
We hebben grootste crisis sinds de jaren dertig achter de rug maar we hebben er veel te weinig van geleerd, betoogde Ewald Engelen zondag in de Socrateslezing. Lees hier zijn volledige lezing terug, waarin hij een vlammend betoog houdt tégen de huidige econocratie en vóór media en intellectuelen die kritisch durven te kijken naar de status quo.
This stuff is so esoteric that the only people who understand it are in the business…
Can you imagine the people on a march against finance?
The guy on a megaphone shouting: What do we want?
And everyone answering: Specific curbs on short selling in certain circumstances!
— Zia Haider Rahman, In the Light of What We Know
De titel van Ewald Engelens Socrateslezing is Hoogmoed, kennis en crisis - zijn de lessen geleerd. De Socrateslezing wordt sinds 1984 georganiseerd door het Humanistisch Verbond en geeft commentaar op maatschappelijke ontwikkelingen vanuit een humanistisch perspectief. Eerdere lezingen werden verzorgd door Maajid Nawaz, Evelien Tonkens en Hans Achterhuis. De foto aan het begin is gemaakt door Johannes Abeling.
Komt een topeconoom op TV...
Amsterdam, een mooie nazomerse zondag bijna zeven jaar na het ontbranden van de grootste financiële crisis sinds de jaren dertig. Onze topeconoom gaat in het wekelijkse discussieprogramma Buitenhof in debat met twee pas afgestudeerde vertegenwoordigers van Rethinking Economics, een uit Manchester overgewaaid studenteninitiatief om het economieonderwijs diverser en relevanter te maken. Te veel mathematica, te veel modellen, te weinig empirie en te weinig tegenspraak zouden volgens Rethinking Economics hebben geleid tot een economische wetenschap die zich te weinig bewust was van haar eigen blinde vlekken. Daarmee is zij er mede verantwoordelijk voor geweest dat niemand in de smiezen had dat er in het mondiale financiële stelsel een uiterst wankele schuldenpiramide werd gebouwd. Of zoals Koningin Elizabeth zich in november 2008 bij de opening van een nieuw gebouw van de London School of Economics afvroeg: why did no one see it coming?De grote kloof
Terug naar de studio. De eerste vraag is voor de studenten: wat zijn jullie bezwaren? De eenzijdigheid van het economieonderwijs en de grote kloof tussen academische economiebeoefening enerzijds en prangende maatschappelijke kwesties anderzijds. Dat is de kern. Dan krijgt onze topeconoom het woord. Onderuitgezakt begint hij aan een minutendurende monoloog. Luister even mee: 'Zo’n 98 procent van de economen beoefent de mainstream economie. Daarnaast heb je nog zo’n dertig andere stromingen. Je hebt de Islamitische economen, de feministische economen (smalend lachje), de Oostenrijkse economen, de post-Keynesiaanse economen, noem ze maar op. En de vraag is: moeten we die ook betrekken in het curriculum? Persoonlijk lijkt me dat niet zo’n heel goed idee, juist omdat die mainstream al zo ontzettend divers is.' Bam, weg bezwaren. Vervolgens gaat onze topeconoom in de tegenaanval: 'Die groep van afsplitsingen, de heterodoxe economen, zoals we die ook wel noemen, dat is eigenlijk een groep die zich wil onttrekken aan de tucht en discipline van de mainstream. Er zijn congressen, er zijn toptijdschriften, daar stuur je je werk heen, zo gaat dat bij alle wetenschappen, het is heel erg lastig om erin te komen, meestal bij de top vijf tijdschriften wordt maar drie, vier procent geaccepteerd, en als je wordt afgewezen kan je een treetje lager gaan, terwijl van die heterodoxen die willen er eigenlijk niets mee te maken hebben, die richten hun eigen tijdschriften op, en je ziet het een beetje bij andere wetenschappen gebeuren, je ziet het in de biologie met Intelligent Design (weer dat smalende lachje), in de klimaatwetenschap heb je ook een groep sceptici…' [en dan valt de interviewer hem in de rede: het heeft te lang geduurd en het is te weinig gedoseerd voor een goed tv-debat]. Wat hier gebeurt, is illustratief voor waar ik het over wil hebben. Ondanks de aantoonbare medeverantwoordelijkheid van de economische wetenschap, breed gedefinieerd, voor een financiële crisis die volgens de leerstukken van de meest prestigieuze subdiscipline binnen de economie, de financiële economie, nooit had mogen gebeuren, is dat volgens onze topeconoom geen reden om de terechte maar onhandig geformuleerde bezwaren van zijn gesprekspartners serieus te nemen. Neem het eerste citaat. De subtekst luidt: (i) jullie weten niet waar jullie het over hebben; (ii) diversiteit is er al bij de vleet; en (iii) je bent niet wijs als je onderwijs wil volgen in exotische takken van economiebeoefening als de Islamitische, de feministische economie of, per implicatie, de post-Keynesiaanse of Oostenrijkse economie. Want dat is wat onze topeconoom deed. Door gerespecteerde stromingen als de Oostenrijkse school (Menger, Hayek, Schumpeter) en de post-Keynesiaanse school (Minski, Arestis, Dow, Skidelsky) spottend in een adem te noemen met in de ogen van de gemiddelde econoom onzinnige vertakkingen als de Islamitische of feministische economie (de homo economicus blijft immers homo economicus, ongeacht of hij nou vrouw of moslim is, een rok draagt of weigert rente te vragen) maakt hij ze handig verdacht.De wereld op zijn kop
Het tweede deel van het citaat is zo mogelijk nog illustratiever. Hier bestaat de topeconoom het om de eerder genoemde stromingen ‘afsplitsingen’ van de neoklassieke stam te noemen. Dit is de wereld op zijn kop. Pas in 1871 ontstond wat nu neoklassieke economie heet. Voortbordurend op het utilitarisme van Jeremy Bentham en James Mill schoeiden in dat jaar onafhankelijk van elkaar de Fransman Walras, de Brit Marshall en de Oostenrijker Menger hun economische theorieën op de leest van rationeel kiezende inidviduen en werd economie meer en meer een theorie van prijsvorming op markten. Vraag- en aanbodverhoudingen kwamen centraal te staan, niet langer de daadwerkelijke productie en consumptie van goederen en diensten door overheden, huishoudens en bedrijven. Dat werd afgeschoven naar de politieke economie, de sociologie en de bedrijfskunde. En dat heeft wel degelijk tot verschraling en ont-empirisering van de economie geleid.Pas in 1871 ontstond wat nu neoklassieke economie heetBelangrijker is echter dat het tot ver na de Tweede Wereldoorlog zou duren voor de economie als keuzetheorie de andere takken van economiebeoefening had gemarginaliseerd. En anders dan onze topeconoom suggereert, was dat niet de uitkomst van een sociaal-darwinistische strijd om het voortbestaan, resulterend, als door een onzichtbare hand gestuurd, in wetenschappelijke vooruitgang. Maar had het alles te maken met de algehele naoorlogse Amerikanisering van de wetenschapsbeoefening, die de economiefaculteiten van een drietal Amerikaanse elite-universiteiten (Harvard, MIT en Chicago), door simpelweg meer financiële middelen, betere netwerken en grotere toegang tot gezaghebbende organisaties als het IMF en de Wereldbank (de ‘Washington Consensus’) en controle over twee huistijdschriften (Quarterly Journal of Economics (Harvard) en Journal of Political Economy (Chicago)), in staat hebben gesteld de academische economiebeoefening te transformeren van een bont geschakeerde archipel in een strak hiërarchisch geordend ‘veld’ waarin een handjevol poortwachters met succes waakt over de ‘wetenschappelijke’ zuiverheid van de discipline.
Politieke voorkeuren
En met een beroep op ‘wetenschappelijke kwaliteit’ krijgen dan flink wat impliciete politieke voorkeuren hun ‘niet-ideologische’ zegen, terwijl omgekeerd andere politieke voorkeuren als ‘ideologisch’ worden buitengesloten. Neem de financiële economie, voor de crisis met vijf quasi-Nobelprijzen de parel aan de kroon van de economische discipline en sinds begin jaren tachtig uitgegroeid tot de meest geciteerde subdiscipline binnen de economie. In de jaren zestig en zeventig tot ontwikkeling gekomen aan Amerikaanse business schools en zich daar over typisch bedrijfsgerelateerde vraagstukken buigend, is de basis van de subdiscipline het leerstuk van perfecte financiële markten die betrouwbare prijzen genereren voor alle mogelijke toestanden van de wereld op basis van de universele beschikbaarheid van alle prijsrelevante informatie. Het onderzoeksprogramma van de financiële economie bestaat vervolgens uit het aanleggen van een lange en groeiende lijst van empirische afwijkingen van deze theoretische norm en het doen van aanbevelingen hoe deze afwijkingen kunnen worden weggenomen (door overheden) of kunnen worden weggearbitreerd (door beleggers en bankiers). Resten ervan steken dan ook op allerlei plekken door de wetsteksten heen die de afgelopen decennia wereldwijd de deregulering en liberalisering van financiële markten hebben afgedwongen, onder het motto: hoe minder marktverstoringen, hoe perfecter de markt en hoe efficiënter de allocatie van kapitaal, winst en risico.Dit bevatte rampzalige politieke voorkeuren, die het westerse kapitalisme naar de rand van de afgrond hebben gebrachtIn het licht van wat we nu weten, is het duidelijk dat dit rampzalige politieke voorkeuren bevatte, die het westerse kapitalisme naar de rand van de afgrond hebben gebracht, de publieke status van banken, politiek, toezicht en de academische economiebeoefening zwaar hebben beschadigd en huishoudens hebben opgezadeld met de last om tot in lengte van jaren krankzinnige bedragen op te hoesten om de budgettaire gaten geslagen door onverantwoordelijke bankiers en gegijzelde politici te dichten. En dus had ik als redelijk geïnformeerde buitenstaander een veel grotere bereidheid van onze topeconoom verwacht om het eigen disciplinaire verleden te onderzoeken, de eigen vooronderstellingen te onderzoeken en eindelijk een keer uit het zelfgekozen isolement te breken en aan te horen wat politicologen, sociologen, antropologen en – ja ook – geografen over de crisis te melden hebben. In plaats daarvan zijn leerstoelen Geschiedenis en Methodologie van de economie opgedoekt, worden de spaarzame sociale wetenschappers die zich academisch én publiekelijk uitlaten over economische onderwerpen genegeerd of belachelijk gemaakt, worden constructieve pogingen om de discipline te herijken arrogant van tafel geveegd, en wordt het antropologische werk van bijvoorbeeld Joris Luyendijk badinerend weggezet als 'koffie drinken met bankiers', zoals onze topeconoom bij Buitenhof deed. En bovenal had ik van onze topeconoom veel minder hubris en veel meer bescheidenheid verwacht; dat zijn discipline net als de rest van de mensheid maar wat aanklooit, had de crisis immers afdoende geïllustreerd.
Econocratië
We leven meer dan ooit in een econocratie: een wereld waarin beheersing van het financieel-economische taalspel het toegangskaartje is voor de toppen van politiek, toezicht, banken en bedrijfsleven. De vraag is dan ook of wij ons wel voldoende rekenschap hebben gegeven van het massale, massieve kennisfalen dat de Grote Financiële Crisis ook is geweest. Toegegeven, ook de econocraten hebben het (een beetje) moeten ontgelden. Denk aan de onthutsende interviews met economen als Frederic Mishkin en Martin Feldstein in Inside Job. Of de gênante vormen van zelfverrijking waar academici als Larry Summers zich voor de crisis aan hebben bezondigd, die Inside Job ook aankaartte. Of denk hier te lande aan publicaties van Rutger Bregman en Jesse Frederik van De Correspondent, die vraagtekens plaatsen bij de integriteit van al die economen, accountants, fiscalisten en juristen die met hun deeltijdleerstoel vooral hun private belangen een academisch sausje lijken te willen geven. Maar als ik het heb over kennisfalen heb ik meer op het oog dan de blinde vlekken van een paar economen, hoe invloedrijk hun wereldbeeld op politiek en publiek debat ook is en hoe groot hun rol bij het veroorzaken van de crisis ook is geweest. Daarmee doel ik op het veel bredere onvermogen van zowel academici en publieke intellectuelen als de media om waarheid tegen financiële macht te durven spreken en, net als in het sprookje van Andersen, te onthullen dat de bankier en zijn bankeconoom, de toezichthouder en zijn beleidseconoom, de politicus en zijn economische adviseur keizers zonder kleren zijn.Te vaak bleken academische economen insiders die tegen betaling theoretische legitimering verzorgden.Te vaak bleken academische economen insiders die tegen betaling de theoretische legitimering verzorgden bij beleid dat vooral de belangen van grootbanken diende. Te veel hebben academici uit andere sociaalwetenschappelijke disciplines zich neergelegd bij een arbeidsdeling die onderzoek naar de economie tot het exclusieve domein van de academische econoom maakte, daarmee een lange geschiedenis van vruchtbare grensconflicten (ik noem Marx, Weber, Veblen, Polanyi) onder het tapijt vegend. Te vaak bleken publieke intellectuelen de gevangenen van hun geesteswetenschappelijk paradigma en lieten zij zich door het numerieke jargon van de econoom afschrikken, en trokken zij zich terug op de culturalistische debatgronden van voor de crisis. En te veel bleek de pers kortademig, bevangen door een dagelijkse waan die alles te maken had met een wanhopig gevecht om een slinkende schare kijkers, luisteraars, lezers. Terwijl de financiële pers leed aan het stockholmsyndroom en zich te veel had vereenzelvigd met het zo op het oog hyperrationele, hypercompetente wereldbeeld van de supranationale financiële elite: mogen aanschuiven bij de groten der aarde doofde maar al te vaak de kritische vermogens.
met van respect en eerbied knikkende knieën werden de economische liturgieën als waren het de woorden Gods zelf aangehoord, opgetekend en gereproduceerd.En dus kregen de apodictische claims van economen, bankiers, toezichthouders en politici van voor de crisis dat Econocratië toch echt de beste van alle mogelijke werelden was geen enkel weerwerk. Sterker, met van respect en eerbied knikkende knieën werden de economische liturgieën als waren het de woorden Gods zelf aangehoord, opgetekend en gereproduceerd. Een bloemlezing: De president van de Amerikaanse centrale bank, Alan Greenspan in 1999: ‘Deze instrumenten [derivaten] vergroten de capaciteit om te differentiëren tussen verschillende soorten risico’s en die risico’s te alloceren over verschillende beleggers. Deze ontbundeling stelt financiële markten beter in staat om de risicovoorkeuren van afnemers te bevredigen dan voor de introductie van derivaten mogelijk was. De verdere perfectionering van financiële markten die hier het gevolg van is, verfijnt het allocatiemechanisme van kapitaal en helpt producenten die goederen en diensten te bieden die afnemers wensen. Dit heeft ontegenzeggelijk bijgedragen aan de productiviteitsgroei en de nationale welvaart.’ De Britse minister van Financiën, Gordon Brown, bij de opening van het nieuwe Londense hoofdkantoor van Lehman Brothers in 2004, tegen Dick Fuld: ‘Ik wil graag mijn eer bewijzen aan de bijdrage die jij en jouw bedrijf aan de welvaart van ons land hebben geleverd. Gedurende zijn 150-jarige bestaan is Lehman Brothers altijd een vernieuwer geweest, die nieuwe ideeën en vindingen financierde voordat anderen er de potentie van ontdekten.’ De Amerikaanse econoom en voormalig adviseur van Clinton en Obama, Larry Summers, in 2005, in respons op een kritisch paper van de Indiase econoom Raghu Rajan getiteld Has Financial Development made the World Riskier?: ‘Ik spreek als een bekeerling, als een voormalige voorstander van de tobintaks en als iemand die veel van financiële markten heeft geleerd van Alan Greenspan, en die de onderliggende, technofobe toon van het paper [van Rajan] grotendeels onzinnig vindt. […] De beste manier van denken over financiële innovatie is om het te vergelijken met de perfectionering van een transportsysteem, in dit geval niet om ruimte te overbruggen maar verschillende toestanden van de wereld. Het lijkt mij dat wat er op dat gebied de afgelopen jaren is gebeurd overwegend positief is geweest. Het is waarschijnlijk correct dat een evoluerend financieel stelsel een evoluerend toezichtsantwoord nodig heeft. Maar ik hecht eraan erop te wijzen dat we zeer voorzichtig moeten zijn met het benoemen van de gevaren van deze evolutie, gezien de veel grotere positieve aspecten ervan.’ De Amerikaanse minister van Financiën, Timothy Geithner, in 2006: ‘Financiële instellingen zijn steeds beter in staat om financiële risico’s te meten en beheersen. Risico’s zijn meer en beter gespreid, over een grotere groep van financiële intermediairs. Deze ontwikkelingen hebben bijgedragen aan een substantiële verbetering van de financiële kracht van de sleutelintermediairs en van de flexibiliteit en veerkracht van het financiële stelsel in de VS.’
Ewald Engelen bij de Socrateslezing. Foto door Johannes Abeling.
In die vermaledijde herfst van 2008 bleek het allemaal net wat anders in elkaar te steken dan de econocraten ons hadden voorgespiegeldZoals we tot onze grote schrik hebben ervaren, bleek het in die vermaledijde herfst van 2008 allemaal net wat anders in elkaar te steken dan de econocraten ons hadden voorgespiegeld. Geen spreiding van risico, maar meedogenloze concentratie. Geen superieur risicomanagement, maar tenenkrommend amateurisme. Geen veerkracht, maar extreme kwetsbaarheid. Geen adequate macro-economische beleidsrespons, maar diepe existentiële verwarring. Geen groei, maar een depressie gevolgd door een recessie die alle vermeende innovatiewinsten van voor de crisis weer even hard ongedaan heeft gemaakt. Rajan had in augustus 2005 gewoon keihard gelijk: Financial development had made the world much more riskier. En anders dan in de kinderbescherming, waar falen van deze omvang onherroepelijk tot strafrechtelijke vervolging zou hebben geleid, heeft geen der verantwoordelijken er een boterham minder om gegeten, laat staan er een dag minder om in vrijheid geleefd. Bernanke is nu de beschermheilige van de centrale bankierskaste en beunt bij als adviseur van Citadel, een hedge fund met 25 miljard dollar onder beheer. Wellink adviseert een Chinese staatsbank. Geithner heeft zichzelf voor een onwaarschijnlijk bedrag uitgeleverd aan het New Yorkse private equity-fonds Warburg Pincus. En Summers profileert zich sinds zijn mislukte poging om Bernanke op te volgen als Freischwebende Intelligenz en debiteert als hoogleraar economie aan Harvard nog even unverfroren als voor de crisis zijn standpunten. Zij het dat het nu standpunten zijn waar hij vroeger nog niet dood naast aangetroffen zou hebben willen worden. En hij schnabbelt bij als commissaris bij een hedge fund, bankgigant Citigroup en de Nasdaq-effectenbeurs.
Lessen uit de crisis?
Daarmee wil ik niet suggereren dat er niets is gebeurd. Van alle ‘vergeten’ economen die sinds de crisis zijn herontdekt, zijn Keynes en Minski veruit de belangrijkste. Uit het curriculum geschreven in de vijftien jaar voor de crisis door de fundamentalisten die meenden dat dé markt het pleit definitief had beslecht, heeft Keynes sinds de crisis op internet, in media en in boekhandels een terechte comeback gemaakt. En ook Minski, met zijn fasentheorie van financiële waanzin, mag zich terecht op een herontdekking onder de cognoscenti verheugen. De Nederlandsche Bank heeft sinds een aantal jaar zelfs haar eigen huis-Minskiaan in dienst, net zoals de Bank of England huisintellectueel Andrew Haldane de vrije hand heeft gegeven om te bouwen aan een indrukwekkend oeuvre van onorthodoxe publicaties gebaseerd op heterodox denkwerk. Al even verheugend is de hernieuwde aandacht voor economische geschiedenis. Ondanks twee faux-Nobelprijzen in 1993 grotendeels weggepoetst uit het curriculum toen de economische discipline na de val van de Berlijnse Muur zich net als dr. Pangloss in de beste van alle mogelijke werelden waande, is het vakgebied door de crisis weer helemaal terug van weggeweest. Dat heeft uiteraard alles te maken met de schaal van onze catastrofe, die nu eenmaal schreeuwt om vergelijkingen met de Grote Depressie van de jaren dertig. Zelfde oorzaak, even diep, even lang en in het geval van Nederland zelfs langer. En dus gaat het werk van Peter Temmin, Barry Eichengreen, Charles Kindleberger, Milton and Rose Friedman, John Kenneth Galbraith en van Bernanke zelf er weer in als koek. En hameren academische economen in koor op het belang van economische geschiedenis voor een goede, lees: meer contextgevoelige, economiebeoefening.Cognitieve winst is er ook te begroeten op het internet.Cognitieve winst is er ook te begroeten op het internet. Terwijl sociologen, geografen en politicologen zo goed als onzichtbaar zijn op Twitter en Facebook, floreert sinds de crisis de economische blogosphere. Vrijwel iedere zichzelf respecterende econoom heeft een blog en gebruikt die om ongevraagd de laatste mutaties van de crisis bijna live van kritisch commentaar te voorzien en deze via Twitter en Facebook wereldkundig te maken, daarmee geïnteresseerde burgers een dienst bewijzend die democratisch van onschatbare waarde is. Paul Krugman en Yannis Varoufakis danken er hun mondiale mediasucces aan. Hulde ook voor het IMF. Ooit verguisd vanwege zijn slagersrol in Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië, baart de eigen onderzoeksafdeling sinds kort het ene na het andere rapport dat economische heilige huisjes rücksichtslos naar de schroothoop der geschiedenis verwijst. De aanpak van de Griekse crisis was desastreus, en dat lag aan het begrotingsfundamentalisme van ECB en Europese Commissie. Ongelijkheid is slecht voor de economische groei. Een te grote financiële sector remt economische ontwikkeling. Flexibilisering van de arbeidsmarkt beschadigt het verdienvermogen van economieën op de lange termijn. Om er een paar te noemen. En daarmee is het IMF nu al een paar jaren progressiever dan de PvdA.
Het IMF is nu al een paar jaren progressiever dan de PvdA.En ja, Alan Greenspan heeft in een verhoor van een Amerikaanse senaatscommissie toegegeven dat zijn wereldbeeld verkeerd was. En ja, Larry Summer pleit sinds kort voor meer vakbondsrechten om de groeiende inkomens- en vermogensongelijkheden te lijf te gaan. En ja, ongelijkheid is ook door Summers, in navolging van Atkinson, Piketty en Stiglitz, uitgeroepen tot het prangendste probleem van onze tijd. En ja, de Hongaarse multimiljardair, hedge fund-eigenaar en breker van de Britse centrale bank, George Soros, heeft met het Institute for New Economic Thinking en zijn fantastische jaarcongressen, waar alles wat fris en fruitig is in de economie maar toch een pak draagt zijn inzichten presenteert, een belangrijke bijdrage geleverd aan het vergroten van de respectabiliteit van de heterodoxe economiebeoefening. Maar de academische economiebeoefening zelf, die genesteld in de top van de kennispiramide de toon van het financieel-economische taalspel bepaalt, is sinds de crisis nauwelijks veranderd. De enige aanwijsbare vernieuwing is de opkomst van de gedragseconomie, die toegepast op de financiële economie ‘behavioral finance’ heet: een al langer bestaande combinatie van economie en sociale psychologie, die de psychologen Kahneman en Tversky in 2002 de nep-Nobelprijs opleverde. De grote aandacht voor de rol van emoties, cognitieve oogkleppen en vuistregels vergoot ontegenzeggelijke de gedragsaannames van de economie.
Ewald Engelen bij de Socrateslezing. Foto Johannes Abeling.
Zo zijn de pathologieën van de academische economiebeoefening dezelfde gebleven.En zo zijn de pathologieën van de academische economiebeoefening dezelfde gebleven. De vanzelfsprekendheid waarmee de academische econoom de eigen conventies voor universele normen van wetenschappelijkheid houdt en inzichten uit andere disciplines als onwetenschappelijk afwijst. Het gemak waarmee aan mijn eigen Alma Mater de kosten van de financiële incompetentie van economische faculteitsbestuurders zijn afgewenteld op de uitmuntend presterende vakgroep Geschiedenis en Methodologie van de Economie: opgeheven, twee jaar na het uitbreken van de crisis. Het gebrek aan intellectualiteit. De geringe belezenheid. De arrogantie, de hubris, het machismo: zeventig procent van de academische economen is man. Het gebrek aan zelftwijfel, zelfonderzoek, aan filosofische reflectie op de grondslagen van de eigen discipline. Het ingenieurendom: 'de politiek gaat over de doelen, wij gaan over de middelen'. De trotse viering van het eigen isolationisme: geen discipline met minder verwijzingen naar andere disciplines dan de economische. De doofheid voor de terechte klachten van studenten over het anemische karakter van economie als mathématique manquée. Zeven jaar na de crisis zijn dat nog altijd de kenmerken. En natuurlijk helpt het overdreven ontzag van de media voor de vermeende expertise van de econoom daar niet bij. Volgens LexisNexis hebben Nederlandse media sinds 1980 zo’n duizendmaal het adjectief ‘topeconoom’ gebruikt. De eerste keer was in 1991. Toen viel Larry Summers die eer te beurt. Tot aan de crisis is het adjectief een ruime driehonderd keer gebruikt. Met de crisis ging het hek pas goed van de dam. Meer dan zevenhonderd keer heeft sindsdien een Nederlandse journalist een econoom ‘top’ genoemd; een eer die in diezelfde periode maar vijf sociologen, geen enkele politicoloog of antropoloog, vijf historici, zes filosofen (waaronder Cruijff) en geen enkele geograaf te beurt is gevallen.
De crisis van de gemiste kansen
Obama’s consiglieri, Rahm-Emanuel, oreerde na het bankroet van Lehman Brothers dat we de kansen op hervorming die een goede crisis biedt niet moeten verkwanselen: never let a good crisis go to waste. Helaas is dat wel gebeurd en dreigt deze grote crisis de geschiedenis in te gaan als de crisis van de gemiste kansen. De huizenprijzen stijgen weer, de hypotheeklast groeit, de bancaire sector heeft in Brussel via de Kapitaalmarktunie afgelopen woensdag alweer lagere kapitaaleisen voor verpakte hypotheken weten af te dwingen, schaduwbankieren heet sinds juni vorig jaar marktfinanciering en het kabinet hoopt dat het veel te trage en veel te late economische herstel in 2017 (of eerder) desalniettemin tot verkiezingswinst zal leiden. De Britse antropologe en journaliste Gillian Tett heeft erop gewezen dat technocratie, jargon en overcomplexiteit een financiële wereld hebben gecreëerd waar democratie geen greep op heeft. Het is de ontpolitiseerde, ontdemocratiseerde sociale stilte die over de bancaire sector hing die het bancaire wangedrag voor, in en na de crisis mede mogelijk heeft gemaakt. Samenlevingen als de onze zijn derhalve gedoemd de fouten uit het verleden te herhalen als we niet voldoende intellectuele tegenmacht weten te mobiliseren. Nimmer was de mate van financialisering van ons dagelijks leven zo groot: pensioen en hypotheek; private equity in de kinderopvang, de vuilverwerking en het grootwinkelbedrijf; vastgoed en derivaten in de semi-publieke sector; aandeelhouderswaarde en belastingontwijking in het grootbedrijf. En nimmer was de financiële geletterdheid zo klein. En dan bedoel ik niet dat je 'rente op rente' snapt. Dan bedoel ik dat je een gezond wantrouwen koestert jegens de verkooppraatjes waarmee de bancaire sector, ingefluisterd door economen en onweersproken door journalisten, ons, onze toezichthouders en onze politici ervan probeert te overtuigen dat de status quo de beste van alle mogelijke werelden is.Nimmer was de mate van financialisering van ons dagelijks leven zo groot. En nimmer was de financiële geletterdheid zo klein.Geïnstitutionaliseerde argwaan dus, liefst geschraagd door een forensisch ethos: Waar gaat het geld heen? Wie wordt er rijk van? Wie betaalt het gelag? Hoe wordt het verdiend? Hoe wordt dat verdoezeld? En, vooral, hoe wordt het gelegitimeerd? Wat zijn de metaforen, gelijkenissen en verhalen waarmee hebzucht van zijn politieke angel wordt ontdaan? Wie vertelt die verhalen? Waarom vertellen zij die verhalen? Wat is hun belang? Begrijp me niet verkeerd: het wordt gedaan. Neem de grote journalistieke onderzoeksproducties van NRC Handelsblad, Vrij Nederland en de Groene Amsterdammer; kijk naar de muckraking van internetplatforms als Follow the Money en De Correspondent; of neem de kritische reportages en documentaires van Radar, Zembla, Argos en Nieuwsuur. Maar het is allemaal te incidenteel, graaft vaak niet diep genoeg en, vooral, vergeet de structurele, maatschappelijke voorwaarden voor de misstanden die zij aan de kaak stellen bloot te leggen.
Libor is niet een op zichzelf staande gebeurtenis, maar komt voort uit een door en door verrotte bancaire cultuurLibor is niet een op zichzelf staande gebeurtenis, maar komt voort uit een door en door verrotte bancaire cultuur, die zelf weer het effect is van financialisering: een economische orde waarin financial engineering profijtelijker is dan het maken van goederen en diensten die de reële behoeften van burgers dienen. En het ontstaan van die orde heeft alles te maken met de erosie van de onderhandelingsmacht van de factor arbeid als gevolg van het politieke besluit, eind jaren zeventig genomen, om grootbedrijven en grootbanken verregaande mobiliteitsprivileges te geven zonder daar maatschappelijke voorwaarden aan te verbinden.
Waarheidssprekers
Dát blootleggen vereist een andere taakopvatting van media en academia dan hun huidige. Voor media: niet amuseren maar informeren; niet verpozen maar aanklagen; niet aanschurken tegen de macht maar de macht unverfroren de waarheid zeggen; niet de levensstijl van de abonnees kietelen maar ze tegen de haren in strijken. Voor academia: niet dienstbaar zijn aan overheid, arbeidsmarkt, grootkapitaal en die bespottelijke ranglijstjes waarmee bestuurders mooie sier maken, maar aan burgers. Als er namelijk iets is waaraan burgers in het gefinancialiseerde kapitalisme van vandaag de dag behoefte hebben, is het een constante, onverbiddelijke, nietsontziende kritiek van de status quo. Dat kan alleen als we die kraamkamer van intellectualiteit, de universiteit, transformeren van een technocratenmachine tot een instelling waar waarheidssprekers worden gevormd, of parrèsiastès zoals Michel Foucault ze noemde.Als er iets is waaraan burgers behoefte hebben, is het een constante, onverbiddelijke, nietsontziende kritiek van de status quo.Foucault zegt over deze waarheidssprekers dat de waarheid van hun uitspraken gewaarborgd is door hun oprechtheid, hun integriteit en hun moed. Wat zij uitspreken wijkt af van wat de meerderheid gelooft, van de communis opinio, en is daarmee in potentie gevaarlijk voor de waarheidsspreker zelf. Vandaar Foucaults nadruk op deugden en karaktervorming. Vrij naar Luther: hier sta ik, dit zeg ik, ik kan niet anders. Tegelijk is de ongemakkelijke waarheid die de parrèsiastès uitspreekt van eminent belang voor de vitaliteit van elk democratisch leven; de waarheid die zij spreekt, kan de gemeenschap behoeden voor collectieve dwalingen. Wat zou het fraai zijn als dat de missie van economieopleidingen was. Niet langer gelobotomiseerde technocraten opleiden die het financieel-economische taalspel voldoende beheersen om toegelaten te worden tot Econocratië. Maar studenten kneden tot waarheidssprekers die zijn geoefend in het leveren van fundamentele maatschappijkritiek, geïnformeerd door het emancipatoire inzicht dat de status quo niet aan natuurwetten beantwoordt maar een mensenmaaksel is en dus veranderd kan worden, wat zeg ik: moet worden. Hier kunt u de lezing in video nakijken/luisteren.
De titel van Ewald Engelens Socrateslezing is Hoogmoed, kennis en crisis - zijn de lessen geleerd. De Socrateslezing wordt sinds 1984 georganiseerd door het Humanistisch Verbond en geeft commentaar op maatschappelijke ontwikkelingen vanuit een humanistisch perspectief. Eerdere lezingen werden verzorgd door Maajid Nawaz, Evelien Tonkens en Hans Achterhuis. De foto aan het begin is gemaakt door Johannes Abeling.
159 Bijdragen
jefcooper
Mij uit het hart gegrepen.
Ik zal het hele verhaal nog eens aandachtig lezen, maar ik begin bewondering te krijgen voor de economische faculteit Groningen in de zestiger jaren.
Daar werd economie onderwezen, er werd niet geïndoctrineerd.
Die bewondering komt dan wat laat, dat geef ik toe.
Kan me niet herinneren dat de Oostenrijkse school ooit genoemd werd.
Dat klopt dan ook, volgens Judt kregen deze eind dertiger jaren uit Oostenrijk gevluchte lieden pas vanaf 1970 aanzien.
Een aanzien gebaseerd op dat hun verhalen velen toen goed uitkwamen, en een aanzien wat niet door had dat de mannen hun levenservaringen projecteerden op economische politiek, door gebrek aan historisch inzicht.
Als het twintig dertig jaar duurt voor je ideeën aanslaan, wat stelden die ideeën dan voor ?
De staatsgreep van 1934 in Oostenrijk had volgens mij heel weinig met economie te maken, wel met de clash tussen socialisten, en de aan de kant geschoven gevestigde orde uit de tijd van de Habsburgs.
Die clash werd al in 1932 voorspeld:
Joseph Roth, ‘The Radetzky march’, 1932, 1974, New York
Anton
Detailpuntje: het is Minsky, geen Mynski. Staat een beetje klungelig.
Jean
AntonMvdB
Jeanjefcooper
MvdBfrits
jefcooperJean
MvdBjefcooper
JeanMvdB
Jean"vergoot" mist een r en een e weghalen bij "ontegenzeggelijke"
Zit in mijn reread....
MvdB
MvdBJean
MvdBjefcooper
AntonJean
jefcooperjefcooper
JeanJean
jefcooperAnton
Dat vraag ik me serieus af. Neem bijvoorbeeld de volgende link, die een recensie bevat van het boek "Post-Keynesian Economics, New Foundations" van een van de meest vooraanstaande post-Keynesianen van dit moment, Marc Lavoie. De recensie is geschreven door een andere vooraanstaande post-Keynesiaan, John McCombie:
http://www.boeckler.de/pdf/v_2014_10_30_mccombie.pdf
McCombie, die overigens zeer positief is over het boek, schrijft o.a.:
"Let me conclude by posing the unattractive question: is Foundations the “Swan Song” of Post Keynesian economics? Marc is optimistic, I am not. [...] the situation is such that any young economists wishing to publish in heterodox economics does so at considerable risk to his or her own career in terms of tenure and promotion [...]."
fbakker
http://www.taaluilen.nl/schrijfadvies/van-lange-zinnen-naar-korte-zinnen/
De tabel hieronder geeft je in ieder geval wat houvast voor de
zinslengte. Niveau B1 telt daarin 10-15 woorden gemiddeld per zin.
Leesbaarheid
Gemiddelde zinslengte
A1 – A2 heel makkelijk te begrijpen
1 – 10
B1 gemakkelijk te begrijpen
10 – 15
B2 begrijpelijk
15 – 20
C1 moeilijk te begrijpen
20 – 28
C2 heel moeilijk te begrijpen
meer dan 28
Maar had het alles te maken met de algehele naoorlogse Amerikanisering van de wetenschapsbeoefening, die de economiefaculteiten van een drietal Amerikaanse elite-universiteiten (Harvard, MIT en Chicago), door simpelweg meer financiële middelen, betere netwerken en grotere toegang tot gezaghebbende organisaties als het IMF en de Wereldbank (de ‘Washington Consensus’) en controle over twee huistijdschriften (Quarterly Journal of Economics (Harvard) en Journal of Political Economy (Chicago)), in staat hebben gesteld de academische economiebeoefening te transformeren van een bont geschakeerde archipel in een strak hiërarchisch geordend ‘veld’ waarin een handjevol poortwachters met succes waakt over de ‘wetenschappelijke’ zuiverheid van de discipline.
Ik zit op 98, wie heeft er een langere zin gevonden, ben benieuwd naar het record.
(Ik had tot nu nog geen tijd om verder te lezen...ik moet af en toe ook nog werken..)
MvdB
fbakkerNu nog dat gelach wijzigen in gelag en ik ben tevreden.
jefcooper
fbakkerOok een gevolg van slecht onderwijs.
Rekenen, zo besliste vandaag een PvdA allochtoon, hoeft ook al niet meer.
Verder, ik kreeg ook wel eens het verwijt 'dat snappen ze (een bestuur van aanzien) niet'.
Ik reageerde met 'eenvoudiger kan ik het niet maken'.
In tegenstelling tot de algemene gedachtengang is economie niet eenvoudig.
Je kunt dat goed zien aan alle verwarde verhalen over wat geld is, hoe geld wordt gemaakt, en hoe het veel beter zou kunnen.
fbakker
jefcooperEn misschien heeft het een reden dat mensen zoals Ewald het niet "willen" vertellen. Zij worden niet meer goed betaalt, en vele stukjes schrijven levert wat meer op. Dus lekker lang rekken al die informatie, we zeggen dat het moeilijk is. We praten erover, reageren, discussies op forums en blogs over wie er al dan niet gelijk heeft. Wie er onzin uitkraamt. Vooral die fbakker, die praat nogal eens uit zijn nek. En toch...
Het publiek luistert allang niet meer naar politici. Het publiek luistert al nauwelijks naar een econoom. En binnenkort luistert niemand meer naar een gewone leraar, die voor de klas staat. Als we iets willen weten dan zoeken we het wel op en pakken gewoon het antwoord van 1 of andere blog, maar niet van die fbakker, die praat toch uit zijn nek.
pubben
fbakkerWaarin zoekt u iets op en hoe oordeelt u over al die zoekresultaten?
Hoe daarin de waarheid te vinden?
Ondertussen oordeelt u over E Engelen als iemand die niet goed meer betaald, met een d trouwens, wordt en daarom stukjes zou moeten schrijven. Waar leeft u van?
fbakker
pubbentegenover zich zelf. Men gelooft maar wat iemand vertelt. Een econoom
schrijft een stukje en daarin staan dezelfde elementen als eerdere
stukjes van hem. Er staat een zin in, verschrikkelijk lang. Praktisch
niet leesbaar meer. Je vermeld dit, je zegt dat de scrhrijver helemaal losgaat, je zegt dat je ook nog moet werken
en als reactie daarop krijg je dat mensen niet meer kunnen lezen, dat
anderen er geen moeite meer voor willen doen. Alsof ik, het stukje later niet zal
uitlezen. Men neemt het maar aan dat als iemand vermeld dat een bepaalde
tekst lastig opgesteld is, dat mensen niet meer kunnen of willen lezen. Een dergelijke reactie zie je vaak in een schoolklas van een andere leerling. Wat weinige doorhebben is dat als er 1 persoon aangeeft iets niet te begrijpen, er vaak ook een 2e of een 3e persoon is die het ook niet begrijpt. Die houdt alleen zijn mond stijf dicht op elkaar,
bang voor zo'n zelfde reactie. Maar ik dwaal af.
Een vraag, een kritische noot is een heel belangrijk leerproces en zet mensen aan het denken en dat wordt hier gesloopt.
Terugkomend vind ik deze reacties hierop dubbelzinnig opgesteld en ik begrijp
eigenlijk niet waarom het zo moet. Hebben we een trol? Een normale reactie?
Waarom gaat iemand reageren op iemand die vermeld dat een zin uit 98
woorden bestaat? Is een misplaatste 'd' of 't' belangrijker? Terwijl ik dan wel iemand begrijp?
Ik kan nog wel langer doorgaan hierover. Maar ik wil wel eens dat mensen
mij eens vertellen waar zij van leven en wat uiteindelijk hun gedachte
is over de crises en niet zo maar iets klakkeloos overnemen van een
econoom of uit een boekje.
"Hulde voor het IMF" schrijft Ewald in zijn stukje. Vanwege enkele rapporten die nu ineens wel correct zijn? Wat?
Dit meld het IMF, schrijf die leningen af EU. :
http://www.bbc.com/news/world-europe-33945263.
Terwijl Griekenland nog steeds het IMF moet afbetalen:
http://uk.businessinsider.com/greek-de
jefcooper
fbakkerNiet willen erkennen dat mensen wel gelijkwaardig zijn, maar niet gelijk.
Beter onderwijs vergroot de verschillen, de slimmen worden bekwamer.
Je ziet de tegenstellingen nu, de PvdA wil geen rekentoets, 'want dan krijgen ze geen diploma', VVD staatssecretaris wil een DRIE als uitkomst nog als voldoende zien.
Het niveau verlagen tot het laagste punt.
De PvdA als PvdD, de partij voor de dommen.
Duitse industriëlen zien de bui al lang hangen 'wir exportieren Intelligenz', daarmee bedoelen ze intelligente producten.
Ze zien aankomen dat daar een eind aan komt.
Gelukkig hebben Duitse bedrijven vaak eigen opleidingen.
Wat de politiek heeft bereikt is dat alleen het niet hebben van een diploma nog iets zegt.
Ik legde mijn kinderen diverse keren uit dat wat je kunt gemakkelijk is, dat wat je niet kunt moeilijk.
Of jij iets van economie begrijpt kan ik zo niet beoordelen.
Maar in het werkzame deel van mijn leven, en ook daarna, kwam ik tot de conclusie dat economie voor de meeste mensen HEEL moeilijk is.
Ik denk dat je dat ook hier kunt zien, vooral aan alle verwarde verhalen over geld.
Een gevolg van veel oliedomme academici is natuurlijk dat Jan met de Pet niet meer weet wat de academicus is met hersens, en die zonder.
Dat levert dan inderdaad op niet meer naar iemand luisteren.
Engelen is in mijn ogen een intelligente, en moedige man.
Als de UVA binnenkort een stok vindt om deze hond weg te jagen zal mij dat niet verbazen, en bevestigen dat go with the flow de beste carrière perspectieven oplevert.
fbakker
jefcooperDit klopt niet, het onderwijs is dan niet beter...
Als een leraar, wiens taak het is om les te geven. Beter dan wie ook hoe dit te doen. Dan moet hij beseffen dat mocht een politici hem voorschrijven hoe les te geven, hij het recht heeft dit naast zich neer te leggen. Wetens dat de politici ook ooit eens voor een leraar heeft gestaan.
jefcooper
fbakkerDe bijbelse uitdrukking is 'woekeren met de talenten'.
Door de verlaging van de onderwijsnormen krijgen de slimmen niet het onderwijs wat hun talenten tot uitdrukking kan brengen.
Vooral op het gebied van economie kun je zien welke ellende dat heeft aangericht.
Als je wilt zien wat tegenwoordig leraren etc. in de weg wordt gelegd kun je eens bij de Onafhankelijke Bloggers kijken, daar lucht iemand regelmatig z'n hart onder de naam Burro, als ik me goed herinner, ezel.
Red Mijniet
jefcooper
Varoufakis schrijft wie Yanis Varoufakis, 'The Global Minotaur, America, Europe and the Future of the Global Economy', London, New York, 2013.
Heb het boek niet bij de hand, kan dus niet opzoeken wie.
Wat mainstream economie is, geen idee.
Dat marxistische en Islamitische economie onzin is, dat begrijp ik.
Het gaat hier over ideologieën met een economisch sausje.
Wat economie is staat uitstekend in een boek uit de dertiger jaren: Lionel Robbins, 'An Essay on the Nature and Significance of Economic Science', Oxford 1932.
In 1963 ging het van de literatuurlijst in Groningen, 'te moeilijk', in het kader van de door de politiek gewenste mogelijkheid van 'iedereen doctorandus'.
Volgens Varoufakis werd vanaf 1970 nergens meer macro economie onderwezen.
Ik neem aan dat hij weet waar hij het over heeft.
Engelen Ewald Engelen, 'De Schaduw Elite', 2014 Amsterdam noemt een onderzoek naar het niveau van pas afgestudeerde economen met vreselijke uitkomsten.
Ik denk dat we nu bij de kern van de zaak zijn, er zijn nauwelijks capabele economen meer, en de paar die er wel zijn, zoals Varoufakis, steken verhalen af die niet worden begrepen, en dan lachen we ze maar uit.
" Het gebrek aan intellectualiteit. De geringe belezenheid. De arrogantie, de hubris, het machismo: zeventig procent van de academische economen is man. Het gebrek aan zelftwijfel, zelfonderzoek, aan filosofische reflectie op de grondslagen van de eigen discipline. Het ingenieurendom: ‘de politiek gaat over de doelen, wij gaan over de middelen’. De trotse viering van het eigen isolationisme: geen discipline met minder verwijzingen naar andere disciplines dan de economische. De doofheid voor de terechte klachten van studenten over het anemische karakter van economie als mathématique manquée. Zeven jaar na de crisis zijn dat nog altijd de kenmerken. "
Ook dit citaat is me uit het hart gegrepen.
Ik citeer dan nog maar even Keynes 'Practic
MvdB
jefcooperBen je een beetje voorzichtig jefcooper? Jij doet dat namelijk ook.
jefcooper
MvdBBen ik een politicus die roept 'werken moet weer lonend worden" ?
MvdB
jefcooperHank.Rearden
jefcooperjefcooper
Hank.ReardenGeloven doen we in de kerk, en daar kom ik nooit, behalve vanuit architectonisch oogpunt.
Het hang van de argumentatie af in hoeverre je waarde hecht aan een voorspelling.
Achteraf kan je daar niet veel mee, het is lastig je mentaal in de situatie te verplaatsen van toen, ontweten is er niet, behalve bij dementie en Alzheimer.
Maar als ik achteraf de verklaringen lees hoe het zo gekomen is denk ik 'wat een verzameling idioten'.
Wiskundige modellen die de absolute minimum waarde van een hutspot van activa zouden kunnen vaststellen.
Er is in de wereldgeschiedenis nog nooit iets geweest wat een absolute waarde had, ook goud en zilver niet, onroerend goed al helemaal niet.
Hoe zouden dan vorderingen een absolute waarde kunnen hebben ?
MvdB
Die Ewald toch, Himmelhoch jauchzend (hopelijk nog heel vaak) en zum Tode betrübt (liever niet en nooit meer).
Pieter Jongejan
Roland Horvath
Pieter JongejanWat kwalijk is, is het feit dat van economie en politiek vaak gedacht en beweerd wordt dat er zoiets als de algemeen aanvaarde leer bestaat die sommigen vanzelf volgen. Een gevolg en een uitwas daarvan zijn de onafhankelijke bestuurders zoals de ECB directie. Of zakenkabinetten alsof niet iedereen een ideologie op het oog heeft. De EU Commissie is zo'n zakenkabinet -en tevens een zakkenkabinet zoals Rutte2 en Michel1 dat ook zijn- dat geen ideologie en geen programma heeft. De EU bestaat 57 jaar en de EU regering, de Commissie is een karikatuur van en regeling. De Raad en het Parlement zijn eveneens karikaturen. De Raad: 4 rechtstreeks verkozenen per lidstaat. En de EU burgers dan? Die mogen niet eens ieder jaar het EU bestuur al dan niet het vertrouwen geven. Als niet, dan nieuwe verkiezingen voor Raad en Parlement.
Voor wetenschap en ideologie geldt vooral als belangrijk de overeenstemming met feiten. Bijvoorbeeld, de EU besparingen zijn er om via een lagere koopkracht te zorgen voor het concurrentie vermogen van de exporterende bedrijven GMO en MKB/KMO. Resultaat: De EU export is niet goed en de waarde van de euro is gedaald. De EU besparingen beogen een ander doel namelijk armoede te creëren. Ze zijn een leugenachtige ideologie en niet met feiten in overeenstemming.
Pieter Jongejan
Roland HorvathNu terug naar de huidige goedkoop geld politiek. Die heeft tot doel om zowel de export als het aangaan van schulden te bevorderen. Beide beleidsdoelen zijn gerealiseerd. Europa heeft zowel een overschot op de betalingsbalans als een onhoudbaar hoog schuldenniveau. Onhoudbaar omdat de rente niet nog verder verlaagd kan worden. Op korte termijn lijkt een lage rente voor BOM (banken, overheden en multinationals) gunstig; op iets langere termijn ziet het plaatje er heel anders uit. Dus ook bij een wetenschappelijke benadering kunnen verschillende partijen gelijk hebben. De vraag is dan of je een korte termijn benadering een ideologie moet noemen.
jefcooper
Pieter JongejanZonder die steun hadden de Britten in november 1917 moeten capituleren, hongersnood, de duikbootoorlog.
Het Britse empire veroorzaakte de eerste wereldoorlog.
In hoe verre joden daarbij een rol speelden is onduidelijk.
E.D.Morel, ‘Truth & The War’, 1916, London
Donald McCormick, ‘The mask of Merlin, A Critical Study of David Lloyd George’, London, 1963
jefcooper
Roland HorvathEen theorie wordt verworpen zodra kan worden aangetoond dat die theorie niet goed voorspelt.
Zo ging Newton's zwaartekracht theorie te gronde door Einstein's relativiteits theorie.
Een ideologie heeft niets met feiten te maken.
Het is een stel waardeoordelen, al dan niet consistent.
Roland Horvath
jefcooperjefcooper
Roland HorvathMaar je kunt er geen satellieten mee besturen.
Zoals Richard Feynman terecht opmerkt gaat het bij wetenschappelijke vooruitgang over zeer kleine afwijkingen van de voorspelling van een theorie, die afwijking kan dan leiden tot een betere theorie.
Een ideologie hoeft niets met feiten de maken hebben, ik ken geen godsdienst die iets met feiten te maken heeft, b.v.
Anton
"The completeness of the Ricardian victory is something of a curiosity and a mystery. It must have been due to a complex of suitabilities in the doctrine to the environment into which it was projected.
That it reached conclusions quite different from what the ordinary uninstructed person would expect, added, I suppose, to its intellectual prestige.
That its teaching, translated into practice, was austere and often unpalatable, lent it virtue.
That it was adapted to carry a vast and consistent logical superstructure, gave it beauty.
That it could explain much social injustice and apparent cruelty as an inevitable incident in the scheme of progress, and the attempt to change such things as likely on the whole to do more harm than good, commanded it to authority.
That it afforded a measure of justification to the free activities of the individual capitalist, attracted to it the support of the dominant social force behind authority.
But although the doctrine itself has remained unquestioned by orthodox economists up to a late date, its signal failure for purposes of scientific prediction has greatly impaired, in the course of time, the prestige of its practitioners. For professional economists, after Malthus, were apparently unmoved by the lack of correspondence between the results of their theory and the facts of observation; — a discrepancy which the ordinary man has not failed to observe, with the result of his growing unwillingness to accord to economists that measure of respect which he gives to other groups of scientists whose theoretical results are confirmed by observation when they are applied to the fa
MvdB
AntonKnap hoe je met een paar woordjes veranderen zo'n sprong in de tijd maakt.
frits
MvdBdocki
fritsfrits
dockiMvdB
fritsJean
Antonkruz
De partij die er profijt bij heeft houdt zich stil, zet juist mensen aan tot bovenstaande of staat in de macht om iets aan jou te doen en heeft dus de voordeel.
Helaas moet er eerst wat goed kapot gaan voordat er wat aan gedaan wordt en zelfs 2008 was niet erg genoeg.....
Mensen geven nou eenmaal niet snel hun toegeëigende rechten op. En een menigte beweegt pas als het er echt erg aan toe is en ze het gevoel hebben niets meer te verliezen. Dan krijg je een unmovable object die geraakt wordt door een unstoppable force met heel wat collateral damage.
En zijn we er over 100 jaar weer. History repeats itself, tenzij je 1 van de 2 variabelen voor kan zijn.
MvdB
"Ik begrijp Ewald Engelen volkomen.
Maar de waarheidssprekers die hij zoekt, zijn niet academisch op te leiden of maakbaar.
Zij worden door het leven zelf gemaakt."
Dat commentaar is me -als in steen gebeiteld- bijgebleven.
pubben
MvdBZo o o o o o o o o o, zo volkomen eens!
"Als in steen gebeiteld." Een goede beeldhouder weet 'wat' weg te hakken.
Ik hap naar lucht, om de goede journalistieke vragen te stellen, hier op FTM,
Molenaer
MvdBMvdB
MolenaerDaar is geen woord Frans bij en plat kalle ze ouch neet in dat leedje ;-)
peter
peter
peterDat jullie door dit soort teksten kunnen worstelen. Mijn comlimenten.
Red Mijniet
peterpeter
Red Mijnietjefcooper
peterIk zie ook niet zo gauw hoe je dit kunt verwoorden zonder 'moeilijke' woorden.
Molenaer
Het is een streven naar zekerheid die er fundamenteel niet is. Het is zo jammer dat de mensen die de onzekerheid niet aankunnen terecht komen op invloedrijke plaatsen, terwijl de mensen die onzekerheid wel aankunnen in de marge blijven.
Terwijl het om kunnen gaan met onzekerheid toch wel nummer één is in de lijst van voordelen bij overleven.
peter
MolenaerRed Mijniet
peterpeter
Red MijnietAanklooien keur ik goed hoor!
Red Mijniet
peterpeter
Red MijnietMaar goed, als jij behoefte hebt aan dit soort teksten waarin staat dat banken verrot zijn en ze allemaal niks hebben geleerd, is dat je goed recht. Ik luister liever naar mensen die dieper op onderwerpen ingaan. Als je de diepte ingaat zal je zien dat nuance vaak komt bovendrijven. Herken je vaak de vakmensen aan ;-)
Red Mijniet
peterYogibeer
Red MijnietRed Mijniet
YogibeerOver wetenschap gesproken. Als een theorie de test van de ervaring (zij het een experiment of de belevenissen van dag tot dag) niet doorstaat dan wordt die theorie verworpen. Zo niet in de economie, waar valse profeten door het plaatsen van wat voetnoten de eigen waarheid blijven prediken.
Tot besluit. Twijfel is de school van de waarheid.
jefcooper
Red MijnietHij probeerde natuurkunde uit te leggen, hij was wars van elke autoriteit, ook van godsdienst, overigens.
Richard P. Feynman, ‘The Meaning of It All’, London 1998
Richard Feynman, 'Six Not-So-Easy Pieces, Einstein's Relativity, Symmetry and Space Time', London, 1963, 1997
Richard Feynman, 'The Character of Physical Law', Cambridge MA 1967, 1989
Jagdish Mehra, ‘The Beat of a Different Drum, The Life and Science of Richard Feynman’, Oxford 1994.
Zijn uitleg dat lichtverschijnselen begrepen kunnen worden door licht te zien als deeltjes, fotonen, is meesterlijk.
Maar ook dan nog moeilijk te volgen.
Jammer dat hij betrekkelijk jong overleed.
Yogibeer
jefcooperYogibeer
Red MijnietOverigens over QED gesproken. Einstein en ook de Nederlandse fysicus, en Nobelprijswinnaar, Gerard 't Hooft erkenden en erkennen beiden de onzekerheidsrelaties in de kwantummechanica en de juistheid van de formules daarvoor. Toch streefde Einstein ernaar, en is het ook een ambitie van Gerard 't Hooft, om naar een diepere causale grond te zoeken. Met name omdat de kwantummechanica en de zwaartekracht volgens de relativiteitstheorie niet met elkaar in overeenstemming zijn te brengen. Dus ook in de natuurkunde heb je twee stromingen die nog niet verenigd zijn, de kwantummechanica en de relativiteitstheorie, plus onvoorspelbare dynamische systemen, zoals plasma's en het weer.
peter
Red Mijnietjsmid
peterMolenaer
peterYogibeer
2) De voornaamste oorzaak van de financiële crisis was de veel te lage, ongewogen, solvabiliteit van banken. Zo simpel als dat. Anat Admati heeft dat in haar boek 'The Bankers New Clothes' uitstekend uitgelegd. Het zogenaamde 'risicomanagement' van banken is slechts nuttig als een - bijzonder ingewikkeld - intern hulpmiddel voor het management van de bank. Maar ter bepaling van de echte solvabiliteit is het uit den boze. Een gezonde, ongewogen solvabiliteit ligt tussen 20% en 30%, zijnde weerstandsvermogen t.o.v. het balanstotaal, en verder basta! Ingewikkelde trucs met o.a. coco-obligaties dienen zonder meer te worden verboden.
3) Ewald Engelen heeft groot gelijk dat economie bestudering van het menselijk gedrag in houdt, in de gevallen waar het over geld, inkomen en vermogen gaat. Een studie economische gedragsgeschiedenis is daarvoor essentieel, en het is een schande als die afgeschaft wordt. Met name macro economen dienen zich in deze inderdaad veel nederiger op te stellen en afstand te nemen van hun, veelal illusoire, wiskundige modellen. Ook belezenheid is een essentieel onderdeel, Piketty heeft dat ook heel juist aangetoond - door bijvoorbeeld historische romans in zijn studie te betrekken.
4) Tot slot, de zogenaamde "topeconomen" in Nederland bestaan, in de verste verte, niet. Het is vooral tweede rang of minder. De Nederlandse media zouden zich daarom eens wat meer internationaal moeten opstellen, in plaats van alleen maar provinciaals klein Nede
peter
YogibeerHoezo waarheidssprekers? Alsof onze onderwijzers de mensen zijn die de waarheid kennen...... Ze moeten zeker de waarheid kennen die EWALD of JORIS heet?
Zie dit filmpje nu eens in Buitenhof met Pieter Gautier
http://www.npo.nl/buitenhof/30-08-2015/VPWON_1232774/POMS_VARA_1839350
Het is toch van ontluisterend niveau. Ze studenten komen niet verder dan te vertellen dat ze wat anders willen, maar wat ze dan precies willen kunnen ze ons niet vertellen. Zeer terecht dat Pieter Gautier de vraag stelt in hoeveel smaakjes ze willen onderwezen, en wat dan die zogenaamde waarheid is.
Bovendien duurt onze studie maar zeer kort en begint het echte leerwerk pas daarna. Door middel van internet leven we in een fase dat we allemaal in staat zijn om onze visie verder te ontwikkelen. Het idee dat onze studie bepaalt hoe wij tot onze 80e denken is lachwekkend.
Ik begrijp de kritiek op Pieter Gautier dan ook niet. De man zegt helemaal geen gekke dingen.
Anton
peterMaar wat verwacht je dan? Het zijn nog studenten! Je kunt pas weten wat je wilt als je weet wat er te halen is.
Wat die studenten in essentie willen is: leren wat er te leren valt, en dan zelf een keuze maken van zij het meest plausibel vinden klinken. Het moderne economische onderwijs ontneemt ze die kans door zich steeds meer te focussen op het mainstream paradigma en al het andere overboord te kieperen.
Ik heb voor mezelf datgene gedaan wat die studenten graag zouden willen: bestuderen wat er zoal te vinden is en daaruit te kiezen wat voor mij het meest plausibel is. Het mainstream paradigma is daarbij voor mij overtuigend afgevallen, kortweg om de volgende redenen:
- haar basisveronderstellingen (paradigma) zijn onnodig wereldvreemd;
- haar modellen hebben geen voorspellende waarde.
Ik voor mezelf ben bij de post-Keynesiaanse stroming terechtgekomen als de voor mij meest plausibele stroming, en dan vooral wat ik maar de "Godleyaanse" onderstroming noem (of misschien beter: Kaldoriaanse onderstroming), omdat:
- haar basisveronderstellingen precies aansluiten bij wat ik in de wereld om me heen zie gebeuren;
- haar modellen, hoewel ze nog in de kinderschoenen staan, wel degelijk voorspellende waarde hebben.
Peter
AntonAnton
PeterWat dat betreft de volgende leestip (in de volgende link de pdf aanklikken), waarin naar mijn idee in een redelijk compacte en begrijpelijke vorm wordt uiteengezet wat er mis is met het mainstream paradigma, en wat de post-Keynesianen daar tegenover zetten. Ik ben benieuwd of je dat kwakzalverij vindt (pdf aanklikken):
http://www.elgaronline.com/view/9781847204837.00006.xml
peter
AntonIk stel niet dat er ruimte mag zijn voor alles wat niet mainstream is, maar ik stel dat dit niet moet worden onderwezen in de reguliere studies op de universiteit. Want hoe ga je de keuzes maken wat dan in het pakket moet komen te zitten? De wereld van wat niet mainstream is zou allemaal in dat pakket willen zitten. Gaan we dan een commissie oprichten waar de heren Ewald en Joris gaan bepalen wat de waarheid is wat studenten moeten leren? Kortom, dat is onmogelijk. Het zou de studies veel langer maken, met alle kosten van dien. Studenten moeten gewoon de basiskennis beheersen (hoewel ik vaak bij afgestudeerden denk dat ze het allemaal al weten...)
Dus alles wat niet mainstream is, moet niet worden onderwezen in basispakketten op universiteiten. Dat leent zich heel goed om zich verder te ontwikkelen buiten studies om. Zelfs de bekende mainstreameconomen danken hun grootste kennis niet aan de studies op universiteiten. Alles wat daaruit voortvloeit en goed is, evolueert zich vanzelf verder en de schifting die wordt gemaakt zal er uiteindelijk toe leiden dat wat nu niet mainstream is, mainstream kan worden. We hoeven niet allemaal op het niveau te zitten van Bas Jakobs of Lex Hoogduin als we de studie afronden. Dat zaten ze namelijk zelf ook niet.
Anton
peterEen naïeve gedachtegang. Op basis van wat ik erover lees is er een beweging gaande dat publicaties die niet passen binnen het kader van het mainstream paradigma niet door de belangrijke economische tijdschriften worden geaccepteerd, terwijl tegelijkertijd onderzoekers worden geweerd die niet publiceren in die tijdschriften.
Yogibeer
Antonpeter
AntonAnton
peterDat is op zichzelf inderdaad een naïeve gedachtegang! Maar dat is niet wat ik bedoel. Wat ik bedoel is dat:
- onderzoekers die onderzoek doen dat qua basisveronderstellingen niet voldoet aan mainstream criteria, die onderzoeken niet gepubliceerd krijgen in de betere mainstream tijdschriften;
- onderzoekers die niet in de betere mainstream tijdschriften publiceren niet in aanmerking komen voor een baan aan de meeste (want mainstream) universiteiten.
Vergelijk het met de middeleeuwen. Astronomen die zich niet hielden aan het paradigma dat de aarde in het middelpunt van het universum staat (dus dat planeten om de zon draaien i.p.v. om de aarde) kregen een enkeltje brandstapel.
Bedenk dat veel belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen zijn gedaan door jonge onderzoekers met een betaalde baan aan een universiteit of andere onderzoeksinstelling. Die jonge onderzoekers denken er wel twee keer over na voordat ze hun carrière op het spel gaan zetten met onderzoekswerk dat ze hun baan en hun reputatie kan kosten. Die kiezen eieren voor hun geld en houden zich of netjes aan de mainstream dogma's, of ze gaan iets heel anders doen.
De bekende heterodoxe econoom Steve Keen, die jarenlang aan een universiteit doceerde (en daar mainstream vakken moest geven), scheef dat het zijn ervaring was dat de slimmere studenten al snel doorhadden dat het mainstream paradigma wel heel erg ver van de werkelijkheid afstaat, en die studenten switchten vervolgens naar een bedrijfskunde opleiding, of naar een heel andere studierichting.
peter
AntonEr zijn zoveel grote denkers die in het begin niet serieus werden genomen waar de massa later anders is tegen gaan aankijken. Maar waar we voor moeten waken is dat we iedereen als grote denker gaan zien. De mainstream sluit dus niks uit, iets ontwikkelt zich op basis van draagvlak tot mainstream.
Ik ben er van overtuigd dat over 50 a 100 jaar er grote denkers zullen zijn, die nu leven, maar die amper nog bekendheid hebben. Misschien dat het er 2 of 5 zijn. Maar op dit moment hebben we miljarden denkers. Hoe ga jij de selectie NU maken uit die hele grote groep wie die grote denkers zijn waarvan je stelt dat die nu in de studies moeten worden meegenomen? Dat is onmogelijk, en daarom moet je de tijd het werk laten doen waardoor je vanzelf ziet welke denkers het draagvlak van de maatschappij gaan krijgen, en zich evolueert tot mainstream. Vervolgens neem je dat mee in het onderwijs. Grote denkers kregen bijna altijd veel later die titel. Jij wilt ze kennelijk al vooraf bepalen. Je leeft in de veronderstelling dat we nu al precies weten wat het mainstream paradigma is. Ik stel dat je dat nu nog niet weet. Dat zullen pas de generaties na ons weten.
Anton
peterIk probeer nu juist te betogen dat de mainstream probeert om alles uit te sluiten dat niet gehoorzaamt aan het mainstream paradigma.
"Hoe ga jij de selectie NU maken uit die hele grote groep wie die grote denkers zijn waarvan je stelt dat die nu in de studies moeten worden meegenomen?"
Ik kan die selectie niet maken, en wil dat ook helemaal niet. Mijn redenering is, simpel gezegd, als volgt:
- je moet eerst zaaien voordat je kunt oogsten;
- de mainstream probeert alle zaadjes die niet het mainstream DNA bevatten in de kiem te smoren;
- daarmee bereikt de mainstream dat alle niet-mainstream economische denkers, waarvan sommige zouden kunnen uitgroeien tot grote denkers, in de kiem worden gesmoord.
peter
AntonIk ken heel veel mainstream economen die discussies voeren over alles wat nog niet mainstream is, en daar heel veel kennis over hebben. Maar dat betekent nog niet dat ze het EENS hoeven te zijn met de denkwijzen van anderen.
Jij steekt toch ook veel tijd in het lezen van artikelen? Zo doe ik dat ook. Weet je wat het resultaat van al dat lezen is?
1) je komt materie tegen waarvan je denkt: dat is goed
2) je komt materie tegen waarvan je denkt: dat is slecht
Zouden alle schrijvers van in onze ogen slechte materie ons er van beschuldigen dat wij niet open staan voor veranderingen? Dat onze tunnelvisie nieuwe ideeën tegenhoudt? Ik denk eerder dat we gewoon moeite hebben met het idee dat mensen anders denken over zaken, en veel te snel anderen willen beschuldigen van zich dan niet verdiepen in de materie.
Dat zie je overal terug. Neem Griekenland als voorbeeld. Je hebt mensen die Griekenland de schuld wil kwijt schelden, en je hebt mensen die dat niet willen. Iedereen is van mening dat de ander de materie niet snapt.
We moeten niet het beeld schetsen dat mainstream economen zich alleen verdiepen in hun eigen materie. Ze lezen zoveel andere materie en zijn altijd op zoek naar sterke punten en andere visies waarvan ze mogelijk kunnen leren. Maar het resultaat zal en kan niet zijn dat ze het overal eens mee zijn.
Anton
peterIk voor mijzelf heb geconcludeerd dat de post-Keynesianen een veel sterker verhaal hebben dan de mainstream economen, een verhaal dat bovendien op overweldigende wijze wordt ondersteund door de beschikbare statistieken. Een paar treurige voorbeelden:
1. de verondersteld oplopende mainstream marginale kostencurve, die in werkelijkheid horizontaal of zelfs dalend is omdat bedrijven helemaal niet proberen om hun winst te maximaliseren, maar om hun groei te maximaliseren (wat overigens heel rationeel is, want daardoor hebben ze op termijn een grotere overlevingskans en kunnen ze op termijn meer winst maken), en wat op zichzelf al genoeg is om het mainstream evenwichtsmodel tot zinken te brengen;
2. de zogenaamd (intertemporal) utility-maximizing consumer die in werkelijkheid helemaal geen utility maximaliseert, niet alleen
omdat die consument dat helemaal niet kan (niet in de toekomst kan kijken), maar ook omdat die consument dat helemaal niet wil (in mainstream ogen irrationeel gedrag vertoont, bijvoorbeeld excessief spaargedrag bij ouderen en bejaarden);
3. de mainstream productiefunctie (een centraal en cruciaal element in mainstream modellen), gebaseerd op het empirisch ontkrachte
mainstream concept van bedrijven die opereren op het punt waar het marginale product van arbeid en van kapitaal gelijk is aan nul, d.w.z. waar de winst-maximaliserende hoeveelheid arbeid en kapitaal is ingezet (wat hierboven in punt 1 wordt ontkracht).
Elke econoom, ook als het een gearriveerde mainstream econoom betreft, die het waagt om deze en andere mainstream “waarheden” ter discussie te stellen is zijn wetenschappelijke leven niet zeker. Dat is althans wat ik
lees in de hiervoor
peter
AntonKijk nu gewoon eens naar bv Schauble. Die heeft helemaal niet dezelfde opvattingen als Krugman, maar toch zijn er overlappingen waarover ze wel hetzelfde denken. Dat zijn gewoon 2 mensen die onderwijs hebben genoten, zelf zijn gaan nadenken met mainstream kennis, en nu podium hebben om de mening te ventileren. Hoor ik deze mensen klagen dat ze door het onderwijs niet de ruimte hebben gehad om zelf gezond te kunnen nadenken? Nee.
Er is in deze tijd meer dan vroeger alle ruimte om alles te onderzoeken en je mening kenbaar te maken. En niemand is zijn wetenschappelijke leven zeker. Jij maakt toch ook onderscheid en hebt toch ook voorkeuren voor wie je leest en wie niet? Dat heet draagvlak en is geheel afhankelijk van de kwaliteit wat je aflevert. Vernieuwende denkers wijken altijd af van de mainstream, en vernieuwingen hebben altijd de ruimte gehad om zich verder te ontwikkelingen, waarbij de beste vernieuwingen leiden tot mainstream. Dat was zo, en zal in de toekomst niet anders zijn.
Anton
peterMooi dat je dit voorbeeld noemt! Ze gaat in essentie over een conflict dat is uitgebroken tussen de twee belangrijkste mainstream onderstromen, de nieuw-klassieken en de nieuw-keynesianen. Beide groepen geloven in hetzelfde paradigma: een steeds naar een situatie van optimaal evenwicht bewegende economie als gevolg van winst-maximaliserende bedrijven, utility-maximaliserende consumenten, etc, etc. Het grootste verschil tussen die twee, voor zover ik weet (ik heb me er niet echt in verdiept), is dat de nieuw-klassieken geloven dat de economie zich soepel aanpast - mits de overheid er zoveel als mogelijk met haar tengels van afblijft (Schauble), terwijl de nieuw-keynesianen geloven dat de economie “sticky” is (waarmee ze bedoelen dat lonen en prijzen zich traag aanpassen aan verschuivingen in marginale productiviteit van arbeid en kapitaal), waardoor de economie langdurig uit evenwicht kan raken en in die periode overheidssteun nodig heeft (Krugman). Maar dit is een pure interne geloofsdiscussie, het gedeelde en gekoesterde mainstream paradigma blijft daarin fier overeind.
“Vernieuwende denkers wijken altijd af van de mainstream, en vernieuwingen hebben altijd de ruimte gehad om zich verder te ontwikkelingen, waarbij de beste vernieuwingen leiden tot mainstream. Dat was zo, en zal in de toekomst niet anders zijn.”
Mee eens, maar de geschiedenis leert ook dat als daarvoor een
belangrijke paradigma-shift nodig is (met als gevolg sneuvelende reputaties en ego’s), een dergelijke vernieuwing zeer moeilijk is door te voeren. Daar komt in de economische wetenschap nog een belangrijke factor bij: grote economische actoren zoals banken, multinationals en zeer rijk
peter
AntonIk vind het te makkelijk om te stellen dat dit bewust wordt tegengehouden door de mainstream. Natuurlijk heeft iedereen eigen belangen, en denkt iedereen dat hij gelijk heeft. Maar nieuwe theorieën ga je echt niet tegenhouden. De Koch-broers kunnen niet voorkomen dat mensen hun denkwijze ontwikkelen, dat kan helemaal niemand.
Maar de tijd zal toch echt zijn werk moeten doen om te zien welke theorieën straks toegevoegde waarde gaan bieden. Daar ontkom je niet aan, omdat je NU niet kan bepalen welke theorie wel goed is, wat dan wel de waarheid is. In de tijd van Adam Smith, Keynes, Friedman, Hayek was er ook niet een commissie die zei: Hoor eens even, dat moeten we in het onderwijs meenemen want over tientallen jaren zullen de mensen dat grote economen vinden.
Er is dus alle ruimte om ideeen en theorieën te ontwikkelen en het is flauwekul om te veronderstellen dat in het onderwijs les moet worden gegeven in theorieën waarvan we de waarde helemaal nu niet kunnen inschatten (kunnen economen zelf al amper).
Daarmee is het relaas van Ewald voor mij geheel kletspraat. Alsof de denkers op deze wereld compleet afhankelijk zijn van mainstream onderwijs en enkele belangrijke economische tijdschriften. We leven gewoon in een tijd dat informatie meer en meer beschikbaar is, en economen juist door internet veel meer discussies voeren wat het niveau alleen maar beter maakt. Er zijn meer congressen etc etc. Ik zie juist het tegendeel van het probleem wat hij ziet. Ik voorspel dat de economische wetenschap juist daardoor grote stappen gaat maken, veel groter dan we o
Anton
peterpeter
peterpeter
peterjefcooper
Antonjefcooper
AntonMaar dat wist ik al.
Matt
peterEen belangrijk onderdeel zo niet de kern van ieder onderwijs, zeker aan een universiteit, moet zijn kritisch leren kijken naar de bestaande, geaccepteerde theorien. Overal vraagtekens bij zetten. Dat betekent dus ook voldoende aandacht voor alternatieve economische modellen.
peter
MattYogibeer
peterBijvoorbeeld: Inflatie is niet meer gekoppeld aan de hoeveelheid goud die een land bezit ter dekking van haar uitstaande geldhoeveelheid, als basis van het vertrouwen in de munt. Fiatgeld is een stuurmiddel geworden om de prijsstabiliteit van de munt en een optimale werkgelegenheid te sturen.
De totale geldhoeveelheid t.o.v. goud is daarbij niet meer van belang, want de centrale bank kan geld drukken door waardepapier in de open markt op te kopen en in andere gevallen contant geld weer vernietigen door waardepapier tegen contant geld in de open markt te verkopen.
Yogibeer
YogibeerHet gevolg was een ramp, omdat in diezelfde tijd de Oostenrijkse economische school, met de ideeën van Hayek - Nobelprijs 1974 - grote aanhang kregen bij overheden, w.o. Margaret Thatcher en Ronald Reagan. Economische ideeën die echter waren gebaseerd op een systeem met een gouden standaard, vrije markt en een deregulerende, kleine overheid. Bij fiatgeld echter is een regulerende overheid, c.q. een regulerende centrale bank essentieel.
Als gevolg ontstond de grootste, 'neoliberaal' genoemde, ramp sinds de jaren dertig - vanwege deze fatale samenloop van zaken. En die ramp duurt nog steeds voort, met nu actueel Griekenland als grootste slachtoffer.
wp200
peterMet als (openbaar genoemd) doel dat daarmee de groei zou toenemen door wegnemen van inefficienties. De overheidsschuld zou afnemen. De ecomonische schommelingen zouden meer getemperd worden.
In hun modellen zit geen financiele sector (want voor elke lening is er zowel een schuldeiser als een schuldenaar en netto zou dat niet uit moeten maken). Een prijzenbubbel is volgens hun leer dus letterlijk onvoorstelbaar.
Dankzij hun beleid is de groei sinds 1980 lager dan in de jaren ervoor (inclusief 2 oliecrises). De overheidsschuld is groter dan ervoor (vanwege de crisis en het redden van de banken) en ze hebben de grootste crisis sinds 1929 veroorzaakt.
Het zou nog okee zijn als Gautier zou aanbieden zelf te kijken wat er mis is met zijn wereldvisie. Maar hij ontkent dat er iets mis is.
peter
wp200Ik kan helemaal niks met verhalen als dat ze niet worden opgeleid tot het oplossen van moeilijke financiele vraagstukken. Ik weet niet wat de heren tijdens de studie dan gedaan hebben, maar ik heb het er in iedergeval wel geleerd. Als de verwachting is dat je na je studie je gelijk kan bezig houden met vraagstukken gerelateerd aan het oplossen van de wereldproblematiek, ja dan is je verwachtingspatroon gewoon niet goed. Natuurlijk moeten ze les krijgen op hoog niveau. Maar het eindresultaat is niet dat je na je studie alwetend bent. Je begint daarna gewoon op 0 en dan pas kan je starten met je carriere. De besten komen dan op oudere leeftijd en met meer ervaring wel bovendrijven. De rest doet waarschijnlijk helemaal niks met de opgedane kennis. Die werkt met specialistische kennis wat ze tijdens hun werk hebben opgedaan.
wp200
peterHet is niet zozeer een kwestie van smaak (Keynes leuk, efficiënte markten ook leuk en austerity da's helemaal leuk) maar van gelijk en ongelijk. Soms moet je lang wachten voordat de geschiedenis zijn oordeel velt, maar hier weten we het. Neoliberalisme werkt niet.
Die Gautier kan geen reden geven waarom we zijn soort economie überhaupt zouden moeten onderwijzen. Omdat gezaghebbende blaadjes de troep publiceren. Tja, de paus had ook meer gezag dan Galileo.
Wat voor tastbaar goeds is er voortgekomen uit de neoliberale economie?
peter
wp200Sommigen denken dat er een hele voorraad nieuwe theorieën beschikbaar zijn waarvan iedereen het goede theorieën vindt, maar dat het onderwijs en andere krachten dit bewust tegenhoudt. Dat we deze theorieën alleen nog maar hoeven te formaliseren en dit bij wijze van volgend jaar al kan worden ingevoerd in het onderwijs.
Maar zo werkt dat niet. Nieuwe ideeen en theorieën komen met de tijd en moeten eerst door de maatschappij worden geaccordeerd. Er moet draagvlak zijn om de toegevoegde waarde er van in te zien. En het meeste van al die nieuwe ideeen en theorieën vallen af, omdat de maatschappij in de loop der tijd zijn mening over vormt. Er vindt een soort natuurlijke selectie plaats.
Daarmee kan iedereen natuurlijk kritiek hebben op alle theorieën, daar is helemaal niks mis mee. Maar daarmee hebben we nog niet iets wat leidt tot beter onderwijs. En dat is dus waar het juist omdraait.
wp200
peterMaar dat is helemaal niet waar.
Sterker nog, ze hebben Keynes gedumpt omdat hij niet in hun straatje paste. En als ze Keynes al durven te dumpen, hoe denk je dan dat ze omgaan met jonge economen die hun carriere willen bouwen op onorthodox gedachtengoed?
(1) Gautier liegt als hij beweert dat de mainstream "alles beproeft en het goede behoudt" om de Schrift aan te halen.
(2) De huidige macro-economie met micro-foundations is loze theorie die losgezongen is van de werkelijkheid. Daar heeft Gautier geen antwoord op dus daar stapt hij vlug overheen.
(3) Het gaat niet zozeer om de nieuwheid van ideeën en theorieën, maar om de toetsbaarheid. En om dan na toetsing tenminste de onjuiste theorieën eruit te knikkeren. Maar dat doen ze dus niet binnen de economiefaculteiten. Want dan zat Gautier zonder werk.
Wat was het ook alweer? "In God we trust. All others must bring data".
peter
wp200wp200
peterJe zou wat meer nadruk kunnen leggen op de financiële sector en geldstromen (Dirk Jan Bezemer, Steve Keen), maar Keynes doet het nog prima.
Dit in tegenstelling tot alle nieuwe stromingen binnen de economie die samen het neoliberalisme vormen. Die hebben tot nu toe nog nooit gelijk gehad in de echte wereld. Hooguit zijn hun wiskundige modellen intern consistent.
Het zijn net de Laputianen uit Gulliver's travels: ze berekenen de lengte van een broekspijp aan de hand van iemands horoscoop en weigeren dan te geloven dat het kledingstuk slecht past "want het is toch exact uitgerekend".
https://en.wikipedia.org/wiki/Laputa
Red Mijniet
peterpeter
Red Mijnietwp200
peterNet als bij het klimaatdebat heb je veelal door de industrie gefinancierde pseudowetenschappers die weigeren zich door de data te laten leiden.
Het verschil met het klimaatdebat is dat de pseudowetenschappers binnen de economie de gevestigde orde vormen.
Ko Pernicus
(... is toch kritiek "op"...? maar goed... detail.)
Die kritiek kan denk ik maar deels komen van meer smaakjes in het onderwijs. Kritiek staat of valt met de wil om te twijfelen (aan jezelf) aan wat je geleerd is, aan wat gemeengoed is, etc. En als je die bereidheid hebt om te twijfelen, dan komt stap 2 - schud aan de boom, stel je vragen, ontlok mensen om met je mee te twijfelen. Voor deze capaciteit is totaal geen ruimte meer in onderwijs omdat er gemanaged, gemeten en rendement behaald moet worden. En ik zie niet hoe je dat met meer smaakjes gaat oplossen.
Verder zie ik ook niet zo snel hoe alternatieve visies of bereidheid tot twijfel in bedrijven aan bod zou kunnen komen. Die willen meestal weten - wat doet mijn concurrent, en dan doe ik dat ook.... Waar ik het erg mis is in de politiek... zijn het niet de jongetjes en meisjes in Den Haag, dan toch tenminste het voetvolk bij ministeries die er zich bewust van zouden moeten zijn dat er gewoon niet 1 waarheid is, en dat het kan lonen meerdere geluiden tot je te nemen.
Verder sluit ik me volledig aan bij wat meerdere mensen hieronder zeggen - Ewald, zonde van je nodeloos moeilijke taalgebruik. Ik volg het wel, maar vind het niet om doorheen te komen.
MvdB
Hieronder een medium longread die míj aanspreekt. Ik stuitte daar vanmorgen op. Is me uit het hart gegrepen.
http://www.democracyjournal.org/37/shared-security-shared-growth.php?page=all
jefcooper
MvdBJa.
Zie b.v. de kritiek op de rekentoets.
Kritiek verwoord als 'je moet niet alleen kunnen rekenen, je moet ook nog begrijpend kunnen lezen'.
Aldus een allochtone (vermoedelijk hoog opgeleide) PvdA volksvertegenwoordiger.
Alsof, wanneer je in het dagelijks leven iets moet uitrekenen, je niet eerst moet formuleren wat er berekend moet worden.
Joost Vsser
MvdB
http://www.groene.nl/artikel/op-z-n-duits
fbakker
MvdBDe software die gebruikt is werd gemaakt door Bosch, ook Duits. Waarom moet ik hun blauwen ogen geloven?
Heb je ook een Bosch thuis? Met welk keurmerk? Type A+++
MvdB
fbakkerKo Pernicus
MvdBKomt mijn leesmotivatie weer wat ten goede... :-)
Paulus Van de Waarsenburg
jefcooper
Paulus Van de WaarsenburgDat is ook z'n boek Ewald Engelen, 'De Schaduw Elite', 2014 Amsterdam
Paulus Van de Waarsenburg
jefcooperMvdB
Paulus Van de WaarsenburgIk hoop dat ik een grapje mag maken ;-)
Paulus Van de Waarsenburg
MvdBjefcooper
Paulus Van de WaarsenburgDe banken zijn afgestapt van het rente verdien model, of hebben er een verdienmodel bij gemaakt.
Het rente verdien model is spaargeld 'krijgen', en dat weer uitlenen tegen een hogere rente dan de spaarder krijgt.
Het model wat er bij kwam was het provisie model, doorverkopen van activa.
Om dat in stand te houden moeten er voortdurend nieuwe activa komen, je kunt niet steeds hetzelfde verkopen, met winst.
En zo kwamen we aan de derivaten, waar simpele beleggers intrapten.
Dat er steeds activa bijmaken leidt tot wat genoemd worden bubbels, zeepbellen.
Varoufakis schrijft, en hij kan het weten, dat we nu veertien keer het wereldjaarinkomen aan derivaten hebben.
Er is een lichtpuntje, de derivaten zijn niet waardeloos.
Helaas was tot nog toe niemand in staat er een reële waarde aan toe te kennen.
En zo staan we vermoedelijk voor het klappen van zeepbellen, waarbij de 1929 crisis wel eens kinderspel kan blijken te zijn geweest.
Paulus Van de Waarsenburg
jefcooperjefcooper
Paulus Van de WaarsenburgOm tot mijn samenvatting te komen moest ik wel een heel boek van hem lezen.
Een uitstekend boek.
Een paar zinnen overtuigen niet.
Paulus Van de Waarsenburg
jefcooperjefcooper
Paulus Van de WaarsenburgHet boek Miguel Angel Asturias, 'Die Maismänner', 1985 Berlin (Hombrez de Maiz, Buenos Aires 1949) wordt pas begrijpelijk als je de uitleg op het eind leest.
Maar omdat het over mythen gaat had misschien uitleg vooraf de spanning weggehaald.
van dam
Er waren wel degelijk een aantal personen die de meltdown in de subprime leningen zagen aankomen. Over die groep heeft Michael Lewis zelfs een heel boek geschreven. Lees "The Big Short" :
The work follows people who believed the bubble was going to burst, like Meredith Whitney, who predicted the demise of Citigroup and Bear Stearns; Steve Eisman, an outspoken hedge fund manager; Greg Lippmann, a Deutsche Bank trader; Eugene Xu, a quantitative analyst who created the first CDO market by matching buyers and sellers; the founders of Cornwall Capital, who started a hedge fund in their garage with $110,000 and built it into $120 million when the market crashed; and Dr. Michael Burry, an ex-neurologist who created Scion Capital despite suffering from blindness in one eye and Asperger's syndrome.