
In Nederland houden tientallen overheidsorganisaties en honderden particuliere onderzoeksbureaus zich bezig met fraudebestrijding. Geen wonder dat de aanpak versnipperd is en nauwelijks effectief. Deel twee in een serie artikelen over fraudebestrijders in Nederland: wie zijn ze, wat doen ze, hoe werkt het?
‘Een slechte spionagefilm, compleet met auto-achtervolgingen, gluuroperaties en verborgen camera’s,’ zo omschreef een bijstandsgerechtigde een tijdje terug in de Volkskrant de jacht die de sociale dienst op haar had geopend nadat ze verdacht werd van fraude. De verdenking: ze zou samenwonen zonder dat opgegeven te hebben.
Na een anonieme tip bleken vier rechercheurs haar in twee maanden tijd maar liefst 97 keer te hebben bespied, onder meer met een camera in een auto en door haar te achtervolgen wanneer als ze haar kinderen naar sport bracht. De rechter sprak van een ‘ernstige inbreuk’ op haar privéleven en sprak haar vrij.
Ik schrijf als journalist al decennia over fraude en misdaad en vond het een verbijsterend verhaal. Wie veel bij de politie rondloopt en regelmatig spreekt met rechercheurs, weet hoe ontzettend lastig het is om een verdachte te laten observeren. Er is een schreeuwend tekort aan observatieteams (‘OT’s’ in het jargon). Hierdoor moet de recherche voortdurend zware jongens laten lopen – ook als er sterke aanwijzingen zijn voor bijvoorbeeld grootschalige drugsmokkel, fraude of witwassen. In februari bracht Jan Struijs, voorzitter van de Nederlandse Politiebond, de ‘Noodkreet recherche’ uit. De ondertitel: ‘Waar blijft onze versterking?’
In die Noodkreet stelt de Politiebond dat de onderbezetting bij de ondersteunende diensten – zoals observatie, infiltratie, inlichtingen, digitale expertise – ertoe leidt dat die diensten gemiddeld slechts 30 procent van de aanvragen in behandeling kunnen nemen. ‘Onderzoeken duren daardoor onnodig lang of worden voortijdig afgebouwd,’ zo valt te lezen. Ook bij de Fiod moeten ze voortdurend scherpe keuzes maken en daarom heel wat veelbelovende fraudezaken laten lopen. Er is domweg veel te weinig capaciteit.
Eerder deze week won Bart de Koning de jaarlijkse Anti Fraude Award, die hem werd uitgereikt op het Fraude FilmFestival in Amsterdam. De prijs is bedoeld voor mensen of organisaties die op een inventieve of inspirerende manier fraude te lijf gaan. De Koning won de prijs voor zijn boek Vriendjespolitiek: fraude en corruptie in Nederland, waarin hij beschrijft hoe fraude en corruptie onze rechtsstaat en het vertrouwen van de burger aantasten. Een voorpublicatie van dat boek stond eerder op Follow the Money.
Ik bedoel maar te zeggen: een verdachte twee maanden lang in totaal 97 keer kunnen observeren, inclusief met in geparkeerde auto’s verborgen camera’s, is voor Nederlandse rechercheurs een enorme luxe. Maar bij een vrouw met een uitkering die anoniem beschuldigd is van samenwonen kan het blijkbaar wél.
Waarom moet een bijstandsmoeder voorkomen, maar wordt er bij ING niemand vervolgd voor grootschalig witwassen?
Het artikel over de doorgeslagen jacht op de bijstandsfraudeur verscheen enkele maanden nadat ik het manuscript van ‘Vriendjespolitiek. Fraude en corruptie in Nederland’ had voltooid, maar het verhaal zou er naadloos in gepast hebben. Het is immers een kant van fraudebestrijding in Nederland die voor een buitenstaander vaak lastig is te begrijpen. Waarom moet een bijstandsmoeder wél voorkomen, maar wordt er bij ING niemand vervolgd voor grootschalig witwassen – terwijl de bank zojuist een schikking van 775 miljoen euro heeft mogen aftikken? En waarom zitten de gevangenissen vol met drugskoeriers die aan de grens gepakt zijn met een paar kilo cocaïne of heroïne, maar mochten de Rabobankiers die de miljarden van de Mexicaanse drugsmafia witwasten eerder dit jaar schikken voor 295 miljoen euro? Zoals ze ook al mochten schikken in de Libor-zaak, waarin Rabobankiers op grote schaal verboden afspraken maakten over rentetarieven?
De Nederlandse fraudebestrijding roept meer vragen op. Om te beginnen is al onduidelijk wat fraude nu precies is. Het is daarnaast onbekend hoeveel fraude er is, het is lastig om een overzicht te krijgen van wie het allemaal bestrijden, het is onbekend hoe effectief de bestrijding is en welke strategie de overheid daarbij hanteert – als het woord ‘strategie’ al niet te veel eer is. Waarom wordt de een wel vervolgd en de ander niet?
Over die vragen gaat dit artikel.
Wat is fraude?
‘Fraude’ is een raar woord. Journalisten gebruiken het elke dag in nieuwsverhalen, politici hebben er de mond vol van en duizenden ambtenaren zijn dagelijks in de weer om het te bestrijden. Toch staat het niet in het wetboek van strafrecht.
Dat betekent natuurlijk niet dat het niet bestaat of niet strafbaar is. Het is alleen een containerbegrip waar heel erg veel onder valt. Denk aan belastingontduiking, zwart werken, corruptie, illegale prijsafspraken, sjoemelen met eindexamenresultaten, kunstvervalsingen, vervalste onderzoeksresultaten in de wetenschap, verzonnen of geplagieerde verhalen in de journalistiek, bedrog in de sport, babbeltrucs aan de deur, oplichting op Marktplaats, piramidespelen en boekhoudschandalen bij beursgenoteerde bedrijven.
De omvang van fraude is lastig te meten. Fraudeurs melden hun omzet immers niet
Omdat fraude zo veel vormen heeft, struikel je ook over de verschillende definities van fraude. Een praktisch bruikbare omschrijving komt uit Fraude ontrafeld, het proefschrift van criminoloog Alan Kabki over de werkwijze en drijfveren van fraudeurs: ‘Een opzettelijke handeling waarbij natuurlijke personen of rechtspersonen – door gebruik van valse voorwendselen, het verschafffen van onjuiste informatie en/of het schenden van vertrouwen – worden misleid met het oogmerk om (financieel) voordeel te behalen ten koste van deze personen of organisaties.’
Hoeveel fraude is er in Nederland?
De omvang van fraude is lastig – om niet te zeggen onmogelijk – te meten: fraudeurs melden hun omzet immers niet bij het CBS. Wie op zoek gaat naar schattingen, struikelt over de verschillende miljardenbedragen, die afhankelijk van de onderzoekers ook weer wild uiteenlopen.
Het juiste bedrag is per definitie niet vast te stellen: het is in het beste geval een educated guess. In 2013 schatte de Rekenkamer de totale Nederlandse belastingfraude bijvoorbeeld op minimaal vier miljard euro, de zorgfraude op 2 à 3 miljard en uitkeringsfraude op circa 1 miljard. De totale maatschappelijke schade door fraude is ook wel eens geschat op 18,5 miljard euro.
Hoe het ook zij: die bedragen zijn nog nooit teruggevonden in de echte wereld. Uitkeringsfraude is daar een goed voorbeeld van. Hoewel politici al sinds de jaren tachtig stoere taal uitslaan over uitkeringsfraude en de ene spijkerharde maatregel op de andere snoeiharde controle hebben gestapeld, valt het met de daadwerkelijk aangetroffen uitkeringsfraude nogal mee. In 2011 constateerde de overheid voor €153 miljoen aan fraude met uitkeringen, met wat schommelingen tussendoor daalde dat tot €137 miljoen in 2015. Het ging daarbij om 46.300 gevallen, met een gemiddeld fraudebedrag van bijna 3.000 euro. In totaal is er bij 0,64 procent van alle uitkeringen fraude geconstateerd.
Dat zegt natuurlijk niets over de werkelijke fraude: daar zijn per definitie geen betrouwbare cijfers over, omdat fraudeurs zich nu eenmaal altijd aan het zicht proberen te onttrekken. Feit is wel dat er na decennia van bikkelharde retoriek, massale bestandskoppelingen en preventieve huiszoekingen – waarbij onder andere tandenborstels werden geteld en wasmanden werden doorzocht op ondergoed – kennelijk niet meer uitkeringsfraude te vinden is dan iets tussen de 135 en 150 miljoen euro. Dan moeten we óf concluderen dat die miljardenfraude er domweg niet is, óf dat de overheid veel slimmer moet gaan zoeken.
Wie bestrijden het?
Omdat fraude veel vormen kan aannemen, is ook de bestrijding ervan enorm versnipperd. Bijgaand overzicht is afkomstig uit het standaardwerk Fraude: fraude en fraudebestrijding in Nederland.

Het schema suggereert overigens een soort ordening die er niet is: het is domweg een overzichtelijke weergave van instanties die ‘iets’ met fraude doen, elk op hun eigen terrein, soms in samenwerking met andere organisaties, soms ook niet. Het schema laat vooral de publieke kant zien: banken en verzekeraars zijn de enige private partijen die hier vermeld worden, terwijl ook onderzoeksbureaus als Hoffman Bedrijfsrecherche, de afdelingen forensic accountancy van Deloitte, KPMG en EY enzovoort en honderden kleinere bureaus fraude bestrijden. Of denk aan curatoren, die bij talloze faillissementen fraude tegenkomen.
Hoeveel mensen zich in totaal bezighouden met fraudebestrijding in Nederland weten we niet. Om een simpel voorbeeld te noemen: het is niet bekend hoeveel sociaal rechercheurs er in Nederland zijn. Zelfs hun eigen beroepsorganisatie, de Stichting Landelijk Contact Sociaal Rechercheurs, houdt dat niet bij. Ook elders zijn geen overzichten van professionele fraudebestrijders te vinden. Wie behoudend meet, komt op een schatting van hooguit een paar duizend mensen die het fulltime doen. Wie royaal meet, komt op honderdduizenden mensen, omdat iedere ambtenaar bij de Belastingdienst of Sociale Dienst, iedere bijzondere opsporingsambtenaar, iedere inspecteur of toezichthouder wel eens tegen fraude zal aanlopen – of daar op zijn minst beroepsmatig alert op zou moeten zijn.
Hoe wordt fraude vervolgd?
Schrijven over fraudebestrijding in Nederland is ook schrijven over schijnheiligheid. ‘Ik hou van Nederland, zolang ze bij Justitie nog van klasse zijn,’ zong Jaap Fischer al. De voorbeelden liggen voor het oprapen. Robin Linschoten stelde als VVD-Kamerlid en staatssecretaris van Sociale Zaken in de jaren negentig dat fraude altijd bikkelhard aangepakt moest worden, ook al ging het om een paar tientjes. Toen hij zelf voor het hekje stond wegens belastingfraude – het niet betalen van ongeveer een ton BTW – beweerde hij met droge ogen dat hij niet wist dat ondernemers zelf BTW-aangifte moesten doen en dat het allemaal de schuld was van zijn boekhouder.
Tijdens die strafzitting bleek overigens ook dat Linschoten al jaren grote betalingsachterstanden had bij de fiscus en al een keer een ‘normoverdragend gesprek’ had moeten voeren met een officier van Justitie; die had hem erop gewezen dat hij nu toch echt belasting moest gaan betalen, omdat hij anders vervolgd zou worden. Dat gesprek had overduidelijk niet geholpen, maar het getuigt een coulance die gewone burgers die van fraude worden verdacht echt niet ten deel valt. En Linschotens voormalige partijgenoot Jos van Rey klaagde in 1996 als Kamerlid dat bij grote fraudezaken de boete vaak ‘minimaal’ was: ‘De grote heren met veel kapitaal komen er altijd goed vanaf en de eenvoudige burger is de dupe.’ Maar toen Van Rey deze eeuw zelf in opspraak kwam wegens corruptie, klaagde hij veelvuldig over een ‘heksenjacht’ van het OM, dat hem had ‘geïntimideerd en kapotgemaakt’. Hoewel Van Rey schuldig werd bevonden aan corruptie, kwam hij toch weg met een taakstraf.
Of de overheid achter bepaalde vormen van fraude aan gaat, is vaak een politieke keuze
Witteboordencriminaliteit werd in Nederland heel lang niet vervolgd, omdat het niet gezien werd als echte misdaad. Het besef dat fraude wel degelijk schadelijk is en aangepakt moet worden, begon pas vanaf de jaren zeventig langzaam door te dringen. Dit gebeurde mede door de Verenigde Staten, waar de houding ten opzichte van witteboordencriminaliteit omsloeg na een golf van grote schandalen – denk bijvoorbeeld aan de Watergate-affaire. De Verenigde Staten zijn in veel opzichten trendsettend voor de rest van de wereld en ook hier namen de Nederlandse autoriteiten veel over van de Amerikaanse harde aanpak van witteboordencriminaliteit.
Althans op papier. In de praktijk blijft het lastig. Zoals al gezegd laat het standaardwerk Fraude en fraudebestrijding in Nederland een nogal ontluisterend beeld zien van de versnippering van de fraudebestrijding. De effectiviteit van die lappendeken aan instanties is zacht gezegd wisselend. Ondercapaciteit is een groot probleem: vaak is een handjevol ambtenaren verantwoordelijk voor hele regio’s of bedrijfstakken. De Algemene Rekenkamer wees er al in 2014 op dat er een golfpatroon is in de aandacht voor fraudebestrijding: ‘In de afgelopen decennia is er wel vaker sprake geweest van verhoogde aandacht voor het thema fraude, gevolgd door een periode van minder gerichte belangstelling voor het onderwerp.’
Hoe effectief is fraudebestrijding?
Er is weinig bekend over de effectiviteit van fraudebestrijding, al was het maar omdat we niet weten wat de omvang van fraude is en we dus niet weten welk percentage van de ‘buit’ de overheid eigenlijk te pakken krijgt. Wat wel vaststaat, is dat fraudebestrijding ontzettend versnipperd is over talloze diensten en inspecties en dat er veel tijd gaat zitten in overleg, coördinatie en praten over prioriteiten. Of de overheid achter bepaalde vormen van fraude aan gaat, is vaak een politieke keuze.
Zo visten Nederlandse vissers decennialang meer vis op dan de Europese quota toestonden. Daarom verzon een beleidsambtenaar een nieuwe categorie vis, de ‘witvis’, om de boel administratief recht te breien. Dit gebeurde ‘met medeweten van het departement, de AID (Algemene Inspectie Dienst) en de visserijsector,’ schrijft fraude-expert Bob Hoogenboom. ‘Er is sprake van fraude, maar ten departemente is bepaald dat dit geen “fraude’ is. (..) Het departement overtrad de wet omdat het functioneel was voor de economische belangen van Nederland. Ik noem dit “de politiek van fraude”. Politiek omdat macht en invloed van belangendragers doordringen in de definiëring van wat wel of niet als fraude wordt gezien.’ De afweging om wel of niet in te grijpen is niet normatief, zoals in het strafrecht, maar pragmatisch.
De overheid is niet erg streng voor zichzelf
Criminologen spreken over collusie, een typische vorm van corruptie ‘op zijn Nederlands.’ Het gaat dan niet om directe omkoping, maar om ambtenaren en politici die veel te dicht op een sector zitten en te veel meedenken. Over de bouwfraude schreef de Maastrichtse criminoloog Grat van den Heuvel: ‘Collusie tussen overheid en bedrijfsleven kan men zien als een afglijdprobleem, een pathologie van te goede samenwerking, dat begint met kleine stapjes en dan doorslaat. In ons land met zijn besturen via het poldermodel, met zijn public-private partnerships, met zijn sorry-democratie, met zijn gedogen en convenantencultuur, met zijn fiscale rulings, is het afglijden tot voldragen collusie een serieus risico.’
Fraudebestrijding is een politiek spel, waarbij toezichthouders zoals de AFM, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en milieu-inspecties te dicht op de sectoren zitten die ze moeten controleren, en steeds meer een verlengstuk van het bestuur en beleid zijn geworden. De overheid is ook niet erg streng voor zichzelf: in Overtredende overheden (2005) stelde integriteitsexpert Leo Huberts met een aantal collega’s al vast dat overheden zelf regelmatig de wet overtreden – vooral als het gaat om milieunormen.
Bij de Belastingdienst is de situatie zelfs kafkaësk te noemen: de fiscus sluit met grote ondernemingen zogenoemde convenanten Horizontaal Toezicht, waarin ze met de belastingplichtige afspraken maken over hoe die haar fiscale processen organiseert. Maar de Belastingdienst voldoet zelf ook aan de criteria van een ‘grote onderneming’ en sloot daarom in mei 2011 een convenant Horizontaal Toezicht met zichzelf. Het probleem was dat de Belastingdienst zijn eigen zaakjes niet op orde had: in 2016 moest de toenmalige staatssecretaris Eric Wiebes melden ‘dat de interne fiscale beheersing onvoldoende op orde is en moet worden verbeterd.’
Hoe werkt de strafrechtelijke aanpak ?
Criminoloog Joep Beckers promoveerde in 2017 aan de Erasmus Universitei, met het proefschriftTussen ideaal en werkelijkheid. Een empirische studie naar de strafrechtelijke aanpak van organisatiecriminaliteit in Nederland. Daarin beschrijft hij hoe de Nederlandse staat organisatiecriminaliteit strafrechtelijk aanpakt. Het gaat hier om ‘het geheel van wetsovertredingen, individueel of groepsgewijs gepleegd door leden van een gerespecteerde en bonafide organisatie in het kader van de uitoefening van organisatorische taken.’
Hoe effectief de aanpak van organisatiecriminaliteit is weten we niet goed, omdat er weinig betrouwbare data zijn. Uit Beckers’ onderzoek bleek dat bedrijven zich vooral schuldig maakten aan milieudelicten. De sancties doen niet echt pijn: bij schikkingen is het gemiddelde transactiebedrag zo’n 33.000 euro, bij boetes ruim 5.000. Bij een gemiddelde omzet van meer dan vier miljard euro en jaarwinsten van rond de driehonderd miljoen, maakt dat niet veel indruk.
Justitie heeft te maken met capaciteitsgebrek, dus is het OM ‘functioneel pragmatisch’
Volgens Beckers is het opvallend dat de officieren van Justitie daarbij een voorkeur hebben om de zaken buitengerechtelijk af te doen, het liefst met een ‘maatwerktransactie’: ‘Transacties waarbij rekening wordt gehouden met de aanmerkelijke belangen die grote ondernemingen vertegenwoordigen en die regelmatig, naast een boetedeel en persbericht, voorzien in een breed pakket aan “compliancemaatregelen”.’ Het bedrijf moet dan beloven allerlei maatregelen te treffen, zodat de fraude zich niet kan herhalen.
Justitie heeft te maken met capaciteitsgebrek en bezuinigingen en het OM is daarom ‘functioneel pragmatisch’. Justitie pakt eerder organisaties aan dan personen. Dat is de weg van de minste weerstand: een bedrijf kun je wel beboeten, maar niet achter de tralies zetten. Voor directies is het ‘aftikken’ van een flinke boete of transactie ten laste van de bedrijfswinst makkelijker te verteren dan een strafzaak waarin ze persoonlijk worden vervolgd en mogelijk zelfs achter de tralies kunnen belanden.
Het OM houdt behoorlijk rekening met de economische belangen die grote ondernemingen vertegenwoordigen en de reputatieschade die een strafproces met zich mee zou brengen. Beckers: ‘Principes als rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en transparantie worden bij tijd en wijle dus overschaduwd door een breed gedragen gevoel om “te roeien met de riemen die je hebt”. Binnen de strafrechtelijke aanpak van organisatiecriminaliteit prevaleert functioneel pragmatisme.’ Beckers citeert hier instemmend Bob Hoogenboom, die al eerder schreef dat ‘de geblinddoekte Vrouwe Justitia met het zwaard’ is gaan onderhandelen, overleggen, samenwerken met relevante derden, beleidsnota’s is gaan schrijven, en met een schuin oog onder de blinddoek kijkt naar de politieke, economische en in het geding zijnde belangen. Dat betekent dus: veel schikken, weinig zaken voor de rechter.
Het voordeel daarvan is dat het OM met relatief weinig moeite veel zaken kan afdoen. Er zijn ook nadelen. Als in het bedrijfsleven de indruk ontstaat dat fraude, milieudelicten en andere organisatiecriminaliteit zelden wordt bestraft en bij ontdekking eenvoudig kan worden ‘afgekocht’, kan dat berekenend gedrag in de hand werken. Een boete of schikking wordt dan een bedrijfsrisico dat op de koop toe wordt genomen.
‘Het riekt ook een beetje naar klassejustitie’
De boetes die bekendgemaakt worden, lijken vaak wel heel hoog, maar ten opzichte van de winsten die de bedrijven maken valt het wel mee. ‘Het riekt ook een beetje naar klassejustitie,’ zei Beckers na zijn promotie tegen Trouw.
‘Gewone personen hebben die mogelijkheid om buiten de rechter tot een schikking te komen meestal niet. Zij moeten wel een hele procesgang doorlopen.’ Het artikel had de veelzeggende kop ‘Sjoemelende bedrijven ontlopen makkelijk de rechter’. Als onderdeel van de schikking verplichten bedrijven zich vaak om maatregelen te nemen. ‘Die maatregelen zet een bedrijf dan uitgebreid in het persbericht, waardoor zo’n bericht over een schikking op reclame gaat lijken,’ aldus Beckers.
Let wel: dit dateert allemaal van vóór de mega-schikking van 775 miljoen euro met de ING wegens grootschalig en structureel witwassen. Het was een straf ‘die pijn doet’, aldus het OM begin september, maar ‘die de kracht van ING niet aantast’. Het bedrag kwam neer op ongeveer de helft van de nettowinst in het tweede kwartaal. De beleggers vielen niet uit hun stoel van schrik: de koers daalde op de ochtend van de bekendmaking met drie procent.
De schikking was een klassiek voorbeeld van too big to fail en too big too jail: het was natuurlijk niet de bedoeling dat systeembank ING echt geraakt zou worden. De ministers Wopke Hoekstra (Financiën) en Sander Dekker (Rechtsbescherming) schreven later aan de Kamer dat een strafrechtelijke vervolging er niet inzat: justitie kon strafbare feiten niet aan individuele personen toerekenen. De schikking bood bovendien de mogelijkheid om extra controlemaatregelen aan ING op te leggen, iets dat in het strafrecht niet zou kunnen.
Dat is juridisch allemaal waar, maar het is wel wrang: bijstandsfraude is makkelijk toe te rekenen aan individuen en dus te vervolgen, maar als de bank groot genoeg is, zijn er zoveel mensen bij het faciliteren van witwassen betrokken dat straffen niet meer kan. There is safety in numbers.
Vanuit het perspectief van de betrokken officieren van Justitie is de schikking begrijpelijk: het strafrechtelijk vervolgen van een bank is in Nederland vrijwel onbegonnen werk. Het overwerkte en onderbezette OM moet het, ondersteund door een al even overwerkt en onderbezet opsporingsapparaat, opnemen tegen een rijke bank die vrijwel onbeperkt advocaten kan inzetten om iedere stap aan te vechten. De laatste keer dat het OM dat geprobeerd heeft, was in de jaren tachtig, bij de omstreden Slavenburg Bank. Dat eindigde in een debacle voor justitie.
Een andere, recente zaak laat zien dat het strafrechtelijk vervolgen van organisaties inderdaad niet eenvoudig is. De Autoriteit Consument en Markt legde de NS in juni 2017 een boete op van bijna 41 miljoen euro wegens machtsmisbruik bij een aanbesteding voor spoorvervoer in Limburg. Topman Timo Huges werd ontslagen en hoorde in november 2017 een jaar celstraf tegen zich eisen; tegen een andere verdachte werd acht maanden geëist.
Maar eind 2017 sprak de rechtbank Den Bosch alle verdachten vrij en veegde alle aanklachten van tafel. Er was helemaal geen sprake van aanbestedingsfraude geweest.
Het is de vraag of de schikkingen afschrikwekkend genoeg werken
Het was bestuursrechtelijk dus vrij eenvoudig om NS een enorme boete op te leggen, maar strafrechtelijk kennelijk ondoenlijk om de betrokken bestuurders veroordeeld te krijgen. Dit soort zeperds maakt het voor officieren van Justitie alleen maar aantrekkelijker om aan te sturen op een schikking, met boete en persbericht. Dan hebben ze in ieder geval een aansprekend resultaat om te laten zien, en een flinke bom geld verdiend voor de schatkist – successen, in plaats van de stress van een jarenlang slepend megaproces. Probleem is wel dat zo’n schikking een deel van de strafbare feiten aan het zicht van de samenleving onttrekt.
Dat speelde ook bij de schikking die het OM trof met autobedrijf Pon wegens omkoping van ambtenaren bij Defensie en de politie. Schikken is voor het OM zeker makkelijker dan een strafzaak beginnen, maar het is niet goed voor de samenleving, zei Leo Huberts, hoogleraar bestuurskunde aan de VU in Nieuwsuur: ‘Dan zie je als samenleving welke fouten zo’n bedrijf gemaakt heeft. En wie er waar, in welke mate, en onder wiens verantwoordelijkheid iemand heeft omgekocht.’
Bovendien is het de vraag of die schikkingen wel afschrikwekkend genoeg werken. Het OM was in 2013 zeer in zijn nopjes met de schikking van 774 miljoen dollar (zeventig miljoen euro voor de Nederlandse justitie) die de Rabobank trof wegens het manipuleren van Libor-rentetarieven. Maar in februari 2018 kreeg de Rabobank wéér een reuzeschikking opgelegd, ditmaal van 298 miljoen euro, wegens het witwassen van drugsgeld.
En onlangs dus weer de ING, met een nóg hogere recordschikking. Kennelijk zien bedrijven die schikkingen als het zetten van een streep onder één bepaalde affaire, en niet als het startsein om de hele stal schoon te vegen. De hoge boetes en schikkingen zijn natuurlijk een mooie opsteker voor het OM en voor de schatkist, maar doen kennelijk onvoldoende pijn in de top van het bedrijfsleven. Daarvoor is toch persoonlijke vervolging van een hoge manager nodig. Zelfs een taakstraf of een relatief lage persoonlijke boete hakt er harder in dan het moeten ophoesten van honderden miljoenen uit de bedrijfskas.
Delen van dit artikel zijn ontleend aan hoofdstuk vijf van mijn boek ‘Vriendjespolitiek’. Het hele boek is hier te bestellen.
58 Bijdragen
Roland Horvath 7
Zoals het artikel zegt, klasse justitie. Een bijstandsmoeder moet naar de rechter voor fraude, de grootbanken betalen een schijntje, een afkoopsom. En dat wordt steeds erger.
In NL, in BE en in de EU is er een corpocratisch, =kleptocratisch, =laisser faire kapitalistisch, =neoliberaal, =fascistisch, zeer rechts regime aan de macht. Ten andere ook in de VS. De GMO, de Grote Multinationale Ondernemingen zoals ING en RABO bank zijn de baas. Geen wonder dat er geschikt wordt voor het grootkapitaal. Want het grootkapitaal regeert.
Het tegendeel van de vriendjespolitiek: Een kenmerk van zo'n regime is dat de overheid de vijand is van de 99%, vooral van de armen. Het is niet andersom. Als een arme een niet betaald belasting bedrag schuldig is aan de overheid, dan komen daar gauw allerlei kosten bij zodat de schuld in korte tijd het veelvoud kan worden van het oorspronkelijke bedrag. Zoiets doet geen enkele crediteur. De overheid is dan ook een slechte crediteur en haar ongepaste manieren treffen uiteraard alleen de armen.
aimee 3
Twee totaal verschillende zaken. De één fraudeert voor eigen belang, de ander heeft serieuze steken laten vallen in de zoektocht naar fraude(witwassen) door verkeerde keuzes te maken. Goh, klinkt net als de verschillende afdelingen van de overheid (OM, belastingdienst, douane, politie, etc). Volgens mij wordt hier dus de verkeerde vergelijking gemaakt.
Overheden maken aan de lopende band verkeerde keuzes en missen daardoor veel fraude terwijl dat van die instellingen de core business is. Als een bank dat doet (voor wie fraude opsporing overigens niet de core business is) komt er dus een boete (of afkoopsom), aangezien dat een bedrijf is gericht op winst.
De overheid doet precies hetzelfde alleen die kun je geen boete geven (dat zou nog ns kafkaesk zijn). Overheid kan de private instelling die verkeerde keuzes maakt wel n een schikking aanbieden en zo met weinig capaciteit veel opbrengst genereren (want het was maar de vraag of een rechter zo’n hoge boete had opgelegd aangezien het OM zelf ook al aangaf dat er geen personen aansprakelijk waren maw. Niemand heeft actief witgewassen).
Jan Ooms 10
aimee 3Dus als ik je goed begrijp hebben de jongens (en meisjes) bij ING bij het helpen witwassen van crimineel geld 'per ongeluk' de verkeerde keuzes gemaakt en daarbij niet 1 x aan hun eigen portemonnee gedacht? Je bent dan naar mijn mening wel HEEL erg naïef. Met zo'n verklaring van de gebeurtenissen kunnen ze daarmee in de toekomst nog talloze malen wegkomen.
Feitelijk werkt het juist andersom: Vrijwel de meeste bijstands'fraudeurs' (enkele uitzonderingen daargelaten) worden door deze overheid verplicht om dergelijke keuzes te maken als, noem het maar, 'overlevingstactiek' of wisten vanwege de ingewikkelde regelgeving gewoonweg niet dat ze aan het 'frauderen' waren.
Bij ING echter is én was er maar 1 drijfveer waarneembaar: MEER, MEER en nog VEEL MEER ten koste van ALLES!!!
En waarom denk je dat een bank als ING schikt?
Bang voor de lange procedure of bang dat het vonnis wel eens vele malen hoger uit zou kunnen vallen dan een schikking?
WAKE UP!!!
aimee 3
Jan OomsNatuurlijk is de uitkomst van een te klein compliance apparaat lagere kosten en dus hogere winst. Die komt overigens volledig ten goede aan de aandeelhouders. ING medewerkers hebben geen variabele beloning dus die merken er niets van.
Ik denk dat een bank als ING schikt aangezien het top management dan als de kop van jut daar zou staan. En datzelfde management de mogelijkheid heeft om dat af te kopen. Omdat het kan dus. Niet omdat een boete hoger zou zijn.
Jan-Marten Spit 9
aimee 3Terwijl deze zin meer het niveau weerspiegelt dat je in een kwaliteitskrant aantreft;
"Twee totaal verschillende zaken. De één fraudeert voor eigen belang,"
en de ander ook;
"Als een bank dat doet (voor wie fraude opsporing overigens niet de core business is)"
maar wel een wettelijke verplichting;
"aangezien dat een bedrijf is gericht op winst. "
net als een autodief en bankrover;
"Overheid kan de private instelling die verkeerde keuzes maakt"
en de wet overtreedt;
"want het was maar de vraag of een rechter zo’n hoge boete had opgelegd aangezien het OM zelf ook al aangaf dat er geen personen aansprakelijk waren"
wat verklaart waarom ING liever geen rechtszaak wil en in plaats daarvan KIEST te schikken, want anders zou de boete immers lager zijn.
Je reactie is een aaneenschakeling van feitelijke onjuistheden en invalide logica.
aimee 3
Jan-Marten SpitVergeet niet dat in dit onderwerp (let op ik heb het dus over dit onderwerp: het opsporen van witwaspraktijken!) de fraudeurs de boeven zijn, niet de opspoorders, waartoe de banken dus ook behoren. Ik vind dat moreel gezien een groot verschil. Dat er boetes worden uitgedeeld omdat je een taak niet goed uitvoert is logisch en terecht.
Jan-Marten Spit 9
aimee 3Berend Pijlman 13
aimee 3Net als bij overheden is het een van de taken van een bank om fraude op te sporen. Dat is een voorwaarde voor de vergunning om deze in principe publieke taak privaat uit te mogen voeren. Dat bedrijven alleen gericht op winst zijn zou óf inhouden dat deze publieke taak niet door een bedrijf uitgevoerd kan worden óf dat bedrijven een bredere taakopvatting opgelegd moeten worden.
aimee 3
Berend PijlmanTegelijk wordt er van je verwacht dat je aandeelhouders waarde omhoog gaat, dat je innoveert, dat je niet gevoelig bent voor hacks, dat iedereen op elk moment van de dag in zn betaalapp kan. Moet je de concurrentie aan met betaaldienstverleners waarop vrijwel helemaal geen toezicht wordt gehouden.
Niet zo raar dat er dan ergens wat fout gaat en er verkeerde keuzes worden gemaakt. Niet voor niets dat de kranten bol staan van de banken met witwas misstappen.
Berend Pijlman 13
aimee 3Van de gehele maatschappij wordt verwacht dat je bijdraagt aan de welvaartmaatschappij door te werken en geld te verdienen. Dat je niet gevoelig bent voor ondermijning van criminele netwerken. Moet je de concurrentie aan met witte mannen waarop geheel andere regels van toepassing zijn als bijvoorbeeld vrouwen met een hoofddoek.
Niet zo raar dat er dan ergens wat fout gaat en er verkeerde keuzes worden gemaakt. Niet voor niets dat de kranten bol staan van criminaliteit.
Zoals je merkt, is het vreemd om bedrijven aan andere maatstaven te houden dan mensen in het algemeen.
Kun je, zoals je doet, stellen dat overheden ook frauderen of hun taken verkeerd uitvoeren. Echter daar is al een instantie voor verantwoordelijk om dat in toom te houden namelijk de Tweede Kamer. En als zij hun controlerende taak niet goed uitvoeren kun jij, door je stemgedrag, ze daarop afrekenen.
j.a. karman 5
aimee 3De belastingdienst gaf zichzelf een boete wegens de vertrekregeling in het kader van de rvu. Noemde het een riante vertrekregeling terwijl hef niets meer dan het wettelijke minimum voor gedwongen vertrek is.
Intussen heeft de hoge raad de boete als niet terecht in een gelijkwaardig geval uitgesproken.
Bart de Koning 4
aimee 3aimee 3
Bart de KoningBart de Koning 4
aimee 3Marla Singer 7
Ik hoop dat FTM een analyse kan maken in hoeverre welke partijen,groepen, personen ervoor hebben gezorgd dat er zoveel bezuinigd is op toezicht en anti-fraude bestrijding.
Volgens mij is de trend al decennia lang aan de gang en zien we nu pas de verregaande gevolgen wat zeer pijnlijk blootlegt dat er in Nederland sprake is van institutionele fraude.
Het zal ook interessant zijn in hoeverre welke partijen er daadwerkelijk in daad naar gaan handelen om dit tij te laten keren. Wat dat betreft zou je alleen al hierom een centrum achtige anti-fraude partij op kunnen richten die dit punt op de politieke agenda houdt en zorgt dat er daadwerkelijk wat wordt gedaan. De bestaande politiek en niet te vergeten de MSM zijn mij te glad en willen het liefst dat we het allemaal zo snel mogelijk vergeten en Nederland een bananen koninkrijk blijft.
Bart de Koning 4
Marla Singeraimee 3
Marla SingerEn de echte discussie wordt inderdaad niet gevoerd. En dat is een gemiste kans.
Diny Pubben 9
j.a. karman 5
Diny PubbenEen ander bsn willen hebben is onzin. Ze moeten als verwerkers geen gegevens gaan veranderen in opdracht van foute personen. Doen ze dat toch dan dient die verwerker de schade te vergoeden.
Diny Pubben 9
j.a. karmanj.a. karman 5
Diny Pubben- of je nu bsn 12345678901 of 12345678921 uitgereikt krijgt, het blijft een uniek klantnummer waarvan de bronhouder de overheid is. Het veranderen brengt meer kwaad met zich mee (mogelijk verlies goede aanspraken) en lost niets op. Je hebt her er over dat er foute registraties door de overheid gedaan zijn.
Houdt het eenvoudig dat moet de overheid gewoon corrigeren en de schade daarvan vergoeden. Met de zaak Romet (EHRM 7094/06) zie je dat in zichzelf gekeerde gedoe terug. Als de administratie maar klopt. Een bloemetje en excuus van een minister is ondermaats. Met de GDRP is het wachten op de eerste zaken die echte schade verhalen.
j.a. karman 5
Diny PubbenJe komt bij https://www.inlichtingenbureau.nl/Pages/Overons.aspx En daarmee verder op het koppelen van gegevens die de gemeente moeilijk zelf kan benaderen maar waarvan den haag de handhaving bij gemeentes belegd heeft. Met wat zoekwerk bij gemeentes (verslagen) levert op dat het voldoende lucratief is. Een startpunt: https://www.wrr.nl/publicaties/working-papers/2016/04/28/big-data-voor-fraudebestrijding let even 5.5
De tegenhanger is https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2253945-geen-ontslag-wel-een-uitkering-uwv-keert-ww-uit-zonder-controle.html. Herinneren we de bulgarenfraude nog? Alleen al de sociale onrust die hiermee gepaard gaat rechtvaardigt een eerlijke handhaving.
Bart de Koning 4
Diny PubbenDiny Pubben 9
Bart de Koningboete en sanctiegegevens,
belastinggegevens,
gegevens over bezittingen,
gegevens waaruit blijkt dat een persoon niet in aanmerking komt voor een uitkering,
eventuele bedrijfsgegevens uit het handelsregister,
woon- en verblijfgegevens
identificerende gegevens, waaronder naam, adres, woonplaats, postadres, geboortedatum, geslacht en administratieve kenmerken,
gegevens over eventuele inburgering en inburgeringsverplichtingen,
nalevingsgegevens (of je je aan de wet hebt gehouden),
onderwijsgegevens,
pensioengegevens,
gegevens of een persoon na een periode van ziekte zich aan de re-integratieverplichtingen houdt of heeft gehouden,
gegevens over schulden,
uitkerings-, toeslagen- en subsidiegegevens,
gegevens over vergunningen en ontheffingen,
zorgverzekeringsgegevens.
https://www.privacybarometer.nl/maatregel/85/De_transparante_burger
Diny Pubben 9
Bart de Koningj.a. karman 5
Bart de KoningGoed journalistiek onderzoek laat zich niet verblinden door een standpunt van enkele partij. De cijfers bij gemeentes had je kunnen vinden.
Koppelen van gegevens over bezittingen / handelsregister / woon en verblijf met al die rest? Ik schoot nog net niet in de lach om de veronderstelling dat het allemaal eenvoudig en makkelijk zou zijn en dat ze het kunnen.
Ik zeg dat met bepaalde kennis en achtergronden. Alle informatie daarover is openbaar te vinden. Alleen verbanden en interpretatie is een uitdaging.
Bart de Koning 4
j.a. karmanj.a. karman 5
Bart de Koning1. "Waar baseer je op dat ik tegen elke vorm van handhaving door een overheid ben?"
Je geeft het al aan. "hoeveel vals positieven etc." . Een toezichtshouder kaartjescontroleur ziet 99,9+ % gevallen waar alles gewoon in orde is.
Dit wegzetten als valse positieven geeft aan dat je tegen elke vorm van handhaving bent. Die foute framing zie ik bij privacy organisaties. Het tton onbegrip van wat de mogelijkheden en beperkingen zijn.
2. Een betere insteek is begrijpen hoe een en ander in elkaar steekt.
Een startpunt (peter Olsthoorn) : https://www.wrr.nl/publicaties/working-papers/2016/04/28/big-data-voor-fraudebestrijding let even op 5.5
Het geeft een toelichting op de werkwijze. Een indicatie is geen uitspraak waar ja/nee maar een aanduiding van een verhoogde kans.
https://vng.nl/files/vng/publicaties/2016/20160228-evaluatie-fw-kamerbrief-monitoren-rapportage-aanpak-handhaving-mei2014.pdf
Geeft dezelfde cijfers en inzicht.
Toelichting:
Als je willekeurig 500 gevallen en hebt 2 of 3 fraudegevallen te pakken dan is de opbrengst laag.
Kun je met 500 gevallen naar 50 fraudegevallen dan heb een zeer grote efficiency slag behaald. Dat is de hele clou van risico indicatie.
Het toezicht en handhaving zit bij de gemeentes, budgetten en financiering van het toezicht. Het informatiebureau syri is enkel een shared service voor data-analyse wat bijan geen enkele gemeente zelfstanding kan invullen. Zo'n beetje als een SSC voor ICT, ook interessant hoe dat budgettair afgehandeld wordt.
3. Je moet de verslagen van de gemeentes (er zijn er 350+ )af om resultaten van fraude onderzoeken te vinden let op de herkomst van een gemeente ris ibab website gemeentenaam IBestuur etc. en je vindt gewoon veel.
https://www.toezine.nl/artikel/212/gemeenten-bestrijden-uitkeringsfraude-met-preventie-en-repressie/
"een besparing van bijna 3 miljoen euro opgeleverd. In 2015 is 242 keer uitkeringsfraude vastgesteld. Hierdoor zijn 147 uitkerin
j.a. karman 5
Bart de Koning- https://rolfuhlhorn.nl/wp-content/uploads/2017/06/Jaarrekening-2016-gemeente-Amsterdam.pdf
- https://www.rotterdam.nl/nieuws/bijstand-fraude-aanpak/Infographic_4-jaar-handhaving-bijstandsuitkeringen.pdf
- https://denhaag.raadsinformatie.nl/document/5596453/2/RIS297677%20Handhaving%20en%20fraude%2C%20resultaten%202016%20en%20de%20ontwikkelingen%20voor%202017-2018
https://online.ibabs.eu/ibabsapi/publicdownload.aspx%3Fsite%3Dutrecht%26id%3D43950a96-b81c-4fe1-a20a-86267ab69a02&usg=AOvVaw1_dhnn5F2gWkftUKqW-hFB
Je zult daar per gemeente echt verder op in moeten duiken.
Deze is positief:
https://www.heemskerk.nl/fileadmin/Heemskerk/PDF/Jaarstukken/Begroting20192022def.pdf
"Kwijtschelding volgt automatisch zonder dat het uitgebreide formulier moet worden ingevuld. Door via het Inlichtingenbureau de gemeentelijke bestanden te vergelijken met de gegevens van de Belastingdienst kunnen deze inwoners per direct van kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen gebruikmaken."
Krijg je iets met welles niets ervaringen over het delen waarop iets automatisch zou doorlopen. De problematiek van op zich eenvoudige beslisprocessen.
https://www.nationaleombudsman.nl/system/files/rapport/20170129%20R%20201628863%2016-11-2017.pdf
Klaas72 heeft hieronder in een reactie ook allerlei cijfers over omvang fraude.
Bart de Koning 4
j.a. karmanHet centrale punt van Syri is dat het een basisprincipe van een rechtsstaat omkeert: je bent niet meer principieel onschuldig, iedere burger is een potentieel risico met een bepaalde risicofactor. We weten niet wat die risicofactoren bepaalt (de algoritmes zijn geheim), we weten dus niet welke informatie tegen ons gebruikt kan worden, we weten niet wanneer we onderzocht worden, wat er onderzocht wordt, wat de uitkomst is en we weten ook niet wat de effecten/opbrengsten zijn.
Dan vind ik het wel heel, heel armoedig om te zeggen: google even alle gemeentes en je zult er wel achter komen. Ik vind dat de bewijslast ligt bij de mensen die die digitale spionage willen invoeren - maar dat bewijs komt nooit omdat niet te vinden is. En zelfs als ik als kritische burger het werk zou gaan doen dat de voorstanders van Syri hadden moeten doen, lukt dat niet omdat ik de relevante data niet kan vinden.
j.a. karman 5
Bart de KoningZe verzamelen bewerken en geven het door naar de gemeentes, ze doen zelf niets aan de opsporing en handhaving.
Er zijn projecten (ook te vinden) waar er meer gericht naar bepaalde situaties gezocht op aangeven van de gemeentes.
Meer linkjes:
https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Actueel/Groningen%20(Gr)/CVDR279315.html
https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/sites/default/files/atoms/files/protocol_internetonderzoek_door_gemeenten.pdf bladzijde 8 punt 5. De algoritmes en bestanden van het inlichtingenbureau zijn helder en wettelijk beschreven. Als je niet aan de voorwaarden voldoet voor een regeling (de voorwaarden voor toeslag etc zijn openbaar) , met de beschikbare gegevens welke binnen de overheid als reguliere administratie in gebruik zijn.
Dat is waaruit een signaal gegenereerd kan worden.
Zonder een onderbouwde reden ga ik er vanuit dat het ook zo is.
Juist de houding van privacy voorvechters dat alles van de overheid bij voorbaat verdacht is, is een aanval op de burger en op de privacy. Kun je me aangeven hoe dat algoritme van de privacy voorvechters werkt? Genoeg gevens te vinden maar de tegenstanders van handhaving en toezicht spelen het on angst en onzekerheid.
Samenvattend:
- We weten welke informatie door het inlichtingenbureau met als klant verwerkt wordt.
- We weten voldoende wat die algoritmes beogen en doen
- De gebruikers van de algoritmes (de gemeentes) geven inzicht van de opbrengsten en het werkt van de toezichthouders en handhavers die dar hun werk doen.
- Iedereen is onschuldig totdat na onderzoek een vermoeden van het tegendeel is. Schuldig wil ik gereserveerd houden als uitspraak door een rechtbank.
Bart de Koning 4
j.a. karmanhttps://bijvoorbaatverdacht.nl/wob-verzoek/
j.a. karman 5
Bart de Koningno 1/ Hebben we het uitgebreid over gehad. Ligt bij de gemeentelijke toezichthouders handhavers.
Zie ook https://wetten.overheid.nl/BWBR0013267/2015-07-01#Hoofdstuk5a (heel openbaar geen wob nodig)
no 2/ de verwerkersovereenkomst is een wettelijke aanwijzing (links hier ergens oven) voor overheidsbrede data die naar gemeentes gaat. Let wel vooor BRP BRK justitie zijn er ook geen verwerkersovereenkomsten.
no 3/ Je kunt gaan eisen dat alles tot in het kleinste detail van dagindeling en luchn van de betroffenen openbaar moet zijn maar dat is verre van reëel. De reactie dat het allemaal fout is al je darin niet je zin krijt is wat mij betreft te ver gezocht.
Ik kan de tools (hoe de mensen er mee werken) bij het inlichtingenbureau een beetje doorzien. Daarmee heb ik geen kanttekeningen bij dit antwoord. Het woord risicomodel en big data is voor eenvoudige bestandskoppeling overtrokken.
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2018/06/08/kamerbrief-motie-met-betrekking-tot-systeem-risico-indicatie-syri/kamerbrief-motie-met-betrekking-tot-systeem-risico-indicatie-syri.pdf
j.a. karman 5
Bart de KoningTerug naar waarom ik zeg dat je kennelijk tegen elke vorm toezicht en handhaving bent.
Je vraag naar false negatives / positives toont het onbegrip aan wat toezicht en handhaving inhoudt.
Je kan geen zwartijders, snelheidsovertreders, fraudeurs (de onwenselijke gevallen) vinden zonder van iedereen die het het goed doet ook de zaken te waar te nemen.
Je kan dat ook niet constant op elke moment als toezicht handhaving doen, het blijft bij momenten van massale waarneming. Aangezien toezicht handhaving duur is kun je dat het beste maar zo effcient mogeljik doen.
Dan is een hulpmiddel die een voorselectie doet heel handig.
Let op: dat is geen oordeel of uitspraak het is een signaal met een kanswaarde.
Het onbegrip van omgaan met kanswaardes signaleringen is een triest armlastig iets. Ambtelijke willekeur als machtshebber is veel vervelender. Je kent vast wel "barbertje moet hangen". Dat is wat privacyvoorvechters als algorimte hanteren.
O ja, de opmerking waarom je niet mag weten welke data echt gebruikt wordt ipv welke data gebruikt kan worden.
De reden is eenvoudig, niet alle data die de overheid heeft hebben ze ook echt goed raadpleegbaar. Je maakt het fraudeurs oplichters wel heel makkelijk als je zou vertellen welke dat zijn.
Niet zo heel geheim vastgoed (vermogen klimop) brk en bedrijven (faillissementsfraude) kvk. Dan zijn we weer terug bij je artikel waarom het tobben blijft met de fraudebestrijding.
Eigenlijk best komisch het gaat daar mis om dat de big data tools met de risico profilering het te lastig hebben met volume velocity varicity. Dat is pas te zien als de voorwaarden omvang en de gebruikte technieken met de mensen in een daarvoor geschikte organisatie die je daarvoor nodig hebt doorziet en achterhaald.
Het zou een leuk onderwerp voor je zijn.
Bart de Koning 4
j.a. karmanIk ben ‘kennelijk tegen elke vorm toezicht en handhaving’. Dat is voor een journalist die al 25 jaar over het onderwerp schrijft en aandringt op onder andere hogere ophelderingspercentages, meer rechercheurs, meer aandacht voor opsporing, meer ‘kaalplukken’, die actief en constructief meepraat bij politie, FIOD en recherche om de opsporing op een hoger plan te krijgen, een stelling die ik op geen enkele manier kan begrijpen.
Deze stelling is kennelijk gebaseerd op het feit ik Syri niet zie zitten. De vraag naar vals positieven is volkomen normaal. Iedere arts die (massaal) preventief onderzoek doet naar gezondheid zal die stellen. Tienduizend mensen onderzoeken, er duizend de stuipen op het lijf jagen met een verkeerde uitslag om één zieke te vinden is duidelijk niet OK. Die vraag moet dus ook in de opsporing gesteld worden. Het kan alleen niet, want bij Syri kun je dit soort rationele berekeningen helemaal niet maken – domweg omdat die getallen er niet zijn, of niet openbaar.
Om even op mijn vermeende ‘onbegrip aan wat toezicht en handhaving inhoudt’ in te gaan: juist bij snelheidsovertredingen zijn er zeer strenge regels om vals positieven te voorkomen. Rechters hebben strenge eisen gesteld aan de meetapparatuur: die is geeikt en gecontroleerd door onafhankelijke instanties, er is ruimte voor een foutmarge, de regels zijn volkomen helder en kenbaar (iedereen weet hoe hard je waar mag rijden) en je kunt in beroep als je oprecht denkt dat de bon niet klopt.
Allemaal zaken waar Syri niet aan voldoet. De geheimzinnigheid is nu juist het enge: waarom vertelt de overheid niet gewoon waar ze naar zoeken? Bijvoorbeeld vastgoed in Turkije? Het alternatief voor Syri heeft niets met ambtelijke willekeur te maken. Gewoon het toetsbaar toepassen van voor iedereen bekende regels door ambtenaren.
j.a. karman 5
Bart de KoningBij alle anderen zoek men wat en hoe het goed in te zettten.
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/publicaties/2018/04/20/jenv-big-data-magazine/JenV-BIG-DATA-MagazineDEF.pdf en ook
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/publicaties/2018/07/13/big-data-magazine-nr-2/Big-Data-Magazine-2-2018.pdf
Als je aandringt op beter opspring meer kaalplukken etc is dat prima. Zoals eerder gesteld de risico modellen met big data analyses mogen bij de fiod en politie best beter.
Je mag er als journalist 25 jaar over schrijven en met beleidsmakers over praten ik heb daar langer in mijn werk mee te maken. Je ziet dan meer en weet meer dan je kan loslaten.
Data modellen analyses etc die netjes opgebouwd zijn voldoen aan hoge kwaliteitseisen en zijn uitlegbaar. Je moet daar wel in willen duiken.
Natuurlijk zie ook zaken fout gaan, maar daarmee zeg ik niet het allemaal niet zou deugen. Werken aan verbetering betekent op de juiste punten genuanceerd aandacht brengen.
Bart de Koning 4
j.a. karmanj.a. karman 5
Bart de KoningAlle links dat het inlichtingenbureau (syri) geen toezichthouder en geen handhaver (geen opsporing doet) en daar wil je toch aan vasthouden.
Die rollen liggen bij de gemeentes en di zijn daar open in je kan een wob doen en in beroep gaan. Niet veel anders dan bij een parkeerbon dan wel snelheidsovertreding.
Als je een apotheek dan wel midisch laborant vragen gaat stellen over behandelresultaten van de opdrachtgevend artsen dan is dat net zo raar. Of stel vragen aan het ijkwezen over benzineprijzen en benzinediefstal omdat ze de pomp installaties keuren.
Die tienduizenden op stange jagen geberut wel degelijk in de medische wereld. Het heet breed volksonderzoek Een voorbeeld:
https://www.rivm.nl/Onderwerpen/B/Bevolkingsonderzoek_borstkanker
Rogier Stulemeijer 1
aimee 3
Rogier StulemeijerJan Willem de Hoop 12
Ik mis echter wel de rol van onze vrije pers bij deze Nederlandse fraudecultuur.
Onze pers vindt zichzelf toch zoveel beter als in bv Rusland, Hongarije, VS etc.
Bart de Koning 4
Jan Willem de HoopJan Willem de Hoop 12
Bart de Koning"Natuurlijk, Nederland kent regelmatig schandalen, maar, zo schreef Koch: ‘In het Nederlandse zelfbeeld neemt niettemin de illusie van een onkreukbaar openbaar bestuur, van verantwoordelijke politici en belangeloze belangenbehartigers een voorname plaats in. We koesteren die illusie omdat we ons nu eenmaal graag in dit opzicht van anderen onderscheiden.’" https://www.ftm.nl/artikelen/vriendjespolitiek-fraude-en-corruptie-in-nederland-v1?share=1
Zo'n imago en cultuur kan nooit zonder behulp van veel media.
Dat onthullingen veelal nooit goed worden opgepakt is uiteraard een terecht punt, maar ook hier heeft media natuurlijk ook een rol in het te blijven volgen. OOk als overheden het zolang mogelijk proberen te rekken.
Maar ik vind dat een paar onthullingen meer of minder als weerwoord veel van je eigen bevindingen onderuit halen. En ook inzet capaciteit, of juist gebrek eraan, kunnen een tijd lang als terechte oorzaken gelden, maar niet over tientallen jaren.
En ook de overheid heeft er zo zijn eigen belangen bij een mogelijk / een waarschijnlijk verkeerd beeld te geven t.a.v. waar het goed en fout gaat.
Zo klagen we al tientallen jaren over toegenomen bureaucratie, en klagen erover is bijna nationaal gezelschapspel geworden, terwijl de werkelijkheid natuurlijk is dat er om allerlei redenen vooraf nooit wordt geprobeerd het te voorkomen en we het dus beuwst veroorzaken. En extra bureaucratie en complexiteit biedt weer extra fraude mogelijkheden.
En zo biedt de burger als grote / grootste fraudeur neerzetten bij, toeslagen, belastingaftrek, PGB en bijstand bijvoorbeeld weer ongekende mogelijkheden tot vergaring extra machtsmiddelen voor de overheid.
Bart de Koning 4
Jan Willem de HoopJan Willem de Hoop 12
Bart de KoningHet nadeel van de journalistiek in Nederland is dat men nog steeds niet echt begrijpt dat ze ook een gezamnelijk belang hebben bij betrouwbaren en zinvolle openbare informatie. Als in de openbare informatie alles waar is of waar kan zijn, verliest nformatie aan waard en betekenis. Van mening mogen verschillen wordt te vaak verward met van feiten mogen verschillen.
Ik denk dat er goed nieuws aan zit te komen, we in omslagperiode leven, waarin kennis en informatiewaarde voor journalist weer belangrijker gaan worden en meer burger flauwe / ziek worden van de huidige informatiechaos en -informatieonzin. (Hopelijk ziet de journalistiek dit als een gezamnelijke kans.)
[Verwijderd]
Klaas Bisschop
. Uitkeringsfraude: 86 miljoen euro per jaar
• Zorgfraude: 178 miljoen euro per jaar
• Acquisitiefraude (spookfacturen): 1 miljard euro per jaar
• Verzekeringsfraude: 1 miljard euro per jaar
• Diefstal op het werk (kruimelfraude): 1.6 miljard euro per jaar
• Faillissementsfraude: 1.7 miljard euro per jaar
• Bedrijfsfraude: 2 miljard euro per jaar
• BTW-(carrousel)fraude: 4 miljard euro per jaar
• Internetfraude: 4.5 miljard euro per jaar
• Belastingfraude (ontduiking): 8.3 miljard euro per jaar
• Witwassen: 18.5 miljard euro per jaar
a) Uitkeringsfraude is een van de minst ernstige/grote/substantiële fraude in Nederland.
b) Burgers zijn en worden niet geïnformeerd over de werkelijke stand van zaken omtrent fraude in Nederland. Niet door de overheid, en niet door onze kranten en andere media.
c) De berichtgeving in zowel de media als de geluiden in de politiek over uitkeringsfraude staat op geen enkele manier in verhouding met de berichtgeving over andere soorten fraude.
d) Berichten over uitkeringsfraude roepen veel boosheid, verontwaardiging en frustratie op bij het publiek. Daarom is het een populair onderwerp. Het lijkt een vicieuze cirkel: hoe meer berichten over uitkeringsfraude, hoe verontwaardigder het publiek, hetgeen nog meer berichten genereert.
BRON:
http://eindpunt.blogspot.nl/2012/06/onderzoek-hoe-ernstig-is.html
hein vrolijk 6
Klaas Bisschopline 5
Klaas Bisschopd). Dat heet tactiek van de media/overheid. Zet de mensen tegen elkaar op. Net zo als links/rechts en al die nieuwe namen erbij. Onze levens omstandigheden zoals we nu leven, laten we toe. Laten we samen werken MET elkaar. Trap niet in de val van de media.
Peter Urbanus 5
Anders ligt het bij een bank, die dankzij peilloos diepe bakken met geld makkelijk de duurste advocaten kan inhuren, die dan misschien niet zozeer het pleit winnen, maar wel eindeloos kunnen rekken en procederen.
Bart de Koning 4
Peter UrbanusBas van de Haterd 5
We hebben hier een casus waarin 1 persoon verdacht wordt van bijstandsfraude, waar een heel leger aan controle op wordt ingezet.
We hebben vele, vele signalen van fraude met WW vanuit Polen, waar geen capaciteit is om op te volgen.
Beide zijn uitkeringen.
Ligt dat aan 'ww = uwv = landelijk, bijstand = gemeente = regionaal'? Of zit hier nog meer bij?
Bart de Koning 4
Bas van de HaterdBas van de Haterd 5
Daar moet je de wet voor aanpassen, want zoals omschreven, nu kan het niet. Maar je kan natuurlijk bij grootscheepse fraude iedereen die erbij betrokken is, van de fraudeurs tot de falende auditors, aansprakelijk stellen. Dan heeft men persoonlijk wat te verliezen. Zeg maar een variant van 'lidmaatschap van een criminele organisatie', laten we het 'actief lid van een frauderend team' noemen.
Niet heel ING hoef je te bestraffen, maar een man/vrouw of .... (heb geen idee hoeveel er bij betrokken waren) zou mooi zijn. U had controle moeten houden, dat heeft u niet gedaan, jammer. U wist dat u dat had moeten melden, dat heeft u niet gedaan, jammer. Idem met de Libor fraude, Idem met die golf van Mexico olieramp van BP.
Floris van Woudenberg
Bart de Koning 4
Floris van WoudenbergPeet 8
geen beginnen aan ?
[Verwijderd]
Daartoe zijn zelfs mensen actief in enige van 's-lands instituties.
En het gaat in sommige van die gevallen om miljarden, ontvreemd van de amorfe massa's.