
Nieuwe rondes, nieuwe kansen. Zestig verse Kamerleden zijn al een paar maanden aan de slag op het Binnenhof, waar ze ‘moeite hebben de aandacht op zich te vestigen – en dus de raarste fratsen uithalen’. Welke bagage nemen ze mee naar Den Haag? Follow the Money lichtte hun doopceel. Wat blijkt: nieuw is niet echt nieuw. 49 leden zijn afkomstig uit de politieke vijver en het fenomeen ‘parapoliticus’ rukt op. ‘Als partij wil je mensen waar je van op aan kan, die hun mond kunnen houden op het juiste moment.’
Op 17 maart van dit jaar vonden er verkiezingen plaats voor de Tweede Kamer. Ruim een half jaar later is er nog geen nieuw kabinet, maar het parlement met zijn 150 leden is al volop actief. Onder hen 60 nieuwkomers, verdeeld over 19 fracties. Helaas hoeft dit nieuwe parlement niet op veel vertrouwen van de kiezer te rekenen. Volgens de laatste peiling van Ipsos heeft nog maar vier op de tien burgers vertrouwen in de landelijke politiek. De nieuwe volksvertegenwoordigers komen dus terecht in een Kamer waar veel kritiek op is.
Zo schreef Sheila Sitalsing vorig jaar in de Volkskrant: ‘In de media wordt door politici geen politiek bedreven, maar ordinaire marketing. (...) Al die politici die liever proefballonnetjes-zonder-financiële-dekking oplaten aan een talkshowtafel of in een veelgelezen ochtendblad, dan dat ze zich laten uitlachen in de Tweede Kamer.’
NRC-columnist Tom-Jan Meeus heeft het over ‘spektakelleegte’. Iets waar alle Kamerleden aan meedoen, maar vooral nieuwe Kamerleden, die ‘de moeite hebben de aandacht op zich te vestigen – en dus de raarste fratsen uithalen’. Die gedachte wordt gesteund door de Nationale Politieke Index, een ranglijst met Kamerleden die onder andere de hoeveelheid amendementen, betrokkenheid bij plenaire debatten en ingediende moties per parlementariër bijhoudt. De top vijf bestaat uit vier nieuwkomers.
Welke bagage nemen de nieuwe Kamerleden mee naar Den Haag? Follow the Money lichtte hun doopceel. We bestudeerden de cv’s van de zestig nieuwe Kamerleden en analyseerden hun achtergrond, zoals opleiding en werkervaring.
Een parlement is het hoogst verkozen beraadslagende orgaan van een democratische rechtsstaat, bestaande uit verkozen vertegenwoordigers van het volk. Het speelt een essentiële rol in de totstandkoming van wetgevende akten en oefent in zijn totaliteit of in zijn onderdelen controle uit op de uitvoerende macht.
De Kamer maakt wetten en controleert het regeringsbeleid op een groot aantal gebieden. Dat maakt het een ingewikkeld instituut, zeker omdat media, het publiek en andere belanghebbenden in alle soorten en maten meekijken en meedenken en dat zorgt voor een hoog afbreukrisico. Er rust op de Kamerleden een zware verantwoordelijkheid om in het algemeen belang de juiste beslissingen te nemen. Het belang van een goed werkende democratie is enorm.
Nieuw Kamerleden maken direct deel uit van de Kamer en worden geacht volgens artikel 67 lid 3 van de Grondwet zonder last te stemmen, dat wil zeggen derhalve in het algemeen belang en niet in bijvoorbeeld het belang van de partij. Het Kamerlidmaatschap is een ambt, geen baan, waarbij het algemeen belang en niet het partijbelang of het individuele belang van een Kamerlid wordt behartigd. De Grondwet schrijft al sinds 1798 voor dat ‘leden het geheele Volk vertegenwoordigen’.
Wie er in de Tweede Kamer zitting nemen, wordt bepaald aan de hand van de kandidatenlijsten van de verkozen partijen. De volgorde van een kieslijst bepalen partijen zelf. Hoewel er elke verkiezingen wel een paar politici op basis van voorkeurstemmen de Kamer halen, vindt de selectie van potentiële parlementariërs dus vooral binnen de fracties plaats.
Bij de beëdiging kende het parlement 82 blijvers, 8 terugkeerders, 2 demissionaire ministers die voor het eerst in de Kamer zelf zaten en 58 compleet nieuwe Kamerleden. Op het moment van publicatie is de groep nieuwkomers 60 mensen groot, omdat er in de tussentijd nog 2 Kamerleden opstapten.
Vergeleken met andere Europese landen kent het Nederlandse Parlement doorgaans veel Kamerleden die tussentijds vertrekken en op hun beurt ook weer vervangen worden door nieuwkomers. In de vorige twee kabinetsperioden verlieten respectievelijk 43 en 44 mensen tussentijds de Tweede Kamer. Bovendien zullen Tweede Kamerleden die toetreden tot een nieuw kabinet vervangen moeten worden. Het is niet uitgesloten dat nog voor de volgende verkiezingen bijna de helft van de TK-leden bestaat uit debutanten.

Bekendheid
Wie zijn die nieuwkomers? Aan de hand van nieuwsdatabank LexisNexis hebben we uitgezocht welke nieuwe Kamerleden in de periode voorafgaande aan de verkiezingscampagnes hebben deelgenomen aan (landelijke) maatschappelijke discussies. Voor de meesten geldt dat zij maar beperkt in het nieuws zijn geweest en dat ze buiten de eigen regio, religie of politieke partij onbekend waren. Ze speelden dus geen of een zeer beperkte rol in het landelijk politieke discours.
Deze uitkomsten hebben we gestaafd aan een enquête onder een niet-representatieve, maar wel illustratieve groep van vijfentwintig personen met een bovengemiddelde politieke interesse en met een achtergrond variërend van industrie tot filosofie en wiskundeleraar tot journalist. De resultaten van die enquête kwamen bijna een-op-een overeen met de LexisNexis-bevindingen. Ook bij onze respondenten waren 48 van de 60 nieuwkomers vóór de verkiezingen van 17 maart (vrijwel) geheel onbekend.
Uitschieters naar boven zijn er wel. De meeste bekendheid genieten Sylvana Simons (BIJ1), Lucille Werner (tv-programma’s Get the Picture, Lingo en Mis(s)verkiezing) en Derk-Jan Eppink (Europees Parlement/journalist). Caroline van der Plas was al bekend bij insiders (zoals bij de lezers van het blad Pigbusiness) en kreeg net als Laurens Dassen en Liane den Haan bredere bekendheid in de periode na de verkiezingen.
Aanwezigheid in mediadiscours nieuwe Kamerleden voordat men Kamerlid werd
Weinig tot geen aanwezigheid | 48 |
Regionale aanwezigheid of matige aanwezigheid | 7 |
Redelijk aanwezig | 3 |
Landelijk veel aanwezig | 2 |
Totaal | 60 |
Inner circle
Veel Kamerleden hebben een vergelijkbare opleiding. 77 procent van de nieuwe Kamerleden heeft sociale wetenschappen gestudeerd (zoals rechten, bedrijfskunde, economie) en met de geesteswetenschappen (filosofie of geschiedenis) meegerekend gaat het om 82 procent in totaal. Er zijn slechts vijf nieuwe Kamerleden met een bèta-achtergrond. Van die vijf bèta’s zijn er drie zachte en twee harde bèta’s. Alleen Jan Klink (VVD) studeerde aan de Wageningen University (bestuurskunde). Driekwart van de Kamerleden studeerde aan algemene universiteiten of hogescholen.
Nauwelijks zij-instromers?
Niet alleen in de schoolbanken, maar ook daarbuiten bewandelen veel politici eenzelfde pad. Van de 60 nieuwe Kamerleden is bijna de helft doorgestroomd uit een lokale politieke functie. Voordat zij toetraden tot de Kamer waren zij wethouder, gemeenteraads- of Provinciale Statenlid.
Daarnaast zijn er onder de nieuwelingen veel ‘parapolitici’, een term die hoogleraar bestuurskunde en lid van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid Mark Bovens gebruikt voor politici die carrière hebben gemaakt in en rond het parlement: beleidsmedewerkers, ambtenaren op ministeries, politiek assistenten, woordvoerders of campagneleiders.
Volgens onze inventarisatie betreft het in de groep nieuwe Kamerleden 16 parapolitici. Opgeteld bij de 29 lokale en regionale politici, ex-Eerste Kamerlid Mirjam Bikker, 2 Europarlementariërs en een politica uit Sint Maarten (Jorien Wuite) zijn er 49 nieuwe Kamerleden afkomstig uit de politieke vijver, meer dan 80 procent.
‘Onze poel aan geschikte kandidaten binnen de partij is groot, dus we zien geen reden om onze blik naar buiten te richten’
In een eerder onderzoek van De Groene Amsterdammer wordt met een andere methodiek het aantal partijtijgers (politici die al eerder enige functie bij de partij vervulden) op de kandidatenlijsten van de Tweede Kamer-fracties zelfs op 94 procent berekend. DENK, FvD, PVV, SP, CU, SGP en PvdD scoren 100 procent.
Politieke partijen spelen liever op zeker, of zoals Elze Boshart van de Partij voor de Dieren tegenover De Groene stelt: ‘Onze poel aan geschikte kandidaten binnen de partij is groot, dus we zien geen reden om onze blik naar buiten te richten.’
Er zijn derhalve maar elf ‘zij-instromers’, mensen die van buiten de politiek komen. Universitair docent politieke sociologie Tomas Turner-Zwinkels van de Tilburg University stelt in een gesprek met Follow the Money dat politieke partijen meestal politici selecteren die het vertrouwen van de partij hebben. Voor een politieke partij is het aantrekkelijk dat hun kandidaten al in de politiek zitten. ‘Als partij wil je mensen waar je van op aan kan, die hun mond kunnen houden op het juiste moment.’
Werkervaring
Een aanzienlijk deel van de nieuwe Kamerleden heeft als belangrijkste werkervaring een baan gehad in de politiek of parapolitiek. Ze kennen het politieke bedrijf, vooral op lokaal of regionaal niveau of bijvoorbeeld als ambtenaar op een ministerie of als beleidsmedewerker bij een Tweede Kamerfractie.
Turner-Zwinkels vindt het opmerkelijk dat in deze lichting vooral mensen ontbreken uit uitvoerende instanties. Vertegenwoordigers van instanties die wetten uitvoeren, zoals voormalige politiechefs, generaals, ambassadeurs, bestuurders van universiteiten of museumdirecteuren vind je niet terug onder de nieuwkomers. Het aantal mkb-ondernemers is gering, maar nog opvallender is het ontbreken van mensen uit grote industriële bedrijven, zoals Akzo, ASML, Philips, Shell of van techbedrijven.
Belangrijkste werkervaring
Politiek | 17 |
Parapolitiek | 15 |
Zzp-adviseur, consultant | 6 |
Internationaal bedrijfsleven | 4 |
Media | 3 |
Financieel (banken) | 2 |
Bouw | 2 |
Mkb | 2 |
Zorg | 2 |
Landbouw | 2 |
Ngo | 2 |
Belangenorganisatie | 1 |
Wetenschap | 1 |
Overig | 1 |
Totaal | 60 |
Salarissen
Een Tweede Kamerlid krijgt ruwweg 120.000 euro per jaar aan zogeheten ‘schadeloosstelling’ (salaris). Zonder tot een waardeoordeel te komen, is het interessant om te zien wat het voor het inkomen van mensen betekent om Tweede Kamerlid te worden. Om het eerdere salaris te bepalen, maakten we gebruik van allerlei verschillende bronnen, zoals vacaturesites. Met een slag om de arm, want niet alle salarissen zijn bekend en/of nauwkeurig te bepalen. Vergoedingen aan raadsleden en wethouders, afhankelijk van de grootte van een gemeente, evenals enkele vergoedingen uit geregistreerde nevenfuncties, zijn openbaar en ook meegenomen in deze analyse.
De toetreder die het meest moet inleveren, is waarschijnlijk Folkert Idsinga. Hij was partner bij advocatenkantoor Baker McKenzie en zal aanzienlijk meer verdiend hebben dan 120.000 euro. Ook Lucille Werner (CDA) en Mariëlle Paul (VVD) verdienden in hun vorige baan waarschijnlijk ruim meer (dat wil zeggen 150.000 euro of meer). De laatste was global director communications van bouwconcern BAM groep.
Tegenover enkele Kamerleden die stevig inleveren staan er tien (17 procent) die hun jaarinkomen van minder dan 36.000 euro zien verdrievoudigen (of meer). Bij 13 Kamerleden is de inkomensprong zeker een verdubbeling van het salaris, bij zeker 19 anderen gaat het in ieder geval om een substantiële verhoging van het salaris. In totaal ziet zeker 74 procent van de nieuwe Kamerleden het inkomen toenemen, meestal aanzienlijk.
Voormalige salariscategorie
0 - 36.000 euro | 10 |
36.000 - 60.000 euro | 13 |
60.000 - 96.000 euro | 19 |
96.000 - 144.000 euro | 12 |
144.000 - 240.000 euro | 2 |
Meer dan 240.000 euro | 1 |
Niet bekend | 3 |
Leeftijd
De nieuwe lichting kaderleden is relatief jong. Van de nieuwkomers zijn alleen Ruud Verkuijlen (VVD, 61 jaar) en Derk Jan Eppink (JA21, 63) boven de 60 jaar, terwijl de groep zestigplussers bijna 40 procent van de bevolking uitmaakt. Met 24 nieuwe Kamerleden vormen de dertigers de grootste groep. Jonger kan ook, zo stonden er bij de PvdA vijf twintigers op een verkiesbare plaats: Kavish Bisseswar (28), Bart van Bruggen (28), Julian Bushoff (23), Habtamu de Hoop (23) en Mikal Tseggai (25). Vanwege een tegenvallend verkiezingsresultaat kwam alleen De Hoop in de Kamer.
De voorkeur voor jonge kandidaten komt terug in een opmerking in De Groene van Elze Boshart, hoofd van de selectiecommissie van de Partij voor de Dieren: ‘Als we in de hoogste regionen konden kiezen tussen een dertiger en een vijftiger, kozen we een dertiger. De Kamer is al grijs genoeg.’ Over dat laatste valt te twisten. De gemiddelde leeftijd van de nieuwkomers is bijna 40 jaar, die van de gehele Tweede Kamer 43 jaar. Van alle 150 Kamerleden zijn er 8 boven de 60, waarvan 7 tussen de 60 en 65. PVV’ers De Roon en Beertema (beiden 69) zijn de enige 65-plussers.
Veelvuldig wordt er geroepen om verdere verjonging van de Tweede Kamer. Maar uit een onderzoek van Prodemos uit 2012 blijkt dat de Tweede Kamer ten opzichte van andere Europese landen al vrij jong is. Destijds was de gemiddelde leeftijd 43,8 jaar – in vijf andere Europese landen ligt die steevast boven de 50. Anno 2021 is het gemiddelde Tweede Kamerlid weer iets jonger geworden. Terwijl in Nederland maar twee Kamerleden ouder zijn dan 65, zijn dat er bijvoorbeeld in het Amerikaanse Congres maar liefst 141 van de 535.
Herkenbaarheid boven inhoud
Volgens hoogleraar bestuurskunde Mark Bovens lijken veel Kamerleden qua achtergrond meer op elkaar dan op de kiezer. Mogelijk dat hierdoor de nieuwe Kamerleden zelden reppen over hun expertises en professionele achtergronden: 32 van de 60 nieuwkomers hebben op hun ‘biografie, onderwijs en loopbaan’-pagina op de officiële site van het parlement geen onderwijs of loopbaan beschreven. Des te meer aandacht is er voor de persoonlijke motieven om de politiek in te gaan. Een aantal karakteristieke voorbeelden:
Queeny Rajkowski stelt zich in een filmpje op de VVD-website als volgt voor: ‘Ik ben Queeny, 32 jaar, ik ben een Utrechtse uit Arnhem en ik crossfit. Ik wil aan de slag voor Nederland zodat we samen sterker uit deze crisis komen en hoopvol de toekomst tegemoet kunnen gaan.’
Onder de kop ‘expertises’: ‘Leren en blijven ontwikkelen. Emancipatie. Gek op spekkoek en crossfit.’
Het jongste Kamerlid van Nederland, Habtamu de Hoop (PvdA) – 23 jaar – is begonnen aan een hbo bachelor bestuurskunde en heeft drie jaar in de gemeenteraad van Súdwest Fryslân gezeten. Hij verkreeg enige bekendheid als kortstondig presentator van het jeugdprogramma Klokhuis. Dat heeft hem geholpen om ‘heel goed ingewikkelde materie simpel uit te leggen’. Op de website van de Tweede Kamer schrijft Habtamu: ‘Daarbij neem ik geen blad voor de mond: zo was ik de eerste Friese politicus die zich uitsprak tegen Zwarte Piet. Ook speechte ik in 2020 tijdens de Black Lives Matter-demonstraties in Leeuwarden.’
‘Mijn bubbel is die van de bouwsteiger en de stal, niet die van het Binnenhof’
De Hoop riep recent de minister van Infrastructuur en Waterstaat ter verantwoording over het verdwijnen van een populaire bushalte in Friesland. Hij was er helaas niet van op de hoogte dat deze zaak al door de Provinciale Staten was opgelost. Zijn Friese collega Romke de Jong (D66) diende een motie in om het verdachten mogelijk te maken om zich in het Fries bij de rechtbank Leeuwarden te kunnen verdedigen. Dat staat volgens Leeuwarder Courant-columnist Ton van der Laan echter al 65 jaar in de wet. Van der Laan verzocht beide Kamerleden dringend om geen overbodige vragen te stellen of overbodige moties in te dienen om goede sier te maken bij de Friese achterban.
Er zijn ook uitzonderingen zoals Wieke Paulusma (D66, 43 jaar), met veel ervaring als wijkverpleegkundige, leidinggevende in de thuiszorg en als manager bij het Universitair Medisch Centrum Groningen en het Ommelander Ziekenhuis. Derk Boswijk (CDA, 32) is een van de weinige ondernemers in de Tweede Kamer en constateert op de MKB-Nederland-website dat de achtergrond van veel Kamerleden niet aansluit op die van veel burgers. ‘Dat is denk ik de kern van de oorzaak dat veel mensen zich niet aangesproken voelen door de politiek. Ze hebben bijvoorbeeld niet het opleidingsniveau dat veel Kamerleden hebben’, zegt mbo’er Boswijk (die overigens later nog een hbo- en een masteropleiding volgde). ‘Wetgeving is theoretisch maar moet wel praktisch worden uitgevoerd. Mijn bubbel is die van de bouwsteiger en de stal, niet die van het Binnenhof.’

Fiscaal tekort
In de analyse van de zestig nieuwe Kamerleden komen een paar duidelijke gemeenschappelijke kenmerken naar voren. Het overgrote deel van hen heeft sociale- of geesteswetenschappen gestudeerd, behoort tot de groep insiders die binnen een politieke partij carrière heeft gemaakt en heeft buiten de (para)politiek weinig ervaring of kennis opgedaan. Bij complexe onderwerpen als belastingheffingen en het functioneren van de belastingdienst is nauwelijks expertise in de Kamer te vinden. Volgens het Kamerlid Omtzigt hebben alle politieke partijen bij elkaar maar vier medewerkers met fiscale kennis in huis. ‘Terwijl 40 procent van het in Nederland verdiende geld bij de overheid terecht komt, is er een enorm tekort aan kennis op fiscaal gebied’, zegt Fons Overwater, voorzitter van het Register Belastingadviseurs, in gesprek met FTM. Hij probeert wat aan de gebrekkig kennis van Tweede Kamerleden en beleidsmedewerkers te doen door spoedcursussen belastingrecht te geven.
Op zo’n belangrijk dossier als onze belastingen is er aan de ene kant sprake van weinig aanwas van talent, terwijl aan de andere kant er sprake is van een braindrain nu één van de weinige financiële experts in de Tweede Kamer, Bart Snels (GroenLinks) is opgestapt en nota bene de voorzitter van de commissie die de toeslagen heeft onderzocht, Chris van Dam, door het CDA op een onverkiesbare plek werd gezet. Door het vertrekken van dit soort deskundigen is de conclusie van de voorzitter van de Kamercommissie ‘relatie burger-overheid’ André Bosman (VVD) dat de ‘slechte uitvoering door overheidsdiensten het gevolg is van slecht Kamerwerk’ waarschijnlijk actueler dan ooit.
‘Terwijl 40 procent van het in Nederland verdiende geld bij de overheid terecht komt, is er een enorm tekort aan kennis op fiscaal gebied’
Tot slot een relativerende opmerking. Al in 1976 schreef de toenmalige voorzitter van de Tweede Kamer Anne Vondeling (PvdA) in zijn boek Lam of Leeuw dat de Tweede Kamer een ‘tekort heeft aan deskundigheid, het is een praatwinkel, een papieren poes, een dorre tak van een steeds dikker wordende boom, een bloedeloze stempelmachine, een de burgers verdrietend praatcollege’.
Waarna Vrij Nederland vele jaren later in 2009 concludeerde dat de analyse van Vondeling nog onverminderd actueel was en dat een groot deel van de ondervraagde Kamerleden ‘tevreden of zelfs zeer tevreden is over het maatschappelijk aanzien dat zij als parlementariër genieten. Opmerkelijk, in een tijd waarin het vertrouwen in de politiek bijzonder laag is. Volgens de Eurobarometer kwam het vertrouwen van Nederlanders in politieke partijen de afgelopen tien jaar zelden boven de vijftig procent uit. Maar de Kamerleden zelf zijn zeer tevreden.’
60 Bijdragen
Ben Franken 1
Het algemeen belang dienen vereist kennis van de allocatie van openbare financiën .
En of die verdeling recht doet aan het algemeen belang in de lage landen waar eerst tijds met het begrip en doelstelling “ kenniseconomie “ politiek “ gecolporteerd “ werd ,is maar de vraag nu blijkt [ en dat is niet van vandaag of gisteren ] dat er deskundigheid ontbreekt of wel vakmanschap [ zie artikelen o.a. FD ] .
Ja het zou beter zijn eerst met je poten in de modder te staan om iets te begrijpen van hard werken [ boeren en mensen die in de nacht spoorwegen onderhouden ,herstelwerkzaamheden van wegen,bruggen etc. en onvoldoende inkomen / stijging kosten van levensonderhoud en in het bijzonder de vaste lasten per maand / mensen in de bijstand die op ongehoorde wijze door de sociale recherche gecontroleerd worden versus bedragen van omvang die geen gevolgen hebben ,zoals kortelings te lezen viel over de mondkapjes affaire ,de EU die de Lage Landen wijst op hun juridische tegemoetkomingen voor grote buitenlandse bedrijven ,die belasting niet tot het algemeen belang rekenen ,maar wel gebruik maken van de infrastructuur :wegen ,bruggen,water,electriciteit etc .waar maar weinig kamerleden verstand van hebben ,geen sjoege wat het betekent een boogbrug voor railverkeer te bouwen of windmolens in zee of een land te voorzien van internet met buitenlandse arbeiders ].
Uw gezamenlijke bijzonder gedegen schrijven legt de vinger op een wonde plek i.h.b. het verloop en de ijdelheid van kamerleden ,onvoldoende doordrongen van de dienende taak ....voor het algemeen belang [ en dan bedoel ik niet voedselbanken ]
en demografische indelingen [ dan zou een man als Kerry voor de partij van de dieren eigenlijk niet kunnen !dat zijn
Mensen van statuur ].
Jan Ligthart 2
Ben FrankenBen Franken 1
Jan LigthartBij de SP ben ik nauw betrokken .
I de Koning 4
B.A. van Tilborg
I de KoningWouter van den Brand
B.A. van TilborgHans Baaij 4
B.A. van TilborgPaul Sporken 10
Hans BaaijHoe blij ik ook ben dat FTM misstanden aan de kaak stelt, ik zou het nog beter vinden als FTM ook oplossingsgerichte onderzoeksjournalistiek zou doen. Waarom niet van elk artikel een tweeluik maken: eerst een probleem aankaarten en dan een vervolgartikel met mogelijke oplossingen of alternatieven uit binnen- en buitenland.
Annemiek van Moorst 11
Hans BaaijOverigens: bestuurskunde is toch geen (zachte) beta-studie? Is net als economie een sociale wetenschap.
Goed stuk verder, complimenten. Laat idd zie dat het zo niet verder kan.
Niek Jansen 9
Hans BaaijEen neo- liberaal zal exacht goed kunnen scoren op deze criteria vwb zijn neo- liberale mindset.
Hij zal met kennis van zaken over beurskoersen kunnen vertellen en over het belang van multinationale ondernemingen edm.
Een socialist zal even goed kunnen scoren op die criteria als het gaat over de situatie van de laag- betaalden, de steeds groter worden verschillen tussen rijk en arm enz.
Dus volgens mij ontbreekt aan dat rijtje het criterium van ‘ideologie’, dwz mbt welke ideeën wendt je deze crteria aan.
Daarom vind ik die hele discussie over de noodzaak van afspiegeling van de maatschappij naar objectieve citeria minder relevant en zou er meer aandacht moeten gegeven worden aan een afspiegeling van de maatschappij naar verschillen in ideologie.
Het is ook om die reden dat grote wijsgeren zoals Confucius, Plato, Socrates niets moesten hebben van democratie, wat zij zagen als de macht van het gepeupel, maar hun voorkeur gaven aan filosofen en wijze mannen om leiding aan de staat te geven. Ja, wat is dan wijsheid, maar het geeft een andere kijk op de kwestie.
Hoeveel criminele staatshoofden in de ook recente wereldgeschiedenis hebben hun barbaarse praktijken kunnen uitvoeren met de steun van de meerderheid van de bevolking?
En dan denk ik niet alleen aan figuren als Hitler, Stalin, Mao edm maar ook aan de leiders van de z.g. westerse democratiën olv al die Amerikaanse supercriminele presidenten, die dood en verderf gezaaid hebben in de wereld en die nooit voor een rechter hebben hoeven te verschijnen.
Hans Baaij 4
Niek JansenHet artikel beperkt zich tot de situatie en de democratie in Nederland en dan min of meer ook nog tot de middenpartijen in brede zin. De ideologische verschillen alhier zijn relatief klein en een grote meerderheid van de burgers staat nog altijd achter het eigen democratisch bestel. Maar men is steeds kritische over de politiek. Het artikel tracht achtergronden en oorzaken aan te geven waar de onvrede van de gemiddelde burger vandaan komt en het feit dat men zich niet gehoord en/of vertegenwoordigd voelt en dat heeft vooral te maken met gebrekkige wetgeving en uitvoering van beleid, zoals toeslagenaffaire, een falende belastingdienst, een tekort aan woningen, stikstofcrisis, klimaatverandering, enzovoort. Daar zit altijd een ideologische component achter, maar m.i. is het een gebrek aan deskundigheid, overzicht, gebrek aan visie en creativiteit. Ik denk zelf niet dat als we nu ineens overstappen van een (gematigd) neo-liberaal beleid naar een centralistisch overheid dat het dan ineens wel allemaal vlotjes loopt (zie corona). Ik denk wel dat als Marcel Levi minister van volksgezondheid was en niet Hugo de Jonge, dat we er een stuk beter voor zouden staan in deze pandemie. Deskundigheid versus leegheid.
Niek Jansen 9
Hans BaaijIdeologie is misschien een te beladen woord en had ik beter de term ‘sociale achtergrond’ kunnen gebruiken met idd een ideologische component in de zin van visie op de maatschappij.
Die visie is voor iemand in een achterstandswijk anders dan iemand die in een villa in Wassenaar woont om maar twee uitersten te noemen ter verduidelijking van de argumentatie.
allard de Jaager 6
B.A. van Tilborger moet wat gebeuren, dit artikel toont weer pijnlijk duidelijk de te kortkomingen van het Haagse
Jan Ligthart 2
B.A. van TilborgCailin Kuit 1
B.A. van TilborgBob Vermeer
I de KoningHans van Swoll 5
I de Koning'dat er alleen uit de eigen vijver wordt gevist', is niet voorbehouden aan de politiek, ook tandartsen met hun assistenten, managers met hun secretaresses en buren met hun buren, kunnen er wat van.
Lijkt me ook logisch: hoe kun je iemand kiezen c.q. hoe kun je iets met iemand doen, die je niet kent?
HH Manders 4
Het risico is dan levensgroot dat - in de huidige demografische situatie - het beleid nog meer ten voordele van de babyboomers en ouderen zal strekken, en dat de generaties na hen nog meer dan nu al het geval is de puinhopen mogen opruimen.
Deze mening is gebaseerd op een aantal factoren:
- Babyboomers zijn heel lang (of nog steeds) in omvang de belangrijkste groep kiezers om aan zich te binden.
- Decennia lang hebben babyboomers en nu zelf de politiek gevormd (en dus beleid gemaakt) als minister en kamerleden.
- In veel van de belangrijkste overlegorganen en invloedrijke lobbygroepen zijn babyboomers oververtegenwoordig.
Wat je nu structureel ziet is dat op allerlei terreinen de puinhopen van hun beleidskeuzes (of beleidskeuzes ten gunste van hun) opgeruimd mogen worden door de jongere generaties.
Hans Baaij 4
HH MandersAls er al een bedoeling achter het artikel zit, behalve het verschaffen van cijfers, dan is dat de selectie van Tweede Kamerleden onafhankelijk dient te zijn van leeftijd, identiteit, gender, religie of ras en dat er veel meer gekeken moet worden naar de geschiktheid voor het ambt.
En die geschiktheid van de huidige Tweede Kamerleden (overigens voor het overgrote deel geen Babyboomers) mag volgens de cijfers in het artikel en de gebruikte citaten betwijfeld worden.
Uw opmerkingen zijn ook feitelijk onjuist. In de kabinetten Rutte I, II en III zaten nauwelijks babyboomers en bestond de overgrote meerderheid van TK-leden uit anderen dan babyboomers.
De babyboomer die het meest actief is in de politiek, is Remkes, die van links tot rechts geprezen wordt en die van Limburg tot Den Haag brandjes moet blussen.
Het lijkt mij verder onwenselijk om nog weer een tegenstelling in onze maatschappij extra te creëren, namelijk tussen jongeren en ouderen.
Ik verwijs u ook nog naar een artikel van mij voor FtM, onder de veelzeggende titel: "Waarom hebben welgestelden recht op AOW?" waarin ik betoog vermogende ouderen geen of minder AOW te geven waardoor een premieverlaging voor jongeren mogelijk is.
Paul Sporken 10
Hans BaaijNiek Jansen 9
Paul SporkenHij schrijft daarin nogal negatief over de eerst verkozen president van Congo Lumumba die na de onafhankelijkheidsoverdracht door de Belgen met steun van de CIA vermoord werd.
Je zou eerder verwachten zeker van een democraat als van Reybroeck, dat hij het zou opnemen voor Lumumba en zijn afschuw uitspreken over deze gruwelijke misdaad om westerse economische en geopolitieke belangen veilig te stellen.
De (democratisch gekozen) Belgische regering heeft een kwalijke reputatie in dekolonisatie periode zoals ook ander koloniale regeringen dat hebben, m.n. (democratische gekozen) regeringen van het VK, Nederland en Frankrijk.
De Belgen waren overigens ook medeplichtig aan de genocide in Ruanda en aan de moord op de president in Burundi.
Zijn boek over de dekolonisatie strijd in Indonesië ‘Revolusi’ is waarheidsgetrouwer.
Alfred Birney (‘Dolk van Java’) noemt het boek ‘Kuifje in Indonesië’ en idd heeft het uiterlijk van van Reybroeck iets weg van Kuifje.
Paul Sporken 10
Niek JansenHH Manders 4
Hans BaaijWellicht heb ik dan het stuk - door de gebruikte citaten en gedeeltelijk de woordkeuze - wat te negatief geïnterpreteerd, mede omdat ik de indruk heb gekregen dat een belangrijk thema in dit stuk de vraag is in hoeverre de Tweede Kamer een afspiegeling is van de samenleving. Voor mijn gevoel suggereren een aantal citaten dat het feit dat het Parlement geen representatieve afspiegeling van de samenleving is een deel van de vertrouwensbreuk tussen Tweede Kamer en samenleving verklaart.
De suggestie om mij een 'woke' redenering toe schrijven gaat mij veel te ver, mede door te suggereren dat ik een gevaarlijke gedachte achter uw cijfers zoek. Kan u mij uitleggen waar ik dat doe? Want nergens suggereer ik ook maar dat de cijfers door u zijn gemanipuleerd of bewust manipulatief zijn neergezet.
De definitie van babyboomer is flexibel, lopend van iedereen geboren tussen 1946 en 1955 tot geboren tussen 1946 en 1964. In de meest strikte beredenering betekent dat in Rutte 1 nog steeds 9 mensen een babyboomer waren, en in de meest losse redenering op 9 personen na iedereen een boomer was!
Volgens de laatste definitie was iedereen tussen van 45 jaar en ouder in het parlement een babyboomer!
En ik vind het ironisch om het te gooien op 'geen tegenstelling creëren', terwijl dat een tegenstelling is die OVERDUIDELIJK aanwezig is de afgelopen jaren. In de keuzes mbt gezondheidszorg, onderwijs (babyboomers waren klaar met de studie en de bezuinigingen begonnen), wonen, en wellicht zelfs in corona-beleid (geen soepelheid voor jongeren, maar toen de boomers voor de zomer gevaccineerd zouden kunnen worden konden er voor hen wel ineens versoepelingen komen!)
Daarnaast blijven wat mij betreft de punten over het belang van babyboomers als kiezersblok en in pressiegroepen nog steeds bestaan, al nemen die nu langzamerhand af.
En Johan Remkes als individu is nog altijd iets anders dan kijken hoe de groep babyboomers als geheel is.
Hans Baaij 4
HH MandersU suggereert inderdaad niet dat er cijfers gemanipuleerd zijn, maar u stelt dat het een gevaarlijke gedachte is dat het parlement een weergave is van de leeftijdsopbouw en vervolgens legt u uit dat dat het geval is omdat generaties na de babyboomers de puinhopen mogen opruimen.
Kennelijk vindt u het gevaarlijk dat Babyboomers aan de macht zijn. Ik vind het andersom gevaarlijk om deze tegenstelling te creëren, omdat het een schijntegenstelling is. Ik ken genoeg Babyboomers die bijvoorbeeld hun AOW aan volgende generaties willen geven, kleiner willen gaan wonen om plaats te maken, niet met het vliegtuig reizen, zelden eten weggooien en heel matig consumeren. Ik ken minstens evenveel twintigers en dertigers met een verslaving aan (verre) reizen, eten weggooien als de verkoopdatum overschreden is, barbecues organiseren, enzovoort. Uw stelling dat het de Babyboomers zijn die de puinhopen veroorzaken, is niet onderbouwd. Babyboomers veroorzaken mede de puinhopen. Maar twintigers en dertigers kunnen er ook wat van! Het clubje klimaatactivisten is piepklein.
Ik kan mij ook niet vinden in uw standpunt dat Babyboomers in Kabinet of Kamer een soort kongsi vormen ten eigen nutte. Daarvoor is er te veel oppositie van andere Babyboomers. Ik zelf kan mij helemaal niet vinden in de Kabinetten met inbegrip van pak’m beet Lubbers. Nooit het idee gehad dat ze voor mij en leeftijdgenoten met min of meer dezelfde politieke opvattingen de kastanjes uit het vuur haalden.
De definitie van Bebyboomers is volgens Wikipedia de groep na de oorlog tm 1955 geboren.
Volgens https://www.parlement.com/id/vkinmy8tf0vg/profiel_kabinet_rutte_iii was Grapperhaus in 2017 in Kabinet Rutte III de oudste minister met 57 jaar; hij is van 1960. Van de ministers was er dus volgens deze definitie niet één Babyboomer.
Van Rutte II is alleen Henk Kamp een Babyboomer.
In Rutte I zaten meer Babyboomers, dus wat ik schreef over Rutte 1 klopt niet.
Mijn belangrijkste punt is
HH Manders 4
Hans BaaijIk citeer:
"De gedachte dat het Parlement per definitie een afspiegeling moet zijn wat betreft leeftijd van de samenleving (iets wat door herhaalde opmerkingen hierover in het stuk wel een beetje wordt gesuggereerd) vind ik een gevaarlijke gedachte."
Ik zeg juist dat ik blij ben dat in ieder geval wat betreft leeftijd het Parlement geen weerspiegeling is van de samenleving.
Ik ben van mening dat de groep die de macht heeft er vooral op uit is om zijn eigen belangen te behartigen en te beschermen. Je beschermt vooral je eigen achterban (of het kiezersblok waar je het meest van te winnen hebt) - en dat is al enige decennia het blok van de babyboomers. Anders kan je het de volgende verkiezingen wel vergeten! De eenzijdige achtergrond van het Parlement is wat dat betreft idd voor mij een probleem.
Voor de definitie van Babyboomer heb ik trouwens op meer gekeken dan alleen naar de definitie van Wikipedia (die ik overigens ook aanhaal), omdat ik weet dat die definitie niet overal en voor iedereen hetzelfde is (zoals ook aangegeven in mijn respons op uw eerste reactie)!
Ik ben het met u eens dat de Babyboomers niet de enigen zijn die er een puinhoop van maken (of hebben gemaakt) (die indruk kan zijn ontstaan doordat de woordenlimiet weinig ruimte laat voor nuance). Maar de dertigers en veertigers zijn in vele opzichten te kort een machtsfactor om de hoofdveroorzakers van de puinhopen te kunnen worden genoemd.
Aan de andere kant, door welke generatie is het Neo-liberale beleid - wat in een hoop opzichten de achterliggende oorzaak is van de huidige puinhopen - uiteindelijk over de volle breedte van de maatschappij losgelaten en als enige weg gepresenteerd? Begint (in Nederland) met Lubbers, om onder Paars tot volle wasdom te komen.
En een generatie-conflict creëren wat er niet is? Het moet niet op de spits gedreven worden, maar het conflict is er gewoon wèl, in mijn ervaring. En dat ontkennen is even heilloos als het op de spits dr
Hans Baaij 4
HH MandersNog één opmerking: het neo-liberale beleid is niet door een generatie ingevoerd, het is door specifieke belangengroepen opgedrongen. Het grootste deel van de Babyboomers was het er wrs helemaal niet mee eens. Daarnaast is te eenvoudig om een stroming de schuld te geven. Slecht en ondeskundig uitgevoerd communisme, socialisme of liberalisme geeft ook ellende.
HH Manders 4
Hans BaaijEveline Bernard 6
Hans BaaijHans Baaij 4
Eveline BernardJan Ligthart 2
HH MandersHH Manders 4
Jan LigthartBob Vermeer
Wie wil er nu in de Kamer zitten die verworden is tot een duiventil, het lijkt mij dat een contractuele verplichting zou vast moeten zitten aan het kamer lidmaatschap om 'uit te dienen'..
Mijn vertrouwen in de politiek is absoluut verloren gegaan na een evaluatie van de afgelopen 25 jaar met een vriendenclub van verschillende politieke richtingen en waarbij het bestuurlijk onvermogen en vooral de z.g. 'betrouwbare overheid' niet meer herkend werd en feitelijk ons burgers in de steek laat.
We dachten aan kwartje accijns van Kok die tijdelijk zou zijn op brandstof, we dachten aan de afbraak van Defensie en dus ook ons veiligheid gevoel, we dachten aan de afbraak van de sociale advocatuur, het opheffen van woningbouw Co en vooral aan de invoering van de desastreuze marktwerking in het sociale domein en we nu zitten met bij 6,6 IC bedden per 100,000 terwijl om ons heen 24-30 bedden beschikbaar zijn. Blijft ook nog staan de zo eufemistisch genoemde affaires die gewoon schandalen zijn van falend overheidbeleid zijn en burgers schofferen.
Ik heb een twee drie geen oplossing voor handen, maar wel een idee dat de journalistiek anders zou moeten berichten over politiek en de hypes terug brengen naar wat ze werkelijk zijn. Eendags vliegen. Wie kijkt nu eens langs de lijn van de komende 10=20=30 jaar in de Kamer.
Wij mensen leren erg langzaam als je drieduizend jaar terug kijkt ( lees boek Vrede en Oorlog van prof. Holslag )en de mechaniek van de macht ontrafelt. Best verdrietig en sorry dat ik geen andere oplossing heb dan in mijn eigen werk en privé leven het zo goed en integer mogelijk te willen doen en niet alleen voor mezelf proberen te lev
Marc Fahrner 7
Bob VermeerHans van Swoll 5
Bob VermeerOver onbetrouwbare overheid gesproken. Na 'het kwartje van Kok', somt u een lijstje op waarin een hele bekende mist.
Namelijk de plotsklapse opheffing, in een weekend, ergens in februari 1988 van de toen 10-jarige WIR (Wet InvesteringsRegeling).
Niek Jansen 9
Bob VermeerDaarom zie je hem ook overal opduiken in talkshows en is hij een toegewijd adviseur van de oorlogzuchtige en oorlogophitsende Navo.
https://www.demorgen.be/meningen/oorlog-met-china-wordt-onvermijdelijk~ba5609d2/
Paul Ekelschot
Bob Vermeer
Paul EkelschotHans Baaij 4
Paul EkelschotOns betoog, dat TK-leden het algemeen belang dienen te dienen en niet het partijbelang, is wettelijk juist.
Paul Ekelschot
Hans BaaijHans Baaij 4
Paul EkelschotHans Baaij 4
Paul EkelschotHerman Stapelbroek 1
Echter niet nieuw.
Op zondag 18 maart 2018 zond Radio Doc een podcast uit van radiojournalist Joost Wilgenhof met de titel ; Met de poten in de klei.
Herman Stapelbroek
Leo Coenders 2
Dan is het opvallend, dat er geen controllerskennis in de kamer aanwezig is.
Gevolg, dat de besprekingen van de begrotingen uitmonden in het bespreken van kleine aansprekende projectjes en het volledig negeren van de grote lijnen.
Dat is al helemaal duidelijk bij de verantwoording in mei, waar blijkbaar helemaal niemand werk van maakt. Hoezo controleur?
Het dichtstbij komt nog Pieter Omtsigt met zijn econometrie-vakmanschap.
Frans Wichink Kruit
Leo CoendersEen controller is verantwoordelijk voor het proces van planning en control binnen een organisatie. De controller ziet als bedrijfseconomisch onderzoeker toe op de efficiëntie en effectiviteit van de ondernomen activiteiten en adviseert de (financiële) leiding van het bedrijf. Door te stellen dat controle en controller hetzelfde is, is de conclusie ook onjuist.
Pieter Omtzigt heeft wel goed werk gedaan, maar maakte wel de fout om zelf als controleur op te treden. Hij had bij het kabinet moeten aandringen om onderzoek te doen naar vermeende misstanden in de uitvoering van wetten en de wijze van optreden door belastingdienst.
Theo van Beuningen 4
Eveline Bernard 6
Weer een slechte beurt van de software lui.
Hans van Swoll 5
Artikel om te bewaren. Dank.
Nu nog een diepgravend artikel over de financiën bij aangestelde ministers. Vermogen en inkomen op het moment van aanstelling en vermogen en inkomen op het moment van vertrek. Ben ik persoonlijk heel benieuwd naar.
H J vd Meer 2
Of valt economie tegenwoordig ook onder sociale wetenschappen? Die laatste zijn vlak na de oorlog ooit ingesteld om de “verregaande politieke onwetendheid” van de Nederlandse academici aan te pakken. Economie kon je toen al studeren, maar net als toen, problematiseert het vak economie niet de machtsverhoudingen, zoals dat in de sociologie (en politicologie) wel het geval is.
Economen tenslotte, in de woorden van wijlen prins Claus, zijn vooral bezig te verzinnen hoe rijken nog rijker kunnen worden. Ik heb in de Tweede Kamer nog niet zoveel economen gezien die zich iets van de recentere curriculum kritiek van jonge economie studenten aantrekken.
Hans Baaij 4
H J vd MeerRiph van den Assum
==================================
Dag Tom en Hans,
Ik heb jullie thema gelezen.
Goed werk. Vooral de scheve werkervaring.
Dit betreft het interne (opleiding etc) politieke proces.
Omtzigt vertelde over de verdeling (=vertegenwoordiging) van het Nederlandse Volk.
Behalve status etc, zoals door jullie besproken, is een gelijkwaardige verdeling over het land van belang.
Gelijkwaardig naar rato van het aantal kiezers.
Het is niet voor niets, dat het Noorden met hun gescheurde huizen, slecht bedeeld wordt door Den Haag.
Ik weet nog precies op wie ik de laatste keer heb gestemd. Die persoon volg ik en als hij over de schreef gaat krijg deze een berichtje met verwijzing naar mijn stem.
Kunnen jullie duidelijk maken wat de afkomst is van de mensen, die ons in Den Haag vertegenwoordigen?
Daarbij is het van belang, dat niet de woonplaats van de Kamerleden bepalend is.
Ze kunnen besluiten voor hun werk te verhuizen naar Den Haag of omgeving.
Maar afkomst (van de regio).
Zie de bijlage van deze mail onder aan dit bericht.
Den Haag en Drenthe zijn vergelijkbaar qua aantal inwoners.
De verhouding van het aantal inwoners van beiden (Den Haag en Drenthe) van de Tweede Kamerleden verschilt een factor 5 (of meer, ik weet niet meer welke cijfer Omtzigt noemde).
Ik volg jullie onderzoek.
Met een vriendelijke groet
Riph van den Assum
Hogekant 8
5104 PB Dongen
t: +316 1523 9906
Hans Baaij 4
Riph van den AssumIk heb enig onderzoek gedaan naar de afkomst van onze TK-leden en het zal je verbazen, maar het overgrote deel van de TK-leden komt uit de 'provincie", dus niet uit de grote steden. Ik heb het nog niet helemaal op een rij en wil hier in een artikel t.z.t. aandacht aan besteden, ook in relatie tot identiteit.
Dat het Noorden in gescheurde huizen woont, komt waarschijnlijk niet doordat er geen Noorderlingen in de Kamer zitten. In het westen wordt de fundering van honderdduizenden huizen bedreigt door ontwatering door boeren en ook daar wordt niets aan gedaan.
Riph van den Assum
Hans BaaijDank voor je reactie.
Wel, dat is alleen maar beter.
Mijn kennis verkreeg ik door een uitspraak van Omtzigt, waarin hij de vergelijking maakte tussen Den Haag en Overijssel.
Evenveel inwoners maar een scheve verhouding bij TK-lid.
Er is in Nederland veel achterstand als het om onderhoud gaat.
Gr
Riph
Hans Baaij 4
Riph van den AssumLogischerwijs wonen er inmiddels veel meer
Riph van den Assum
Hans BaaijIk citeer Omtzigt weer, als ik zeg dat kamerleden er van bewust mogen zijn er te zitten omdat ze het belang van hun kiezer in het oog hebben.
En niet het belang van degene, die hen op een verkiesbare plaats zette.
Hans Baaij 4
Riph van den AssumRiph van den Assum
Hans BaaijMisschien e-mail-adres?
Dat is: riphvanden@ssum.nl
Hans Baaij 4
Riph van den AssumL Stijnen
Hans Baaij 4
L Stijnen