
Onderwijs wordt gefinancierd met publiek geld. Sommige bedrijven weten dat deels af te romen. Lees meer
Steeds vaker zien binnen- en buitenlandse bedrijven ons onderwijs als een interessante markt. Het is mooi dat ondernemingen zo betrokken zijn, maar het moet er niet toe leiden dat zij ook hun stempel op het Nederlandse onderwijs drukken. In dit dossier onderzoekt Follow the Money de keiharde business achter onze scholen en opleidingen
Woekerwinsten voor uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften, ondanks nieuwe regels
Stop met de verheerlijking van ranglijstjes in het onderwijs
Profileer- en publicatiedwang: wetenschap in de greep van het geld
Voor open science-project gaat de EU in zee met... Elsevier
Hoe de digitale halsband van Magister de privacy van schoolkinderen nekt
FTM Audio - Gemeentes paaien expats met subsidie op privaat onderwijs
Gemeentes paaien expats met subsidie op privaat onderwijs
Rondje om de school: wel duur, niet bewezen effectief
"Sprinkhaankapitalist" verovert de schoolboekenmarkt
Schoollunch? Leer die kinderen koken!
Voor open science-project gaat de EU in zee met... Elsevier
Grote, wetenschappelijke uitgevers hebben te veel macht over de verspreiding van kennis. Dat vindt ook de EU. Om dit te kunnen aanpakken, laat de Europese Commissie de ontwikkeling van 'open science' in kaart brengen. Er is alleen één pijnpunt: voor dat project gaat de EU in zee met de grootste uitgever van allemaal.
- De grote wetenschappelijke uitgevers maken hoge winsten met publiek gefinancierd onderzoek. Elsevier, ‘s werelds grootste wetenschappelijke uitgever, behaalde in 2017 een winstmarge van 36,8 procent. In 2016 en 2017 betaalde de Europese academische gemeenschap zo’n 421 miljoen euro aan abonnementsdeals met wetenschappelijke uitgevers.
- Steeds meer academici, bestuurders en politici hebben kritiek op dit onrechtvaardige en kostbare systeem. Open science is een beweging die wetenschap anders wil bedrijven: het staat voor transparantie en samenwerking, en wil kennis voor iedereen toegankelijk maken.
- Ook de Europese Commissie vindt open science belangrijk. Om de ontwikkeling en impact van open science in kaart te brengen, laat de EU een Monitor Open Science maken.
- Maar uitgerekend Elsevier, de uitgever die regelmatig in de clinch ligt met wetenschappers en onderzoeksinstituten die weigeren nog een hoge prijs voor informatie te betalen, werkt mee aan deze monitor.
- De deelname van Elsevier ligt gevoelig binnen de academische wereld. Het roept vragen op over belangenverstrengeling en wetenschappers hekelen het gebrek aan transparantie over de exacte taken die Elsevier uitvoert. Inmiddels is er een klacht bij de Europese ombudsman ingediend, die door meer dan duizend mensen is ondertekend.
Stel dat Nederland gezonde voeding onder burgers wil stimuleren. Om dit te realiseren, roept de overheid de hulp van McDonald’s in om in kaart te brengen hoe de eetgewoonten van Nederlanders eruit zien. De monitor die hieruit voortkomt, wordt vervolgens gebruikt om beleid te maken. Klinkt als een gevalletje ‘wij van WC-eend, adviseren WC-eend’.
Iets soortgelijks is er momenteel aan de hand in de Europese wetenschapswereld. Althans, dat beargumenteerde paleontoloog en open science-activist Jon Tennant onlangs in een opiniestuk voor The Guardian. Elsevier, ‘s werelds grootste wetenschappelijke uitgever, blijkt te zijn ingehuurd om aan de EU Open Science Monitor mee te werken. Tennant betwijfelt of het bedrijf wel te vertrouwen is en spreekt van belangenverstrengeling. Anderen hekelen het gebrek aan transparantie over de exacte taken van uitgever Elsevier.
Het artikel in de Britse krant maakte veel los bij academici en uitgevers. Wat is er precies aan de hand?
Kennis voor iedereen
Allereerst is het belangrijk om te weten dat open science ons allemaal aangaat. Het is een beweging die op een andere manier wetenschap wil bedrijven en de verworven kennis naar buiten wil brengen. Open science staat voor transparantie, samenwerking en verspreiding van kennis met behulp van digitale technologie. De gedachte erachter is dat iedereen aan het wetenschappelijke proces zou moeten kunnen bijdragen en dat de uiteindelijke resultaten voor iedereen beschikbaar moeten zijn. Deze ontwikkeling wordt ook wel ‘democratisering van kennis’ genoemd: het volk moet toegang hebben tot resultaten van met publiek geld gefinancierd onderzoek. Een belangrijke pijler binnen open science is daarom open access: het online vrij toegankelijk maken van wetenschappelijke kennis die gefinancierd is met publieke middelen.
Europese universiteiten besteedden jaarlijks zo’n 421 miljoen euro aan abonnementsdeals
Uitgevers als Elsevier verdienen hun geld juist grotendeels met het omgekeerde van wat open science nastreeft: ze zetten de (publiek gefinancierde) kennis achter een betaalmuur. Academici publiceren artikelen in wetenschappelijke tijdschriften, die door bedrijven als Elsevier worden uitgegeven.
Het liefst publiceren de wetenschappers in de prestigieuze bladen als The Lancet of Nature. Dat is goed voor hun reputatie en dus voor hun carrière. Ze leveren hun artikelen gratis aan, en zorgen ook nog eens zelf voor de peerreview. De publicaties worden vervolgens voor veel geld verkocht aan diezelfde academische gemeenschap.
Dat er een hoop geld naar abonnementsdeals voor tijdschriften, e-books en databases gaat, blijkt wel uit onderzoek van de European University Association (EUA). Dat keek naar ‘big deals’ en contracten met wetenschappelijke uitgevers. Wat bleek: in 2016 en 2017 besteedden Europese universiteiten en onderzoeksinstellingen hier samen jaarlijks zo’n 421 miljoen euro aan. Daarvan ging 384 miljoen naar de tijdschriftabonnementen; 65 procent van die abonnementen waren afgesloten bij Elsevier.
Het is dan ook tamelijk lucratief om een wetenschappelijke uitgever te zijn: zo boekte Elsevier in 2017 een winstmarge van 36,8 procent.
Hoge prijs voor informatie
Steeds meer wetenschappers, bibliothecarissen, bestuurders en politici vinden dit systeem niet alleen onrechtvaardig, maar stellen ook dat het vooruitgang in de weg staat. Niet voor niets is open science een van de de topprioriteiten in het onderzoeks- en innovatiebeleid van de Europese Commissie.
Om de ontwikkeling en impact van open science in kaart te brengen, is er de EU Open Science Monitor. Dit is een informatief platform dat eveneens een raamwerk moet bieden om dergelijke activiteiten inzichtelijk en meetbaar te maken.
De Europese Unie wil dat vanaf 2020 alle Europese wetenschappelijke artikelen vrij beschikbaar worden; op dit moment staat ongeveer 70 procent van deze artikelen nog achter een paywall. Een open access publicatiesysteem kan dat veranderen. En dat niet alleen: volgens het bovengenoemde onderzoek van de European University Association zouden hiermee honderden miljoen euro’s kunnen worden bespaard.
Maar onderhandelingen hierover met grote, commerciële uitgevers verlopen stroef. Hoewel ook Elsevier zich met open access en open science bezighoudt, ligt het bedrijf regelmatig in de clinch met wetenschappers en onderzoeksinstituten die weigeren nog een hoge prijs voor informatie te betalen. Zo zegden Zweedse universiteiten in mei dit jaar hun deal met Elsevier op, omdat ze geen overeenkomst bereikten over open access. En ook in Duitsland zijn wetenschappers in een hevige strijd met de uitgever verwikkeld: de lijst met namen van Duitse onderzoekers die Elsevier boycotten groeit nog steeds.
‘Ik ga me hier even op de vlakte houden als je het niet erg vindt’
Overigens is dat geen nieuw fenomeen. Al in 2012 richtten muitende wetenschappers bijvoorbeeld een eigen actie-site op: The Cost of Knowledge. Meer dan 17 duizend wetenschappers hebben op de website aangegeven niet langer mee te werken aan tijdschriften die Elsevier uitgeeft.
Gevoelige kwestie
En uitgerekend dit Elsevier werkt dus mee aan de EU Monitor Open Science. Voor dit project heeft de Europese Commissie een tweejarig contract gegund aan een consortium van het Leidse Centre for Science and Technology Studies (CWTS), The Lisbon Council en de Spaanse ESADE Business School. Elsevier is er als onderaannemer bij betrokken. Volgens Jeroen Sondervan, open access publishing consultant aan de Universiteit Utrecht, zal de uitgever vooral (ruwe) data leveren om de metingen van open science activiteiten in Europa te kunnen doen. Dit omdat CWTS, Lisbon Council en ESADE niet in staat zijn om deze technologie te leveren. Sondervan: ‘Zij leveren het denkwerk en de methodologieën, en wetenschappelijke fundering voor een dergelijke monitoring.’
De deelname van Elsevier ligt gevoelig binnen de academische wereld. ‘Ik ga me hier even op de vlakte houden als je het niet erg vindt,’ zegt CWTS-onderzoeker Thed van Leeuwen wanneer ik hem naar de samenwerking vraag. Wel vertelt hij dat er naar aanleiding van het opiniestuk in The Guardian overleg is geweest binnen het consortium over de vraag hoe hierop te reageren. Van Leeuwen: ‘We hebben afgesproken dat we daar voorlopig als individuele leden geen uitspraken over doen.’
Critici menen dat het onduidelijk is wat de rol van Elsevier bij de totstandkoming van de monitor precies is. Ze vragen zich onder meer af wie nu de doelen opstelt, en wie de statistieken, variabelen, indicatoren, berekenings- en analysemethoden en databronnen bepaalt.
Een woordvoerder van Elsevier verwijst naar The Lisbon Council, de hoofdpartij van het consortium, voor antwoord op vragen over de taken van Elsevier. Paul Hofheinz, president en mede-oprichter van The Lisbon Council, zegt daarop dat Elsevier in ieder geval niet is betrokken bij het monitoren of analyseren van de gegevens of bij het opstellen van de indicatoren.
Omdat Elsevier baat heeft bij bepaalde uitkomsten, ligt het voor de hand dat zij gegevens zullen gebruiken ten faveure van hun businessmodel
In het voordeel van Elsevier
Dat laatste stelt niet iedereen gerust. De participatie van Elsevier roept sowieso vragen op over mogelijke belangenverstrengeling. In zijn Guardian-opiniestuk ziet Tennant met name problemen in het feit dat Elsevier als enige commerciële partij iets gaat meten door middel van eigen producten, zoals Scopus. ‘Omdat Elsevier baat heeft bij bepaalde uitkomsten, ligt het voor de hand dat zij gegevens zullen gebruiken ten faveure van hun businessmodel,’ aldus Sondervan. ‘Daarnaast is het gebruik van hun eigen systemen vooringenomen. Andere uitgevers komen in deze indexen per definitie minder naar voren.’ Ook valt te betwijfelen of het de objectiviteit van de monitor ten goede komt wanneer het aanleveren van bepaalde data selectief door één bedrijf wordt gedaan.
Net als bij de McDonald’s-vergelijking wordt de EU Monitor Open Science gebruikt om beleid vorm te geven. Zo staat in de aankondiging van de gegunde opdracht onder andere dat de sociaal-economische gevolgen van open science dienen te worden vastgesteld om beleidsvorming mogelijk te maken. Volgens Tennant zou Elsevier via de monitor dus data kunnen leveren dat EU-beleid faciliteert waar het bedrijf zelf van profiteert.
Gebrekkige transparantie
Een ander punt dat weerstand oproept is het gebrek aan transparantie. Open science staat of valt bij openheid, transparantie en verifieerbaarheid. Sondervan vindt het daarom vreemd dat er tot op heden geen gegevens naar buiten zijn gekomen over de exacte taakomschrijving en bijdrage van Elsevier, ‘laat staan dat ze de meetgegevens (ruwe data) openbaar zullen maken, zodat deze verifieerbaar zijn, of in andere contexten zijn te hergebruiken,’ zegt hij.
Enkele dagen na de publicatie heeft Elsevier via een blogpost gereageerd op het opiniestuk in The Guardian. De uitgever zegt onder meer grote grote stappen te hebben gezet om open science te ondersteunen en noemt zichzelf een van de vooraanstaande open access-uitgevers. Bovendien meent Elsevier dat het consortium een voorkeur voor Elsevier-producten zorgvuldig heeft uitgesloten in de methodologie van de monitor. Jon Tennant heeft intussen alweer een stevige tegenreactie gegeven. Zo rekent hij voor dat slechts 6 procent van de Elsevier-artikelen vrij toegankelijk is; dat maakt Elsevier juist tot een van de kleinste open access-uitgevers. Er zijn namelijk ook uitgevers die álle artikelen in open access publiceren.
Het is nu afwachten wat de Europese ombudsman van de kwestie vindt
Dat Elsevier de opdracht als onderaannemer kreeg, kwam daarnaast pas heel laat naar buiten. De timing is opmerkelijk: precies twee maanden en één dag na de bekendmaking van het toekenningsbesluit door de Europese Commissie. Volgens de officiële richtlijnen is het aantekenen van bezwaar alleen mogelijk binnen twee maanden na de bekendmaking van het toekenningsbesluit. Waarom dit zo is verlopen is onduidelijk. In zijn reactie gaat Paul Hofheinz niet in op deze vraag.
Het weerhield Jon Tennant er in ieder geval niet van om actie te ondernemen. Op 5 juli heeft hij een formele klacht ingediend bij de EU-ombudsman. De klacht (waar iedereen vooraf aan kon meeschrijven via Google Docs) werd door 432 anderen — vooral wetenschappers — ondertekend. En ondertekening is nog steeds mogelijk, want een tweede (en waarschijnlijk derde) reeks handtekeningen zal eveneens worden ingediend. De lijst bevat inmiddels meer dan duizend namen.
Volgende stappen
Het is nu afwachten wat de Europese ombudsman van de hele kwestie vindt. Die zal voor begin augustus een reactie moeten geven. In een interview met Scienceguide, een online platform over hoger onderwijs en wetenschap, zegt Tennant al na te denken over eventuele volgende stappen. Dat doet hij overigens niet alleen. Zo benadrukt hij dat het indienen van de klacht bij de ombudsman vanaf het begin een gezamenlijke actie is geweest en dat hij veel hulp van anderen ontving. Een van de opties die ze overwegen is om van de ingediende klacht een petitie te maken.
Daarnaast denken ze eraan om een formele klacht in te dienen bij de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) over de dominantie van Elsevier bij de monitor én op de Europese wetenschappelijke uitgeversmarkt. Het Britse Office of Fair Trading (OFT) deed in 2002 al eens onderzoek naar de marktpositie van Elsevier toen het fuseerde met een ander uitgeversbedrijf. De OFT schreef destijds: ‘if competition fails to improve or should additional significant information come to light, we may consider further action.’
Van dat verdere onderzoek is tot nu toe nog maar weinig terechtgekomen.
38 Bijdragen
wim de kort 8
Marla Singer 7
wim de kortNeem nou bijv. Wikipedia. Je zou denken dat dit een mooie manier is om kennis te bundelen zodat je betrouwbare gegevens krijgt. Maar daar wordt zoveel gerotzooid door jan en alleman dat je nooit weet welke artikelen kloppen en welke niet.
Je kan het ook oplossen door ontdekkingen en technieken net zoals een auteursrecht te behandelen waarbij het auteursrecht naar believen van de schrijver(s) kan worden geëxploiteerd of geschonken aan de samenleving. Na 5, 10 of 20 jaar wordt die kennis dan publiek domein. Waarbij het ook mogelijk is om die kennis vrij te kopen als een (overheids) partij genoeg geld op tafel legt.
Je kan zelfs uitzonderingen maken voor bijv. ontdekkingen van medicijnen die bijv. ziektes zoals Ebola, HIV kunnen genezen deze verplicht in het publieke domein gebracht worden en daar een commissie bepaald hoeveel de vergoeding hiervoor is voor de auteur gerechtigden.
Wellicht dat dit ook te idealistisch is maar volgens mij is het een interessant uitgangspunt om verder over door te denken. Waarschijnlijk is dit idee zelfs niet nieuw maar wellicht dat voor dit soort ideeën meer draagvlak moet komen lijkt me erg belangrijk.
wim de kort 8
Marla SingerEen soort van investeringsregeling waar iedereen profijt van kan hebben.
Marla Singer 7
wim de kortEveline Bernard 6
Marla SingerLydia Lembeck 12
Eveline Bernardj.a. karman 5
Eveline BernardOp het moment van onderwerpen die meer gevoelig liggen wat het ineens veel meer diffuus. Je zult zelf moeten kijken of de informatie in het artikel klopt of vanuit een bepaalde overtuiging is neergezet.
[Verwijderd]
Mz59 7
[Verwijderd]Peter Urbanus 5
Mz59Mz59 7
Peter Urbanus[Verwijderd]
Mz59Daarbij, je kunt wel iets op internet zetten, maar is het ook zichtbaar voor anderen die er toe doen.
Lydia Lembeck 12
Peter UrbanusJan-Marten Spit 9
Mz59volgens het artikel zorgen de auteurs zelf voor de peer review - niet de uitgever.
maar als ik me niet vergis gaan vakbladen daar verschillend mee om.
overigens omschreef een van de editors van The Lancet het peer review proces ongeveer als volgt: we throw them all down the stairs and pick those that reach the floor.
Peer-review is overschat en staat daarom ook ter discussie in dit digitale tijdperk.
Niels Alberts 4
Jan-Marten SpitDat is niet wat ze bedoelen - Wat hier gezegd word is dat wetenschappers zelf de peer-reviews doen. Dat gaat meestal als volgt: Je stuurt een paper op naar een blad, de editor beoordeelt of het potentieel goed genoeg is voor review - dan stuurt de editor het door naar wetenschappers in het veld van de paper voor peer-review. Bij sommige bladen mag je als auteur wel reviewers "aanraden", maar dit is niet overal zo en is nog steeds afhankelijk van de editor.
"overigens omschreef een van de editors van The Lancet het peer review proces ongeveer als volgt: we throw them all down the stairs and pick those that reach the floor. "
Wat de instelling van de referees (peer-reviewers) is is overigens ook afhankelijk van de filosofie van het journal waar je het naar stuurt. Daarom is alleen The Lancet aanhalen voor het proces niet representatief ;).
"Peer-review is overschat en staat daarom ook ter discussie in dit digitale tijdperk."
Verder wil ik hierbij zeggen dat het peer-review systeem totaal niet overschat is - het is voor mij iig een fundamentele stap in het publicatie proces. Het gaat echter wel gebukt onder de enorme tijdsdruk waar referees onder staan, plus - vooral in hogere bladen als The Lancet, Nature e.d. - afhankelijk van de eerlijkheid van de referees.
Het gaat dus niet per se om problemen met het systeem, maar meer om hoe men er mee omgaat.
Jan-Marten Spit 9
Niels Albertsinderdaad, ik maakte een typefout (auteurs ipv wetenschappers).
het punt waar ik op reageer is desondanks onjuist - de uitgever voegt vrij weinig toe in het peer review proces (zoals typisch geen vergoeding voor de peer-review).
"Daarom is alleen The Lancet aanhalen voor het proces niet representatief ;). "
Een uitspraak van 1 editor van een gezaghebbend tijdschrift over peer-reviews is weliswaar geen statistisch valide steekproef, maar het zegt wel iets natuurlijk.
ik stel niet dat peer-review proces nutteloos is, maar overschat. het aantal fouten dat ondanks peer-review sluipt in breed aangehaalde papers (vooral als ze smeuige onderwerpen hebben), peers die vastzitten in dezelfde groupthink, het risico op appeal to authority ...
veel beter zou het zijn als paper en onderliggende data gewoon publiek beschikbaar zijn, wat ook prima kan in het digitale tijdperk - de hele wereld kan zien, kennis nemen van en controleren.
Eveline Bernard 6
Mz59U gaat er van uit dat de uitgevers de peer reviewers betalen. Ik betwijfel dat.
Wat uitgevers wel ter beschikking stellen is de naam van hun uitgave. Die weegt zwaar in de waardering van artikelen door wetenschappers. Verder maken de uitgevers kosten voor activiteiten die ook een uitgever van b.v. een stripboek maakt.
Niels Alberts 4
Het is dan ook vreemd dat de EC niet in zee is gegaan met non-profit publishers zoals eLife en PLoS die volledig open access en gericht op transparantie publiceren.
Sophie Stadhouders 5
Niels AlbertsHet is inderdaad zo dat ook open access een hoop geld kan kosten. Met name grote wetenschappelijke uitgevers vragen een hoge APC of BPC (article/book processing charge) van auteurs of hun instituten om een artikel of boek open access te maken. Er zijn echter ook, zoals je al noemt, non-profit uitgevers die artikelen voor een veel lagere prijs open access publiceren.
Momenteel lopen de APC-kosten per uitgever en per vakgebied erg uiteen: van een paar honderd dollar tot ongeveer 3000 dollar per artikel. In sommige gevallen lopen de prijzen op tot in de 4000 of zelfs 5000 dollar. Vaak geldt hoe prestigieuzer het tijdschrift, hoe hoger de publicatiekosten.
Met lagere APC's zou het gehele publicatieproces uiteindelijk goedkoper kunnen worden.
In mijn eerdere artikel lees je er meer over: https://www.ftm.nl/artikelen/wetenschappelijke-uitgevers-nog-steeds-schatrijk-dankzij-publiek-geld?share=1
[Verwijderd]
Sophie StadhoudersBerend Pijlman 13
Niels AlbertsWetenschap is/ zou moeten zijn/ wordt ervaren als een publieke taak. Wetenschappers zijn zowel de schrijvers als de afnemers van wetenschappelijke artikelen. Dus zowel het opstellen als het afnemen van de wetenschappelijke artikelen wordt betaald met publiek geld of zou (wat mij betreft) volledig met publiek geld betaald moeten worden. Nu wordt tussen het schrijven en lezen van wetenschappelijke artikelen een private partij gezet in plaats van een publieke. Blijkbaar is de waarde van de wetenschappelijke artikelen groter dan de kostprijs voor het opstellen van de artikelen (wetenschappers worden onderbetaald). Want de afnemer is bereid om meer te betalen voor de artikelen gezien de hoge winstmarges voor publicisten. Omdat de uitgever de enige marktpartij is in de reeks strijkt deze de winsten op omdat het zonder publieke verantwoording exorbitante prijzen kan vragen als men bereid is dat met publieke middelen te kopen.
In private markten waar publieke goederen worden verhandelt, kan nu eenmaal het meest worden verdiend.
Dit is ongeveer hetzelfde berdrijfsmodel als Supreme in de Afghanistanoorlog waar FTM in juni over berichtte: https://www.ftm.nl/artikelen/hoe-supreme-de-navo-een-oor-aannaaide?share=1
Peter Urbanus 5
Dan hebben we nog Wolters Kluwer, waar de topvrouw 15 miljoen euro per jaar 'verdient' en de Persgroep die 50 miljoen euro winst maakte vorig jaar, maar de freelance-journalisten bij de regionale dagbladen met een hongertarief van 13 cent per woord 'beloont'. Je komt dan nog niet eens aan minimumloon.
Maar de politiek lijkt toch al heel lang losgezongen van elke blijk van gezond verstand, dus plannen als dit kun je verwachten.
Co Pater 7
Peter UrbanusHet politiek proces is altijd gaande en veel meer dan het stemmen. Time for change.
Wietze van der Meulen 6
https://www.ndr.de/fernsehen/sendungen/hamburg_journal_1800/Fake-Science-Betrug-in-der-Wissenschaft,hamj69846.html
https://www.zeit.de/wissen/2018-07/wissenschaft-raubverlage-pseudo-forscher-veroeffentlichung
Tsja, het wordt er allemaal niet beter op. Of het nu om het bedrijven van wetenschap gaat (te vaak ook maar een verdienmodel voor zij die het bedrijven) of om de uitgevers van de artikelen die geproduceerd worden......
Lydia Lembeck 12
Wietze van der MeulenWetenschap is overigens volgens mij een opinie van het moment dat eigenlijk ieder moment aangepast/vervangen kan worden door een beter onderzoek. Gaat niet 100% op natuurlijk, maar wel bij veel onderzoeken, denk ik. De mens blijft onderzoeken. Gelukkig maar.
Wietze van der Meulen 6
Lydia LembeckHet zou wetenschappers dan ook sieren als ze een soort geldigheidsdomein aan hun stellingen zouden koppelen. Zoiets als “onder deze en die condities, hebben we dit en dat vastgesteld”. Voor de media zou een dergelijke, meer subtiele, handelswijze ook niet verkeerd zijn. Maar misschien kunnen zowel wetenschappers als de media daarmee te weinig scoren?
Jan-Marten Spit 9
Wietze van der Meulen"klopt wel een beetje denk ik" is wollig gokken. op welke observeerbare feiten baseer je deze uitspraak?
Wetenschap is wat je bijvoorbeeld in staat stelde vanaf daar hier je mening te posten, je kipfilet dagenlang thuis te bewaren en je dodelijke kinderziekten liet overleven.
'https://www.nu.nl/gezondheid/2681459/mannen-denken-niet-alleen-seks.html
Het artikel bevat geen verwijzing naar het onderzoek zelf. Het meldt wel dat het is gehouden onder louter studenten. Na even zoeken blijkt het te gaan om
"The study involved 163 female and 120 male college students between the ages of 18 and 25 who were enrolled in a psychology research participation program. ... who kept track of one type of thought (about sex, food, or sleep) for a one week period."
opzet experiment: waardeloos, gemeten p-values: niet vermeldt. extrapolatie: van 283 studenten psychologie naar 'mannen' - een verzameling van ~ 3,5 miljard.
"Maar misschien kunnen zowel wetenschappers als de media daarmee te weinig scoren?"
De formule voor 'scoren' bevat een term die sensatiebeluste publiek representeert.
"Het zou wetenschappers dan ook sieren als ze een soort geldigheidsdomein aan hun stellingen zouden koppelen. "
In de natuurwetenschappen gebeurt dat dan ook precies. Het doet me ernstig verdriet dat de natuurwetenschappen (waaronder klimaatwetenschappen) moeten leiden onder de symbiose tussen een sensatiebelust publiek en charlatans die hen bedienen met kwakzalverij - een extrapolatie die ook niet deugt.
Peter Urbanus 5
Lydia LembeckWietze van der Meulen 6
Peter UrbanusAlleen door dit overschot is het mogelijk dat er (ook) in de wetenschap veel korte (deeltijd)banen zijn. Dit maakt de onderzoekers veel te kwetsbaar voor onafhankelijk onderzoek. Voor de zuiverheid van de wetenschap lijkt me dat geen goede zaak.
Datzelfde geldt ook voor de media. De tarieven voor de journalisten die voor de (regionale) dagbladen schrijven (wat je eerder aanhaalde).
Lydia Lembeck 12
Peter UrbanusJan-Marten Spit 9
Lydia LembeckPrecies, dat je richting midden aarde valt is een kwestie van toeval, net als het feit dat je computer het doet, de elektronen gehoorzamen en de telefoon je kan vertellen waar je bent met een nauwkeurigheid van een meter of 20. Allemaal een kwestie van opinie.
Lydia Lembeck 12
Jan-Marten SpitJan-Marten Spit 9
Lydia Lembeckniet echt. bedroefd word ik.
"Wetenschappelijke feiten die herijkt moesten worden."
geef eens een voorbeeld?
ik accepteer niet dat mensen wetenschap neerzetten als ook maar opinie - dat is een openlijke aanval op de verlichting en bovendien een absurdistische schets van de realiteit.
Lydia Lembeck 12
Jan-Marten SpitJan-Marten Spit 9
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Jan-Marten SpitJe vergeet en passant je toon naar mij toe. Bovendien ben ik je secretaresse niet.
C. Kroon 1
Mike de Leeuw 2
Dat ze daar bij Elsevier zoveel winst menen te moeten maken is dan een onredelijke situatie die genivelleerd kan worden door wetenschappers die collectief overstappen naar alternatieve dienstverleners.
Doe dat dan!