Kunnen we ons monetaire systeem op een eerlijker manier organiseren? Lees meer

Waarom is de creatie van geld in handen van – particuliere – banken? En moet dat altijd gepaard gaan met schuld? Ofwel: kunnen we ons monetaire systeem op een eerlijker manier organiseren?

Dat zijn vragen waar menig econoom zijn tanden op heeft stukgebeten. Toneelgroep De Verleiders zette een brede discussie in gang door op te roepen tot een burgerinitiatief. Met 120.000 handtekeningen moest de politiek wel reageren en nadenken over de aard en het wezen van ons geld en hoe het wordt gecreëerd. Dat leidde tot een opdracht voor de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) om onderzoek naar geldschepping te doen.

Op Follow The Money begon het debat in 2015, toen auteur en voormalig bankenlobbyist Robin Fransman reen open brief aan het toneelgezelschap schreef, die werd beantwoord door Martijn Jeroen van der Linden, bestuurder van de stichting Ons Geld. Daarnaast gaven tientallen lezers in het discussieforum hun visie op wat misschien wel de grote vraag van het moment is: van wie is ons geld eigenlijk?

81 artikelen

Waarom cryptocurrencies ons geldstelsel radicaal zullen veranderen

Rekenen we straks onze boodschappen af met Bitcoin, of komt de overheid met een digitaal alternatief? FTM-journalist Thomas Bollen schuift vandaag aan bij een rondetafelgesprek over cryptocurrencies in de Tweede Kamer. Zijn inzet: de opkomst van cryptomunten zal ons geldstelsel radicaal veranderen.

De commissie voor Financiën organiseert vandaag een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over cryptocurrencies. Als journalist die hierover geregeld publiceert op FTM, ben ik uitgenodigd om deel te nemen, naast onder anderen Teunis Brosens van ING en Rutger van Zuidam van Dutchchain. Aanleiding voor dit rondetafelgesprek is de wereldwijde populariteit van cryptomunten. Ook steeds meer Nederlanders bezitten cryptomunten, waarvan er inmiddels meer dan 1450 op de markt zijn. De totale marktwaarde van cryptomunten fluctueerde de afgelopen week tussen de 400 en 700 miljard dollar. 'Tien jaar geleden had niemand van bitcoin gehoord en nu is het algemeen bekend,’ schrijft the Bank of International Settlements (BIS). Niemand kan nog om de opkomst van cryptomunten heen – dus ook de Nederlandse overheid niet. 

Wat ik onder andere op tafel wil leggen, is de idee dat de populariteit van Bitcoin en andere cryptomunten voor een revolutie in het betalingsverkeer zou kunnen zorgen die ons monetaire systeem op zijn kop zet. Om te begrijpen waarom, moeten we eerst een aantal vragen beantwoorden over het geld dat we nu gebruiken. Waar komt ons geld vandaan en wat zijn de onderscheidende kenmerken van cryptomunten, contant geld en banktegoeden?

We betalen nauwelijks met écht geld

We kennen in de eurozone een Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB), waarvan onze Nederlandsche Centrale Bank (DNB) onderdeel is. Deze centrale banken zijn publieke instellingen met als belangrijkste taak het zorgen voor de stabiliteit van de euro. 

Centrale banken geven fysieke bankbiljetten (contant geld) uit en commerciële banken kunnen er (digitale) tegoeden aanhouden. De inwoners van de eurolanden hebben alleen toegang tot de fysieke bankbiljetten van de centrale bank. Burgers kunnen er namelijk geen rekening openen. 

Giraal geld is geen ‘écht’ geld, maar een vordering op een private bank

Als we met onze pinpas of via internet betalen, betalen we dus niet met geld van de centrale bank, maar met giraal geld, dat wordt uitgegeven door commerciële banken. In Van kauri tot euro, een boekje over de geschiedenis van het geld, omschrijft DNB dat als volgt: 'Tegenwoordig bankieren veel mensen via internet, dus zelfs helemaal zónder papier. Aan al die betalingen komt geen "echt" geld meer te pas, dus geen munten of bankbiljetten. Wij noemen zulk geld ‘giraal’ geld.' 

De term ‘écht geld’ moeten we in deze context letterlijk nemen: giraal geld is namelijk geen ‘écht’ geld, uitgegeven door centrale banken – als ‘wettig betaalmiddel’ –maar een vordering op een private bank: een gangbaar, maar geen wettig betaalmiddel. Voor ons betalingsverkeer gebruiken we dus grotendeels vorderingen op private banken in plaats van écht geld. Dat wat we geld noemen, is dus geen eenduidig begrip. 

Monetaire objecten versus monetaire vorderingen

De definitie van geld is een ingewikkelde kwestie: er zijn boeken over volgeschreven. Om een goede discussie te kunnen voeren over geld, wil ik daarom twee nieuwe begrippen introduceren: monetair object en monetaire vordering/monetaire claim. Het onderscheid tussen monetaire objecten en monetaire vorderingen is essentieel voor de discussie over ons geldstelsel.

Contant geld is een fysieke vorm van een ‘monetair object’ – een object dat gebruikt wordt voor betalingen. Fysieke monetaire objecten zijn ‘roerende zaken’ met ‘betaalkracht’. Dat betekent dat je ermee kunt betalen door het object over te dragen aan een ander. Ze zijn in essentie geen claim op de entiteit die ze uitgeeft (hoewel de centrale banken ze wel als zodanig registreren). Een monetair object is geen vordering, maar het eigendom van de rechthebbende. 

In gevangenissen gelden sigaretten als betaalmiddel – dat zijn dan ook monetaire objecten

Dit klinkt misschien wat ingewikkeld, maar het komt hierop neer: de betaalkracht van monetaire objecten is niet afhankelijk van het goud of het schuldpapier dat de centrale bank op de balans heeft staan, maar van het publieke vertrouwen in het object zelf als betaalmiddel. Zelfs als de centrale bank failliet zou gaan, kunnen deze objecten hun betaalkracht behouden, omdat het publiek ze blijft gebruiken als geld. De munten en biljetten blijven als betaalmiddel circuleren in de economie. Om een ander voorbeeld te geven dat we allemaal weleens in een film hebben gezien: in gevangenissen worden sigaretten gebruikt als betaalmiddel – dat zijn in dat geval ook monetaire objecten. Wanneer Marlboro failliet zou gaan, blijven de sigaretten in omloop gewoon dienstdoen als betaalmiddel. Op het moment dat de sigaretten opgerookt worden, zal er vanzelf behoefte ontstaan naar nieuwe monetaire objecten om mee te betalen. 

Banktegoeden bij commerciële banken zijn geen monetaire objecten, maar monetaire vorderingen op de bank. Aan die vorderingen kleeft een kredietrisico: als de bank failliet gaat, is je claim ook niets meer waard. De monetaire claim verliest zijn betaalkracht, want niemand accepteert een vordering op een failliete bank als betaling voor diensten of producten. Vergelijk het met een cadeaubon van de V&D, een vordering op de producten van het warenhuis. Zo’n cadeaubon had ‘betaalkracht’, tot de V&D omviel en die bonnen in één klap waardeloos waren.  

Contant geld is momenteel het enige monetaire object, uitgegeven door een publieke instelling,  waartoe de burger toegang heeft. Op het moment dat je giraal geld pint van je bankrekening, zet je een vordering op jouw private bank om in een publiek monetair object. Die fysieke vorm van contant geld voldoet echter steeds slechter aan de eisen die onze moderne samenleving stelt aan een betaalmiddel. Het is erg ongemakkelijk om contant geld te verplaatsen over grote afstanden en niet mogelijk om met klinkende munt te betalen bij Amazon of Bol.com. Binnen onze globale economie is daarom het gebruik van digitale banktegoeden – monetaire vorderingen – de norm geworden. Contant geld is grotendeels verdwenen en zo is de betaalinfrastructuur stilzwijgend geprivatiseerd. 

De macht over ons geld ligt voor het grootste deel bij private partijen

De burger is zelfs verplicht om belasting te betalen met privaat giraal geld – er is immers geen digitaal publiek alternatief beschikbaar: een bizarre situatie die de uitzonderlijke positie van commerciële banken binnen het huidige monetaire ontwerp onderstreept. De macht over ons geld ligt voor het grootste deel bij private partijen en niet bij onze democratisch gekozen overheid. Het primaire doel van die private banken – winst maken – is lang niet altijd in lijn met het publieke belang dat de overheid dient. Daar komt bij dat de grote afhankelijkheid van (girale) banktegoeden voor ons dagelijkse betalingsverkeer een aanhoudend risico vormt voor de financiële stabiliteit.

De digitale revolutie

En toen was er ineens Bitcoin: de eerste cryptomunt en in potentie een digitaal monetair object. Digitale monetaire objecten zijn eenvoudig over grote afstanden te verplaatsen, maar kennen niet de nadelen van monetaire vorderingen. Er kleeft geen kredietrisico aan, want ze zijn op naam (of rekeningnummer) geregistreerd en ze zijn geen claim op een tegenpartij die failliet kan gaan. Digitale monetaire objecten kunnen zorgen voor voldoende (digitale) liquiditeit in onze economie, maar dan zonder het kredietrisico van giraal geld. Ze hebben daarom de potentie om een revolutie in het betalingsverkeer teweeg te brengen, die – mits in goede banen geleid – de stabiliteit van ons financiële systeem ten goede komt. Digitale monetaire objecten kunnen de maatschappelijke afhankelijkheid van private banken voor het betalingsverkeer reduceren.

Vóór Bitcoin was er ook al de mogelijkheid om een digitaal object uit te geven dat je kunt gebruiken als betaalmiddel. Maar de blockchain-technologie achter Bitcoin opent allerlei nieuwe deuren voor een grootschalige transitie in het digitale betalingsverkeer. De blockchain-technologie maakt het mogelijk om digitale munten uit te geven en te administreren via gedistribueerde, open source netwerken. Dat zijn transparante netwerken die op basis van consensusmodellen worden gecontroleerd. De nieuwe mogelijkheden zijn legio: dit kan niet alleen het einde betekenen van kredietrisico op digitaal geld, maar ook een verbeterde veiligheid, transparantie, privacy en een hogere efficiënte opleveren. Het biedt mogelijkheden voor apolitieke munten, smart contracts en goedkope internationale transacties. Je kunt munten zelfs zo programmeren dat iedereen (of bepaalde controlerende instanties) kan inzien wat er gebeurt en daarmee bureaucratie, censuur en corruptie zo goed als uitbannen. Het is mogelijk geworden om voor specifieke doeleinden verschillende munten te gebruiken – afhankelijk van de gewenste eigenschappen van de munt voor die toepassing.

Innovatie en experiment versus risico en regulering

Dit klinkt voor veel mensen nog als een ver-van-mijn-bed-show. Hoewel de populariteit van cryptomunten toeneemt is er ook een grote groep onder de bevolking die huiverig is voor de onbekende betaalmiddelen. Er gaan namelijk ook allerlei negatieve verhalen over cryptomunten rond: het is een bubbel en het volledig ongereguleerde casino van Initial Coin Offerings (ICO’s) waarmee nieuwe cryptomunten worden uitgegeven, vormt een uitgelezen platform voor oplichterij. Deze verhalen berusten grotendeels op waarheid: de wereld van cryptocurrencies is het Wilde Westen van de financiële wereld. Cryptomunten vallen nu namelijk nog buiten het gebruikelijke financiële begrippenkader, en daarmee ook buiten toezicht. Dat komt doordat het geen contractuele vorderingen zijn. Cryptomunten vallen zelfs niet onder de definitie van elektronisch geld of financieel product in de zin van de Wet op het financieel toezicht (Wft). 

Afgelopen week verdampte er 300 miljard dollar in de cryptomarkten, maar de reële economie merkte daar niets van

Op dit moment worden de meeste van de 1450 verhandelbare cryptomunten – inclusief Bitcoin – slechts beperkt als betaalmiddel gebruikt. Ze fungeren vooral als zéér speculatieve beleggingsobjecten waarvan de prijs enorm fluctueert. Het verbieden van cryptomunten is echter nergens voor nodig. Speculatie in cryptomunten heeft namelijk bijna geen invloed op de reële economie en zorgt (vooralsnog) niet voor systeemrisico's – in tegenstelling tot de risico’s die banken nemen met hun beleggingen of het uitlenen van geld. Risico en beloning zijn bij speculatie in cryptomunten direct met elkaar verbonden, net als bij een avondje in het casino; er zijn geen overheidsgaranties zoals die er voor giraal geld wel bestaan. Afgelopen week verdampte er 300 miljard dollar in de cryptomarkten, maar de reële economie merkte daar niets van. Alleen de fervente crypospeculanten zweetten peentjes. Als de koersen in de reguliere financiële wereld met 20 procent omlaag zouden gaan, zijn de gevolgen lang niet zo onschuldig. 

Digitale (private) munten hoeven dus niet verboden te worden, maar regulering is wel wenselijk. Ze verdienen daarom een plekje binnen de wetgeving en het financiële toezicht. Als de regulering op ICO’s en cryptobeurzen op een goede manier wordt ingericht, kunnen oplichters worden aangepakt, zonder dat innovatie onnodig wordt afgeremd. Het stimuleren van innovatie en experiment is van groot belang om de technologie achter cryptomunten – die nog in de kinderschoenen staat – door te ontwikkelen. Cryptomunten hebben zoals gezegd de potentie om een monetaire revolutie teweeg te brengen die het beste van twee werelden samenbrengt: de stabiliteitsvoordelen van contant geld en het gebruiksgemak van giraal geld.

Door de overheid uitgegeven cryptomunten 

Om die revolutie in goede banen te leiden is verdere technologische ontwikkeling nodig, maar bovenal een debat over de gewenste inrichting van ons geldstelsel. De Nederlandse bevolking heeft namelijk recht op risicovrij publiek geld om te sparen en te betalen – en dat aansluit bij de gebruikseisen van deze tijd. Dat wil zeggen: een digitaal monetair object, uitgegeven door een publieke instelling – en niet een monetaire vordering, uitgegeven door private banken. 

DNB heeft hier amper over gepubliceerd, maar andere centrale banken deden uitgebreid onderzoek. De Zweedse Riksbank schrijft: ‘Een e-munt kan complementair zijn aan contant geld als een door de overheid gegarandeerd betaalmiddel zonder kredietrisico – beschikbaar voor het algemene publiek in digitale vorm.’ De Bank of England concludeert dat de uitgifte van digitale munten door de centrale bank economische groei en financiële stabiliteit oplevert: ‘Digitaal centrale-bankgeld kan het bruto nationaal product (bbp) verhogen met zoveel als 3 procent, door het reduceren van de reële rente, verstorende belastingen, en monetaire transactiekosten. [ ] Het verbetert de mogelijkheden van de centrale bank om de business-cyclus te stabiliseren.’ 

De waardeontwikkeling van cryptocurrencies hangt samen met de verwachting dat ze ooit gangbaar zullen worden als geld

Het is daarom zeer wenselijk dat ook de Nederlandse overheid (in Europees verband) een traject in gang zet voor de uitgifte van digitale munten door de centrale bank. Of bij voorkeur door een (nieuw op te richten) democratisch gecontroleerd overheidsorgaan, dat minder verweven is met het huidige bankwezen en de financiële markten – zoals burgerinitiatief Ons Geld bepleit. DNB is namelijk niet neutraal in deze kwestie, maar is als centrale clearing en kredietinstelling van de banken actief betrokken bij de bedrijfsvoering van commerciële banken. Het is daarom wenselijk dat er passende kaders worden gecreëerd voor de afbakening van verantwoordelijkheden en belangen.

Het is belangrijk om te beseffen dat commerciële banken – mede dankzij hun sterke lobby – ook na de kredietcrisis van 2007-09 hun buitengewone positie binnen onze monetaire inrichting hebben weten te behouden: nog steeds gebruiken wij voor het grootste deel van ons betalingsverkeer de monetaire vorderingen op banken. Het risico op nieuwe systeemcrises is daarom onverminderd groot. De waardeontwikkeling van cryptocurrencies is in die zin niet los te zien van ons huidige geldstelsel, maar hangt samen met de verwachting dat ze ooit gangbaar zullen worden als geld. Cryptomunten gaan tenslotte de concurrentie aan met banken in het betalingsverkeer en zouden de dominante rol van giraal geld binnen ons geldstelsel kunnen reduceren. Dat kan positief werken op de financiële stabiliteit en is wenselijk vanuit het oogpunt van vrije mededinging, een groot goed binnen de Europese Gemeenschap. 

Monetair beleid in een digitaal geldstelsel 

Om grip te houden op monetair beleid is het echter wel van belang dat de overheid niet alleen private munten gaat reguleren, maar ook met een eigen digitale munt komt. Als het publiek massaal overstapt op cryptomunten staan de overheid en centrale bank anders buitenspel in het beïnvloeden van de maatschappelijke geldhoeveelheid. Bovendien biedt het mogelijkheden voor het voeren van veel directer Quantitative Easing (QE)-beleid zonder marktverstoring: QE for the People (ook  wel helikoptergeld genoemd), wat in het huidige monetaire stelsel ondenkbaar is en praktisch onuitvoerbaar. 

De dominante rol van giraal geld binnen ons betalingsverkeer zal hoogstwaarschijnlijk verdwijnen – zoals ook de rol van contant geld veranderd is. Banken zullen een andere functie gaan vervullen binnen onze maatschappij. Deze transitie zal goed begeleid moeten worden om de financiële stabiliteit te waarborgen. Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat het uiteindelijke resultaat een stabieler en beter bestuurbaar financieel systeem zal zijn. 

Om adequaat te anticiperen op de razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van cryptomunten is wel enige spoed geboden voor overheidsparticipatie. Reactief handelen is geen optie als de overheid controle wil houden over monetair beleid en geen partij aan de zijlijn van het monetaire stelsel wil worden. Het tegenhouden van innovatie is zelden de beste strategie; een proactieve inzet voor een geloofwaardig publiek alternatief voor zowel private cryptomunten als giraal geld des te meer. 

De politiek is aan zet om het geldstelsel van de toekomst vorm te geven en dat vereist een breed publiek debat. Het rondetafelgesprek van vandaag is een hoopvolle stap richting dit debat. Vrijdag volgt een verslag.

Position paper

Voor dit rondetafelgesprek schreef Thomas een position paper waarin hij bovenstaande visie uiteenzet. De volledige paper is hier te downloaden. Het gesprek is live te volgen op de website van de Tweede Kamer op 24-01-2018 tussen 10:00 en 12:30.

Lees verder Inklappen