© Flickr/ EU Exposed

Waarom eurosceptische burgers het Europees Parlement niet erkennen

Moeten Nederlandse Europarlementariërs naar hun Nederlandse achterban luisteren? Het Europees Parlement vindt eigenlijk van niet: Europarlementariërs vertegenwoordigen niet de burgers uit hun eigen land, maar burgers uit de hele EU. Wat zou de achterban daarvan denken?

De persberichten vanuit het Europees Parlement (EP) laten geen onduidelijkheid bestaan over de politieke visie van de gekozen volksvertegenwoordigers in Brussel: de belangrijkste fracties in het parlement zijn voor meer Europese integratie. Zij maken samen een ruime meerderheid uit van het parlement. Of het nu gaat om milieuregels, grondrechten, buitenlandbeleid of de interne markt; altijd pleit een meerderheid voor meer EU. Dat wringt in toenemende mate, aangezien de kritiek in de lidstaten op al die Europese plannen aanzwelt.

Europarlementariërs krijgen mede daarom regelmatig de vraag wat hun perspectief is. Moeten zij kijken naar de belangen van kiezers uit hun eigen lidstaat en dus een nationaal perspectief aannemen? Of moeten Europarlementariërs die nationale blik vervangen door een Europese? In dat geval vertegenwoordigen zij niet alleen de burgers uit hun eigen lidstaat, maar staan ze voor alle 'Europese burgers'. Nederlandse leden komen dan bijvoorbeeld ook op voor de belangen van burgers uit Duitsland en Denemarken. 

​Wie representeert het Europees Parlement?

Hoewel op deze vraag geen eenduidig antwoord bestaat, heeft het EP een sterke voorkeur: het parlement ziet zichzelf nadrukkelijk niet als optelsom van volksvertegenwoordigers uit lidstaten, maar als een collectief dat staat voor Europese burgers. Zie hier het onderwerp van het proefschrift waar voormalig GroenLinks-Europarlementariër Kathalijne Buitenweg dit najaar op promoveerde. Wie wordt er nu werkelijk door het Europees Parlement vertegenwoordigd?

Het Hof bepaalde dat het Europees Parlement geen vertegenwoordigend orgaan is van 'een soeverein Europees volk'

Buitenweg begint haar speurtocht in juni 2009, aan het einde van haar tweede termijn in Brussel. Het Duitse Constitutionele Hof deed toen een uitspraak over deze fundamentele vraag. Het Hof bepaalde dat het Europees Parlement geen vertegenwoordigend orgaan is van 'een soeverein Europees volk'. Volgens het Hof is het EP ontworpen als een vertegenwoordiging van volkeren uit verschillende lidstaten, niet als een orgaan dat alle Unie-burgers vertegenwoordigt.

Nederlanders of Europeanen?

Dit toont het verschil tussen de werkelijkheid van eurofiele Europarlementariërs en die van het Duitse Constitutionele Hof: Buitenweg zag zichzelf nooit als vertegenwoordiger van de Nederlanders, maar was lid van een Europese politieke groep en voelde zich vertegenwoordiger van groene stemmers uit heel Europa. Volgens het Duitse Hof kan dat niet omdat er geen Europese verkiezingsprocedure bestaat die alle burgers een gelijke stem geeft. De stemmen van burgers uit kleine landen tellen zwaarder dan die uit grote landen.

Duitsers kunnen niet door Nederlanders worden weggestemd

Eurosceptische burgers zullen de uitspraak van het Duitse Hof toejuichen. Er moet volgens hen een directe relatie zijn tussen degenen die een Europarlementariër kiezen en de standpunten die de gekozen parlementariër vervolgens uitdraagt. Nederlanders stemden op Nederlandse Europarlementariërs, die dus naar Nederlandse kiezers moeten luisteren. Wanneer deze Nederlandse parlementariër Europese burgers vertegenwoordigt, verwatert de Nederlandse invloed op Brussel. En al vertegenwoordigen in die situatie ook bijvoorbeeld Duitse Europarlementariërs de Nederlandse burgers, die Duitsers kunnen niet door Nederlanders worden weggestemd.

Representatieve autonomie

Buitenwegs visie staat hier lijnrecht tegenover: het Europees Parlement moet zelf bepalen wie zij vertegenwoordigt. Deze 'representatieve autonomie' is de claim die volksvertegenwoordigers uitspreken over wie — welke burgers of wat voor burgers — zij vertegenwoordigen. Het EP wil graag dat dit 'de Europese burger' is. Dit moet volgens Buitenweg een geloofwaardige claim zijn; anderen moeten deze claim als het ware aanvaarden en het moet niet alleen de mening van het Europees Parlement zelf zijn. Met andere woorden: niet-Europarlementariërs moeten vinden dat het Europees Parlement gelijk heeft als ze zegt voor 'Europese burgers' te spreken.

Moet het Europees Parlement zelf bepalen wie zij vertegenwoordigt?

Het is daarom verrassend dat Buitenwegs proefschrift wel ingaat op de autonomie van het Europees Parlement om zelf te bepalen wie ze vertegenwoordigt, maar dat niet wordt onderzocht of burgers het eens zijn met de claim die het Europees Parlement vervolgens maakt: dat ze namens EU-burgers spreekt. De kans lijkt groot dat een aanzienlijk deel van het electoraat de claim dat Europese burgers bestaan op zich al verwerpt, laat staan dat dit een door burgers geaccepteerd mandaat van het Europees Parlement kan zijn.

Burgers willen vermoedelijk liever dat het parlement gewoon naar de eigen kiezers luistert. Dan zijn die parlementariërs immers aanspreekbaar op hun te eurofiele standpunten.