt in zijn brief gebaseerd? En zijn dit de enige argumenten uit deze inventarisatie of zijn er meer kanten aan dit verhaal? Oftewel: was het echt noodzakelijk om het besluit dat de Tweede Kamer nam zo resoluut terug te draaien? Dat zoekt Follow the Money samen met De Nieuws BV (NPO Radio 1) uit.

Lees verder Inklappen