
De spiegel die de Nederlandse podiumkunstenaars ons voorhouden is vooral een lachspiegel geworden, schrijft gastauteur Rob Okhuijsen. Daarnaast lijkt deze steeds kleiner te worden, terwijl de wereld die hij moet reflecteren alleen maar groter en complexer wordt.
De podiumkunsten hebben sinds mijn 15e levensjaar — nu 24 jaar geleden — mijn bijzondere belangstelling. Voor de ‘Cabarestafette’ en de eerste voorstelling van Mike Boddė en Thomas van Luyn, alias Ajuinen en Look met hun debuutprogramma De Fiets van Marleen, reisde ik van Loosdrecht naar Theater de Kom in Nieuwegein. Voor Britannicus van Jean Racine leidde de tocht in datzelfde jaar zelfs naar het grote Utrecht.
Vernieuwing heeft sinds die tijd echter nauwelijks plaatsgevonden. Engagement lijkt verdwenen, de rode draad-voorstelling haast uitgestorven en het toneel is naar binnen gekeerd geworden. Nu kunnen mensen de neiging hebben om schildpad-gedrag te vertonen, zodra het ze allemaal te moeilijk of gevaarlijk wordt. De kunsten zouden ons nu daarentegen juist moeten stimuleren om de kop naar buiten gericht te houden, in plaats van deze onder of achter een schild te verbergen.
Voor de kunstenaar vergt dat om te beginnen overeind blijven bij een aanval van de woeste horden. Voor die horden is ‘engagement’ een scheldwoord geworden. De VARA, bijvoorbeeld, was in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw nog een door vriend en vijand gewaardeerde kweekschool voor cabaret en kleinkunst.
Des te droeviger is het daarom te moeten zien hoe de term ‘VARA-cabaretier’ in sommige media, en dan vooral de sociale media, als belediging wordt gebruikt. Het cabaret en de kleinkunst trekken zich dat klaarblijkelijk nog aan ook: engagement is in het theater ver te zoeken. Freek de Jonge — misschien wel de laatste der mohikanen — wordt verguisd.
Naast Freek heeft de VARA dus nog een 'niet grappige' cabaretier in huis. #penj
— Jack Forrest (@JackForrest1978) 1 maart 2017
Te vroeg gepiekt
Het adagium lijkt ‘lach of ik schiet’ geworden. Hoe grover hoe beter, waarbij de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat De Jonge daar vroeger ook niet vies van was. Een rode draad zien we evenwel liever niet meer in een voorstelling. Het probleem met De Jonge is vooral dat hij te vroeg heeft gepiekt. Begin jaren ’80. Dat is lang geleden.
En ja, hij is een ijdeltuit. Maar hij is vooral iemand die sinds die succesvolle jaren ’80 niet is gaan rentenieren, het zichzelf niet gemakkelijk heeft gemaakt en zichzelf steeds opnieuw probeert uit te vinden. Relevant probeert te blijven. En dat komt hem jammer genoeg vooral op negatieve kritiek te staan, al noteerde NRC naar aanleiding van De Jonges recente Verkiezingsconference De Stemming opgelucht: ‘De bijna spirituele toon van de afgelopen shows van Freek de Jonge heeft weer plaatsgemaakt voor snerpende woede.’
We herinneren ons nog het fragment uit Pauw en Witteman, waarin eeuwige student Yernaz alle gelegenheid kreeg om De Jonge de maat te nemen. Disrespect was zijn deel. Niemand deed iets. GeenStijl nam de gelegenheid te baat om Freek direct maar dood te verklaren. Of blogs te publiceren die niet zouden misstaan in Engelse gossip media, zoals ‘Freek verneukt begrafenis’.
Het adagium lijkt ‘lach of ik schiet’ te zijn geworden
Recent kwam De Jonge weer in het nieuws, omdat hij opkomt voor de mensen in het door aardbevingen geteisterde Loppersum. Als kunstenaar kan ik impact hebben en die impact kunnen de mensen in het Noorden wel gebruiken, zo was ongeveer zijn redenering.
Buiten de gebaande paden
Zo moet het zijn. Om impact te maken, moet je buiten de gebaande paden durven treden en de rol van je bijdrage in de maatschappij en wereld zien. Wat is dan cabaret? Wat is dan kleinkunst? Wat is die rol? Schrijnend is dat de grote Youp ’t Hek — terecht leven wij allen mee met zijn fysiek welzijn! — alle krediet en lof krijgt. Maar zijn grootste verdienste naast het laten lachen van de mensen, bestaat uit het verdwijnen van het biermerk Buckler en een bijlage over callcenters in NRC Handelsblad, omdat zijn zoon niet direct goed werd geholpen bij een probleem met zo’n instelling. Is dat nou echt verdienstelijk? Voor een burgerlul misschien, om Youps eigen vocabulaire maar eens te gebruiken. Maar voor een kunstenaar nauwelijks, als u het mij vraagt.
Dan pleit ik toch liever voor een herwaardering van Freek de Jonge. Van de actie ‘Bloed aan de paal’ rondom het WK voetbal in Argentinië in 1978 tot en met Loppersum, durfde deze te schuren, wrijving te veroorzaken, de ongemakkelijke spiegel voor te houden.
En die spiegel mag weer groter, te beginnen bij de podiumkunsten. Trek mensen maar in die spiegel. Interacteer, participeer, treedt buiten het comfortabele pluche en de biotoop van het theater. Een goed voorbeeld hiervan vormen De Verleiders. Een gezelschap samengesteld uit de de mannen van de Kanis en Gunnink-reclame, George van Houts en Tom de Ket plus Pierre Bokma. U kent ze misschien. Ze brachten de kredietcrisis — een complex onderwerp — naar het theater. Maar ze gingen verder, met onder meer een burgerinitiatief. De Verleiders durven buiten het theater te treden; daarvoor kregen ze zowel lof als bergen kritiek over zich heen.
"Kunst en cultuur hoeven niet altijd met een grote K of C te zijn"
Een ander voorbeeld is Marijke Schermer, die met theatergroep Alaska de wereld van private equity naar de mensen bracht. In 2008 gaf Alaska de discussie over privaat geld in de kunsten input door een voorstelling te maken over geld, waarbij het decor verkocht werd als advertentieruimte: Sic Transit Gloria Mundi. De adverteerders werden aandeelhouders genoemd en kregen invloed op de inhoud van het stuk. Ze haalde hiermee zoveel geld binnen dat de gehele tournee gratis werd gespeeld voor het publiek. Zoiets was nooit eerder vertoond. Bijkomend voordeel was dat daardoor iedereen de voorstelling gratis kon bezoeken.
Kunst en cultuur hoeven niet altijd met een grote K of C te zijn. Neem musical: ook dat genre kan een moeilijke boodschap op een aardige manier naar het grote publiek brengen. De musical Urine Town — in Nederland op de planken gebracht door M Lab — gaat feitelijk over de naargeestige Britse filosoof Malthus. The Lion King gaat feitelijk over de 15e-eeuwse Britse vorst Richard III.
Straatkunst
In de street art is Banksy een lichtend voorbeeld, recent nog in het nieuws door zijn afbeelding van Steve Jobs als vluchteling in Calais. Banksy’s werk is vaak rauw. Dat geëngageerde street art ook een vriendelijker gezicht kan hebben, bewijst de gigantische gele badeend van kunstenaar Florentijn Hofman (zie foto). In China was een mensenmassa op de been om de eend in de haven uit te zwaaien, terwijl acteur Jackie Chan er een bevlogen speech van hoop bij hield.
De kunsten richten zich steeds meer naar binnen, in plaats van naar buiten
De kunsten richten zich, net als de maatschappij, steeds meer naar binnen, in plaats van naar buiten. We analyseren en verklaren de redenen waarom we iets doen, in plaats van te kijken naar de vraag wat we er mee willen bereiken. We zijn zoveel met onszelf bezig. Zowel motieven als intenties zijn overigens uiteindelijk belangrijk, maar een eenzijdige focus op een van beide is funest. Neem bijvoorbeeld het duo Kasper C. Jansen en Michiel Lieuwma, voorheen samen De Snijtafel, waarop ze media, cultuur en muziek fileerden voor VPRO-tv. Persoonlijk vind ik het briljant en enorm geestig en – inderdaad – snedig. Maar tegelijkertijd schuilt er een groot risico in. De kunst legt zichzelf op diezelfde snijtafel en focust op motief in plaats van op inhoud en doel. Zodra we elkaar elke dag fileren en afpellen tot op de ziel, worden we schuw, angstig en komen we niet meer vooruit.
Farao Lubach
Elke stroming heeft een vlaggenschip nodig dat de deining die zij zelf veroorzaakt kan trotseren. In Nederland zie ik Arjen Lubach als de admiraal die kunstvormen, publiek, media en interactie steeds beter beheerst. Hij gaat enorm complexe onderwerpen – zoals handelsverdrag TTIP – niet uit de weg, maar weet ze toegankelijk te maken voor een groot publiek. Hij krijgt het voor elkaar mensen erom te laten lachen, maar ze ook in beweging te zetten door middel van video’s, burgerinitiatieven, petities, spelletjes, noem maar op. Lubach, een podiumkunstenaar, doet het allemaal — en weet als geen ander deze vormen van theater en actievoeren te combineren, waarbij hij voor elk onderwerp de juiste presentatievorm weet te vinden en zelfs vormen en kanalen eindeloos weet te combineren. Bij elkaar heeft dat effect.
Daarom blijf ik van mening dat Lubach de eerste Farao der Nederlanden moet worden. Helaas biedt de wet daartoe geen ruimte. Maar mensen, kijk niet gek op, als Lubach de Nederlandse Beppe Grillo wordt. Grillo (1948), een Italiaanse komiek, activist, theatermaker en blogger, stapte over naar de politiek. In 2013 werd hij met zijn Vijfsterrenbeweging in één keer met ruim 25 procent van de stemmen de grootste partij van Italië. Het zou goed kunnen dat Lubach — die een heel andere achtergrond maar eenzelfde potentie heeft als Grillo — de meest relevante beweging sinds Fortuyn weet te creëren. Als dat niet buiten het theater en je comfortzone treden is, dan weet ik het ook niet meer.
Rob Okhuijsen is mediastrateeg, auteur en bestuurder van claim- en settlement stichtingen. Eerder verscheen van hem ‘ANP serveert nieuws met een smaakje’ op deze website. In 2014 publiceerde hij het boek Strategen van Catan bij uitgeverij Prometheus.
Beeld: Courtesy Studio Florentijn Hofman
16 Bijdragen
Jan Willem de Hoop 12
Om een scherp zicht te houden is het van belang afstand te behouden. Vaak aanschuiven als cabaretier in talkshows hoort daar dan niet bij. En het is ook lastig onaardige dingen te zeggen over mensen die je in talkshows steeds tegen komt.
Veel veelal linkse cabaretiers hebben gras voor eigen voeten weggemaaid doordat ze alles kapot relativeren. Met als motto: "Eigenlijk zijn hier geen problemen, u heeft niets te klagen, want kijk eens naar de derde wereld en oorlogsgebieden. Dat is echt erg / alleen erg." Daarme ontneem je jezelf problemen en personen in eigen land echt aan te pakken.
Rondom misstanden in Nederland die openbaar worden wordt er zo goed als altijd ook melding gemaakt van angstcultuur - wegkijkcultur enz. Blijkbaar zijn angscultuur en wegkijkcultuur dermate onaangename onderwerpen voor onze politici en journalisten en cabaretiers dat we het er bijvoorbaat niet structureel over willen hebben. En het is natuurlijk ook hinderlijk bij Nederlandse hobby / kwaal: het veroordelen van misstanden in andere landen.
Lubach werkt met een team. De meeste cabaretiers zijn zowel performer en schrijven eigen teksten. De vraag is of complexiteit van onderwerpen / misstanden het nog goed mogelijk maken dat 1 enkele persoon dit nog voldoende kan doorgronden. Zeker als deze persoon ook nog eens de halve dag onderweg is voor zijn of haar optredens.
Cabaretiers hebben als stijlvorm vaak dingen uitvergroten en overdrijven. Dat is tegenwoordig steeds moeilijker om dat veel politici dit zelf al doen.
Lubach maakt ook met regelmaat gebruik van echte klassieke onderoeksjournalistiek. Ook die van FTM. Helaas is er steeds minder onderzoeksjournalistiek waar cabaretiers zich onder andere op kunnen baseren.
Diny Pubben 9
Jan Willem de HoopLicht te werpen op die angst- wegkijkcultuur en zelfcensuur.
Jan Willem de Hoop 12
Diny PubbenJe kan van hofnarren ook niet alles verwachten. Een journalistiek die zich er op voorstaat de macht te controleren, zal theorie hierover ook meer in praktijk moeten gaan brengen. En ook wij als burgers zullen ons steentje moeten bijdragen.
Diny Pubben 9
Jan Willem de HoopMijn hoop in de data systeemwereld is juist de Hofnar.
Lees net, advocaat:
'Hier kan ik zo f*cking slecht tegen.
Samen met politie vastgesteld dat cliënt slachtoffer is van identiteitsfraude. Maar overheidsinstanties laten hem (in nood) keihard stikken.'
Rob Okhuijsen
Jan Willem de HoopJan Willem de Hoop 12
Rob OkhuijsenIk verklaar succes en kwalitiet Lubach o.a. vanwege werken met team t.o.v. individuele cabaretiers.
Ik vind Lubach nu al geslaagd. Alleen denk ik dat hofnar geen koning moet worden, cabaretier geen politicus. Je ziet ook al dat poltici geen journalist nodig hebben en dat werk erbij doen. En journalisten die rol van poltici erbij op zich nemen, alsof ze zelf aan de knoppen zitten, ipv de macht controleren. Deze branchevervaging zorgt niet voor botsingen, maar zorgt voor langs elkaar heen kletsen.
Ten opzichte van vergelijkbare poging Jan Jaap van der Wal t.o.v. Lubach. Ik vind Lubach vele malen beter. Over oorzaak? Geen idee. Misschien kwalteitsverschil. Niet juiste moment. Concept net niet goed geneog doorontwikkeld.????????
Diny Pubben 9
Jan Willem de HoopIk wel. Als je bekend bent met de filosoof BC Han en zijn transparantie data kritiek.
(4de industriële revolutie, zeg ik)
Hij heeft het al over die Hofnar rol, als enige 'systeem tegenkracht' maar zonder dat dit tot echte politieke vragen discussies leidt. Zie eega Schippers, aftreden, geen politieke discussies. Zijn team is goed. Alle credits voor Lubach zal ook Eric Smith schrijven.
Ze gebruiken de moderne techniek wonderwel en daarnaast zijn ze goed op elkaar ingespeeld. Ze wisten meteen, dat gaan we doen, intuïtief, zal Lubach zeggen, toen idee Trump filmpje "The Netherlands Second" ontstond. Intuïtief en dat allemaal binnen een paar minuten. De Hofnar rol, toen ik BC Han las, jaren geleden moest ik al aan Lubach denken. In die zin ook mijn opmerking te begrijpen benieuwd hoe zich dat verder gaat ontwikkelen. Alle credits voor Lubach, laat hem maar in die Hofnar rol maar misschien zou de journalistiek dan wel die vraag voor de burger op de politieke agenda kunnen krijgen en niet accepteren dat er geen politieke discussie ontstaat na aftreden.
Daar hoort het 'te botsen', kan pas als genoeg mensen dit doorzien en gaan eisen.
Ferdi Scholten 5
-Er werd sinds 2010 drastisch gesneden in de overheids subsidies voor kunst en cultuur.
-Tegelijkertijd werd het hoge BTW tarief voor kunst en cultuur ingesteld. (dat werd later weer teruggedraaid, maar toen was de schade al aangericht)
Vrijwel direct werden toen bijna alle kleinkunst podia en voorstellingen uit de theaters geschrapt. Alleen de grote producties bleven over. De meeste kleine podia gingen dicht (of schakelden over op een ander medium, film). En dat waren nu juist de broedplaatsen voor kunst en cultuur, waar ook cabaret onder valt.
Peter Urbanus 5
Ferdi ScholtenFerdi Scholten 5
Peter UrbanusToen de BTW werd verhoogd was dat in een keer afgelopen.
Rob Okhuijsen
Ferdi ScholtenRob Okhuijsen
Peter UrbanusPeter Urbanus 5
Rob Okhuijsen
Peter UrbanusErik Urlings
Bijna niets zo vervelend als het hermetische egodocument van een artiest dat op geen enkele wijze de oversteek naar de ander lijkt te willen maken.
Nu vraagt het maken en ervaren van kunst natuurlijk wat: een openheid tot dialoog.
Daarbij zou ik “engagement” in deze breed willen omschrijven als de behoefte om ons bestaan te duiden en te proberen te doorgronden. Wat maakt ons mens en wat doen we hier? Wat verbindt ons en waar begint en eindigt “het individu”? Politieke betrokkenheid kan daar een klein onderdeel van zijn en is vaak een beetje het eerste en enige stokpaardje van de mindere talenten.
Iemand als Hans Teeuwen is een veel interessanter kunstenaar dan bijvoorbeeld een, pak ‘m beet, Wim Kan was. Ook de betere conferences van Freek gingen ver aan de politiek voorbij.
Dé onderwerpen zijn en blijven: lijden, lust, dood, vergankelijkheid, geweld en liefde. Maar ook dat kan dus, inderdaad, onder ‘engagement’ vallen. De kunsten zijn groot, heil de kunsten!
Rob Okhuijsen
Erik Urlings