Wie wordt er rijk van microkrediet?

Niet alleen multinationals ontwijken belasting via Nederland. Armoedebestrijdende microkredietorganisaties doen er net zo hard aan mee.

“Zijn jullie wel op het goede adres?” De receptioniste van Deutsche Bank kijkt ons bedenkelijk aan. Het is maandagochtend negen uur en we bevinden ons in een hypermoderne toren naast de Amsterdam Arena. “We komen voor ProCredit”, vertellen we nog eens. “Een microfinancieringsorganisatie. Volgens de Kamer van Koophandel zitten ze op deze plek.” Als bewijs laten we haar een kopietje met de bedrijfsgegevens zien. Verward schudt ze haar hoofd. “Ik werk hier al twee jaar en heb nooit van ProCredit gehoord.” Ze haalt er twee collega’s bij. Een doorzoekt het computersysteem, de tweede checkt de postkamer “want daar weten ze alles”.

Twintig minuten later komt de baas van het stel met lege handen terug. “ProCredit is onvindbaar.” “Zou het kunnen dat de organisatie op dit adres geregistreerd staat om belasting te ontwijken?”, vragen wij. De baas begint driftig te knikken en zegt: “Dat zou best wel eens kunnen. Ja… Dat zou heel erg goed kunnen.”

 

Brievenbussen
ProCredit is een brievenbusfirma: een bedrijf dat alleen op papier in Nederland is gevestigd omdat daar financiële voordelen aan zitten, maar in de praktijk hier geen werk verzet (zie kader). Volgens de Volkskrant maken zeker zestig van de honderd grootste bedrijven ter wereld gebruik van een Nederlandse constructie. Dat levert hen 57 miljard euro op. Of andersom: dat kost de overheden van andere landen 57 miljard euro.
 
Daarbij vergeleken is het voordeel van ProCredit miniem. De overheden van Bulgarije en Servië liepen ‘slechts’ 7,5 miljoen euro mis doordat de Duitse microfinancieringsorganisatie haar leningen via Nederland verstrekte.
 
Toch is het vreemd dat een microfinancieringsorganisatie gebruikmaakt van de financiële voordelen van een belastingparadijs. Zeker als je weet dat ProCredit haar werkwijze naast ‘winstgevend en efficiënt’ ook ‘sociaal verantwoord’, ‘transparant’ en ‘duurzaam’ noemt. En dat ‘belastingparadijzerij’ internationaal onder vuur ligt omdat de rijken ervan profiteren ten koste van de armen.
 
Niet de enige
In de kantoortoren in Amsterdam huizen naast ProCredit nog minstens twee microfinancieringsorganisaties. Althans, dat belooft het register van de Kamer van Koophandel. In de praktijk blijken de kantoren van FINCA en Agora Microfinance even leeg als de werkruimte van ProCredit.
 
Het Amerikaanse FINCA is volgens Wikipedia ‘een van de meest invloedrijke microfinancieringsorganisaties ter wereld’. De non-profitorganisatie werd opgestart met geld van ontwikkelingsorganisaties, maar inmiddels komt het meeste geld van private investeerders. Die moeten volgens de website van FINCA wel ‘sociaal verantwoordelijk zijn’, want FINCA’s fonds is ‘alleen open voor investeerders wier missie gelijk is aan die van FINCA’. Desalniettemin verlangen de nieuwe geldschieters wel een beloning voor hun financiële input. In drie jaar tijd streken zij 5,6 miljoen euro op. Zij maakten mede zo veel winst doordat FINCA de investeringen in zeven landen via Nederland liet lopen. Ons land heeft met zes van die zeven landen een verdrag waardoor FINCA minder belasting afdraagt. Het ‘goede doel’ betaalt in Nederland meer aan belastingadvies, dan aan winstbelasting.
 
Het Engelse Agora staat nog maar net geregistreerd in de polder. Hiervandaan wordt geld gestoken in microfinancieringsbanken in Cambodja en Zambia. De organisatie heeft ook een vestiging in Mauritius. Daarvandaan wordt in India geïnvesteerd. 
 
 
* * * 
Door Sanne Terlingen en Jesse Frederik