
De Nederlandse economie is een van de meest concurrerende ter wereld, volgens onderzoek van het World Economic Forum. Het rapport beoordeelt echter alleen het vestigingsklimaat voor grote multinationals, waarschuwt Ewald Engelen, die het typerend vindt dat juist een PvdA-minister met dit rapport pronkt.
Soms illustreert het kleine prachtig het grote. In dit geval is dat de tweet — en veel korter en vluchtiger kun je het niet krijgen — die minister Asscher van Sociale Zaken op 28 september jongstleden, ’s morgens om 08.44 uur verstuurde.
De tekst luidde: ‘Nederland beste economie van de EU, vierde wereldwijd.’ Dit verwees naar een rapport van het World Economic Forum uit Davos dat zojuist de nieuwe editie van zijn jaarlijkse Global Competitiveness Index openbaar had gemaakt. De tweet van Asscher werd 34 keer geretweet en 35 keer geliked. Ook ik retweette Asschers tweet, voorzien van het commentaar: ‘Van, voor en door het grootbedrijf, meneer de sociaal-democraat.’
Eredienst van de Markt
Economieën zijn grote, ingewikkelde dingen, bestaande uit honderden markten, duizenden netwerken, tienduizenden ondernemingen, instellingen en publiekrechtelijke organisaties, miljoenen werknemers en consumenten en handenvol conflicterende belangen die zich steeds opnieuw relatief vreedzaam neerleggen bij de bestaande machts- en gezagsverhoudingen. Een dagelijks wonder dat de moderne economiebeoefening sinds de dagen van Adam Smith meer en meer tot een eredienst van de Markt heeft gemaakt.
‘Van, voor en door het grootbedrijf, meneer de sociaal-democraat’
Het punt is dat een economie niet één ding is, en dus niet gelijkgesteld kan worden aan een van die markten, productienetwerken, ondernemingen, werknemers, consumenten of belangen. Wie dat wél doet, privilegieert er iets of iemand mee, verklaart daarmee diens belang tot het allerbelangrijkste en maakt alle andere belangen daaraan ondergeschikt.
Dat is precies wat Asscher met zijn tweet deed. In het rapport van het World Economic Forum wordt de positie op de ranglijst bepaald door variabelen als kwaliteit van het onderwijs, infrastructuur, flexibiliteit van de arbeidsmarkt, betrouwbaarheid van het rechtsstelsel, de competitiviteit van het belastingstelsel en de omvang van het innovatiebeleid. Het rapport is overduidelijk geschreven vanuit het perspectief van het grootbedrijf en meet slechts de gastvrijheid van landen voor multinationals. En als de variabelen je dat nog niet hadden verteld, dan verraden de nationale onderzoeksteams die de data voor de ranglijst hebben aangedragen het wel: allemaal medewerkers van business schools, die nu eenmaal teren op opdrachten van datzelfde grootbedrijf. Het rapport gaat dan ook niet over hoe ‘goed’ een economie voor haar burgers zorgt, maar hoe ‘goed’ een economie de deelbelangen van multinationals dient.
"De vraag die Asscher had moeten stellen is: wie hebben hier baat bij?"
De vraag die Asscher had moeten stellen is: wie hebben hier baat bij? Burgers, dieren, het milieu, werklozen, studenten, vrouwen, het midden- en kleinbedrijf? Of het grootbedrijf? Maar dat deed hij niet. Net als vrijwel alle journalisten die hier verslag van deden, bezondigde hij zich aan een ideologisch zeer suspecte synecdoche. Asscher zag een deel voor het geheel aan en veegde daarmee de belangentegenstellingen tussen multinationals en werknemers (loon versus werk), tussen multinationals en burgers (belasting versus werk) en tussen multinationals en het midden- en kleinbedrijf (marktaandeel versus concurrentie) om maar te zwijgen van de tegenstelling tussen multinational en milieu met 140 tekens van tafel: wat goed is voor Apple is goed voor ons.
Inmiddels zou iedereen moeten weten dat dat een fabeltje is. De afgelopen decennia heeft er een massale lastenverschuiving plaatsgevonden van het grootbedrijf naar het midden- en kleinbedrijf en burgers. De meeste multinationals dragen in reële termen ééncijferige percentages aan de schatkist af, terwijl de meeste burgers als je alles bij elkaar optelt pakweg een halve werkweek in staatsdienst zijn. Daarnaast zijn multinationals de afgelopen decennia op steeds meer cadeautjes getrakteerd: goed onderwijs, fraaie infrastructuur, handelsmissies, rechtszekerheid, openbare orde en onderzoek ontwikkeling. Allemaal voor nop. Het werkgelegenheidsargument waarmee deze grootzakelijke snoepwinkel wordt gelegitimeerd is ook al flauwekul: tussen 1985 en 2012 daalde de werkgelegenheid van de vijf grootste multinationals in Nederland met maar liefst 74 procent.
De meeste multinationals dragen slechts ééncijferige percentages aan de schatkist af
Asschers tweet illustreert het onvermogen van de Europese sociaal-democratie om de tijdgeest te lezen — dat is het grote verhaal erachter. In heel Europa worstelen sociaal-democratische partijen met de erfenis van de kerstening die ze in de tweede helft van de jaren ’90 hebben ondergaan. Het zelfbeeld is er een van bestuurlijk pragmatisme, terwijl kiezers in dat zachtroze neoliberalisme haarfijn de ideologie weten te herkennen. Nu dat neoliberale tijdperk in de vorm van de Grote Financiële Crisis van 2008 een frontale botsing met de geschiedenis heeft gehad, doen Asscher en de zijnen er goed aan de coryfeeën van de Derde Weg met pek en veren uit de partij te jagen en als de wiedeweerga in de leer te gaan bij mensen als Elizabeth Warren, Jeremy Corbyn, Pablo Iglesias en ja, ook bij Emile Roemer. Ontwaakt! Verworpenen der Aarde! Ontwaakt! Verdoemd in hong’ren sfeer!
38 Bijdragen
thebluephantom 6
Roland Horvath 7
Met de medewerking van halfzachte politici en hoofdstroom media willen de Grote Multinationale Ondernemingen GMO dat aan hun grillen voldaan wordt namelijk de almacht in de maatschappij wereldwijd. Door middel van een 24/7 Barnum -Goebbels propaganda en met grof militair geweld uitgaande van de VS, de EU en Israël.
In de EU is dat een rare besparingen politiek uitsluitend om 2 redenen: Om de lasten van de GMO te verlagen en de Sociale Zekerheid SZ af te bouwen. En met TTIP/CETA/TISA dat de hele wetgeving in de EU op zij schuift ten bate van de GMO uit de VS en zo de democratie, de soevereiniteit van de staten, het milieu, de maatschappij en de mensen verprutst. Terug naar de verhoudingen van het 19e eeuwse laisser faire kapitalisme/ fascisme/ neoliberalisme/ corpocratie. Uitsluitend voor de GMO en een zeer kleine groep superrijken.
Het kan anders als de burgers hun verstand terug vinden en de propaganda doorzien, wat moeilijk is. En alternatieven aangeboden krijgen. Dat moet onder andere komen van media als FTM. Op voorwaarde dat die zich ook niet verliezen in bestaande dogma's.
Martin van der Wiel 7
Constance 4
( Aldus econome Joan Robinson na haar Marxistische fase. )
Dat is misschien zo'n beetje de inschatting van de sociaal-democratische politici bij hun capitulerende conversie tot het neoliberalisme light.
En mogelijk ook de reden dat ze zich aanboden als hulpsinterklazen aan onze immer montere droogkomiek Mark, tevens b.v.p. ( bewust visieloos premier ), die z'n virtuositeit op de politieke sneeuwschuiver graag zal gebruiken om multinationals alle mogelijkheden toe te schuiven om nog meer macht te kunnen ontplooien.
Gelukkig dat alles ten dienste van "dit fantastische land" zoals ons voortdurend met triomfantelijk optimisme wordt meegedeeld.
Hoewel:
"Die Idee der socialen Gerechtigkeit ist ein quasi-religieuzer Aberglaube" aldus Marks inspirator, de neoliberale voorman Hayek.
Aangezien Rutte c.s. acolieten zijn bij een eredienst die met dit 'quasi-religieuze bijgeloof' concurreert, zijn we er toch niet helemaal gerust op.
Pieter Jongejan 7
ConstanceKapitalisten hebben door voortgaande automatisering en robotisering veel minder mensen nodig. Dit mis ik in het betoog van Engelen en in jouw betoog. Verder ben ik het met het betoog van Engelen en jou wel eens. De oplossing ligt zoals Roland Horvath aangeeft bij het presenteren van begrijpelijke alternatieven. Het doorzien van de werking van systemen (ecologie) is alleen weggelegd voor systeemspecialisten. Rutte is niet meer dan een goede verkoper van de belangen van de grote onderneminge
Lydia Lembeck 12
Pieter JongejanRoland Vanderschaeghe 4
M. van Deelen 11
Roland VanderschaegheTot zover de stemwijzer van vandaag ;-)
REINIER VAN DRIEL 7
Roland VanderschaegheLydia Lembeck 12
REINIER VAN DRIELHr E E Schipper 5
Jij weet mijn onvrede (& irritatie) goed te verwoorden :-)
... ergens lucht dat op ...
Maarten Langeveld 8
M. van Deelen 11
"Economische groei kan je faken"
http://www.mo.be/opinie/economische-groei-kan-je-faken
Pieter Jongejan 7
M. van DeelenEn biochemie ook niet, want er worden nu nieuwe moleculen ontwikkeld, waarmee je kankercellen zou kunnen vernietigen. Economie is volgens mij wél een exacte wetenschap, waarvoor evenwichtsrelaties gelden (net als in de scheikunde en de biologie). Wie zich niet aan die evenwichtsrelaties houdt kan verwachten ziek te worden. Een steeds schevere inkomensverdeling kun je wat mij betreft vergelijken met obesitas. Daar kun je ziek van worden. Evenwichtsherstel is dan gewenst, maar voor de aangewezen therapie moet je weten wat de oorzaak is van de onevenwichtighei
Matthijs 11
Pieter JongejanDe economie probeert zich zo exact mogelijk voor te doen maar is het dat naar mijn mening niet. Economie draait om zeer complexe sociale relaties tussen miljoenen mensen en het draait om complexe, wellicht chaotische, systemen. Het idee dat economie gebaseerd is op relaties die naar evenwicht neigen is een aanname die niet bewezen is (of kan worden).
Zeker de mainstream economische modellen zijn echt lachwekkend in de aannames die er aan ten grondslag liggen. Evenwicht, rational expectations, vrijwillige werkloosheid, etc. En als die andere economische stromingen nu ook een beetje aandacht zouden krijgen zouden de verschillende visies nog een beetje balans in het debat brengen. Maar alle niet-traditionele modellen krijgen geen schijn van kans.
Ik zal niet beweren dat bepaalde bestaande economische modellen helemaal nutteloos zijn. Er zullen nuttige gereedschappen bij zitten. Maar het gevaar is dat als je alleen maar een hamer hebt, je altijd alleen maar op dingen hamert als oplossing. Terwijl een ander gereedschap misschien wat nuttiger kan zijn ;)
Pieter Jongejan 7
MatthijsMatthijs 11
Pieter JongejanOf, in elk geval niet het soort evenwicht dat economen en de meeste mensen in gedachte hebben: een mooie, evenwichtige balans tussen kopers en verkopers, tussen consumenten en producenten, vraag en aanbod. Dat idee van perfect evenwicht dat in de mainstream economische modellen ingebakken zit, is een onjuiste aanname volgens mij. Wat er voor zorgt dat beleidskeuzes al vantevoren beperkt worden. Immers, een perfect evenwicht kun je alleen maar verstoren als je er aan gaat zitten. Overheidsingrijpen bijvoorbeeld is in zo'n model -per definitie- verkeerd.
Met de voorbeelden die je aandraagt, bevestig je dat het soort evenwichtsdenken dat ik beschrijf niet klopt. Herten moeten soms afgeschoten worden, kaders van markten begrenst worden, banken aan banden gelegd, etc.
Anyway, interessant vraagstuk. Zou zeker goed zijn als economen naast wiskunde ook meer leren over biologie en ecologie. Voeg daaraan toe sociologie en psychologie.
Michel Fleur 6
Pieter JongejanIn feite zijn hierdoor alle modellen die "iets" als een markt modelleren niet betrouwbaar. Extra parameters aan het model toevoegen die de fundamentele aannames niet aanraken, maken het model niet beter. Het zou gegeven een dataset de juiste uitkomsten kunnen genereren. Binnen die dataset.
(1)
Ik ga even voorbij aan de aannames dat we allemaal volledig rationeel zijn, volledig egoïstisch zijn volledig onafhankelijk van tijd reageren op identieke marktsituaties.
(2)
Klein genoeg om de neiging naar monopolie te kunnen negeren :-)
(3)
Monotoon stijgend of dalend (niet strict)
(4)
Gesimplificeerd: Als we niet feitelijk alle N actoren in een markt als N klonen van één actor kunnen beschouwen (5) is de relatie tussen prijs, vraag en aanbod of andersom niet noodzakelijk monotoon (of omkeerbaar). Vertonen deze relaties lokale maxima of minima, dan is dat al in conflict met de wetten van vraag en aanbod die noodzakelijk zijn voor het marktevenwicht. Zou standaardstof moeten zijn.
(5)
Waarbij er wel inkomens verschillen zijn, maar waarbij iedereen hetzelfde percentage aan ieder product uitgeeft.
Pieter Jongejan 7
Michel Fleurhein vrolijk 6
Michel Fleurhttp://eco-simpel.nl/2016/08/21/wet-vraag-1/ is wellicht leerzaam
Michel Fleur 6
hein vrolijkElke theorie bouwt voor op andere theorie en op aannames. In de gangbare economische theorie zijn de aannames nogal onwerkelijk. Daardoor zijn de uitkomsten van redeneringen binnen die theorie ook onwerkelijk (1).
Het gaat om de rollen van tijd, rationaliteit en informatie in de theorie. Nog belangrijker is de aanname dat de markt altijd een (uniek) voorspelbaar evenwicht zal bereiken. Dit is alleen in micro-economische context te verdedigen, zoals het Sonnenschein–Mantel–Debreu wiskundig aantoont: als er al een evenwicht bestaat, is dit niet gegarandeerd uniek en er is bovendien geen drijfveer om dat evenwicht op te zoeken.
Vanuit wetenschappelijk oogpunt is het dan interessant dat veel modellen nog steeds van de algemene evenwichtstheorie uitgaan. Want met wat stochastische variabelen en statistiek kun je systeemfouten niet oplossen.
Ik kan me overigens best vinden in het gelinkte artikel. Ik mis nog een beetje de rol van krediet bij het veroorzaken van bubbels.
(1)
Tenzij ze toevallig overeenkomen met de werkelijkheid, maar daarover kan men op basis van die theorie geen uitspraak doen.
Michel Fleur 6
hein vrolijkhttp://evonomics.com/macroeconomics-alan-kirman-blind-alley/
M. van Deelen 11
Pieter Jongejanhttp://www.mejudice.nl/artikelen/detail/de-buitenwacht-de-maatschappelijke-inbedding-van-de-markt
Neem me niet kwalijk dat ik me hierna een beetje wazig voel. Maar ik zag wel het ligt (zie onderaan bij Disqus).
Matthijs 11
M. van DeelenEn dat gaat dan over één discipline, sociologie en de vraag wat economen daarvan kunnen leren. Zo zijn er meer. En binnen de economie zelf heb je ook een stuk of negen hoofdstromingen (klassiek, neoklassiek, keynes, marx, etc) terwijl er maar één serieus genomen wordt.
Deze is ook wel relevant hierbij en leuk, RSA ANIMATE: Economics is for Everyone! met Ha-Joon Chang
https://www.youtube.com/watch?v=NdbbcO35arw
M. van Deelen 11
MatthijsLydia Lembeck 12
M. van DeelenM. van Deelen 11
Lydia LembeckVanaf toen: Don't spend more than you earn!
Pieter Jongejan 7
M. van DeelenM. van Deelen 11
Pieter JongejanBeide Kandidaten zehn Punkte.
Michel Fleur 6
Pieter JongejanMeten is interpreteren. Hoe meet je de "energie"? Die leidt je af uit andere metingen. Wie levert die gegevens aan? Met welk belang? Wat tel je mee? Wat laat je weg? Waarom doe je dat? Welk model gebruik je om uit die gegevens de "energie" af te leiden? Hoe is dat gebruikte model tot stand gekomen? Wat voor aannames zijn ervoor gedaan? Is het empirisch onderbouwd? Is het falsifieerbaar?
Een model dat consistent is, is niet automatisch realistisch. Wiskunde dwingt consistentie af, maar niet realisme. Je kunt een evenwichtsvergelijking uit je duim zuigen en daar een complete theorie mee opstellen. Die geheel consistent is. Waar je bewijzen kunt toetsen. Maar zolang die originele vergelijking niet realistisch is, is het model dat ook niet. Met statistiek kun je een model niet bewijzen: je kunt het binnen een set gegevens aannemelijk maken. Met parameter-fitten kun je een model altijd wel passend krijgen. Maar dat wil niet zeggen dat het de juiste parameters zijn of dat die überhaupt iets betekenen.
Alles valt of staat met de fundamentele aannames waarop de theorie is gebaseerd. Die moeten kloppen.
En juist die basis aannames van de mainstream economie voldoen niet aan de criteria die in het algemeen gelden voor de exacte wetenschappen die je noemt. Ik verwijs naar de reactie van Matthijs voor de rest.
Pieter Jongejan 7
Michel FleurMatthijs 11
Pieter JongejanIk ben als econoom maar een leek. Geinteresseerd lees ik er sinds 2008 van alles over. Maar als ik dan zie wat er aan aannames gedaan worden bij alle mainstream modellen sla ik steil achterover van verbazing. Met alle respect voor de economie wetenschap, maar iets meer bescheidenheid zou volgens mij wel op zijn plaats zijn. Hoe vernuftig de wiskunde ook is, alles staat of valt met de aannames die je doet.
Michel Fleur 6
Pieter JongejanBij economie ontbreekt een framework om dit soort zaken te testen en de bereidwilligheid om de fundamenten te herzien of kritiek van vakgenoten en andere wetenschappers te aanvaarden. Men gaat uit van een zeer versimpeld en ideologisch wereldbeeld dat bovendien statisch en vaak lineair is. Dat wereldbeeld is niet getoetst aan de werkelijkheid, maar nogal belangrijk voor de verdere mathematische vormgeving. Dynamiek wordt er later opgeplakt en alles dat niet automatisch tot evenwicht leidt, wordt gemodelleerd als "externe" parameter, zoals de geldhoeveelheid (1). Als hetzelfde beroepsethos zou worden toegepast in de natuurkunde, scheikunde en alle afgeleiden, dan zou ik niet graag in een vliegtuig stappen maar dat had ik nu ook niet op deze manier kunnen delen.
Om terug te komen op het BBP. Het is een kunstmatig getal, waarvan de definitie ook al een aantal malen is gewijzigd. Al was het alleen maar om te verhullen dat een topzware financiële sector een economie remt. Uiteraard blijven de inputs en outputs consistent.
(1)
Elke krediet transactie is geldcreatie dus de geldhoeveelheid is wel degelijk een intern verschijnsel dat onderdeel is van de markt.
Pieter Jongejan 7
Michel FleurBij natuurkunde en scheikunde heb je veel meer constanten; bij economie heb je niet zelden te maken met een wijkend evenwicht als gevolg van structurele veranderingen, zoals afnemende bevolkingsgroei, technologische ontwikkeling, veranderende inzichten en veranderende preferenties. Leereffecten vind je ook bij andere sociale wetenschappen. Maar ik blijf erbij dat het evenwichtsbegrip en structurele veranderingen centraal horen te staan. Evenwichtige groei daar gaat het om.
Matthijs 11
Pieter JongejanHelemaal mee eens. Iedereen is gebaat bij meer evenwichtige groei. Een goede doelstelling. Maar dat is iets anders dan waar de kritiek op mainstream economie onder andere over gaat: de aanname ingebakken in de modellen dat een economie per definitie in evenwicht is. Alsof dat evenwicht een bewezen natuurwet is. En daar gaat het fout. Om meer redenen, maar dit is er één van.
Economische modellen worden gezien als absolute waarheid. De realiteit is echter dat de meeste modellen nog steeds erg beperkt zijn en geen zekerheid geven. Of ze komen een tijdje aardig overeen met de werkelijkheid, tot ze dat plots niet meer doen (2008).
Een economisch model kan nuttig zijn, maar de beperkingen ervan moeten onderkend worden. Dan kan beleid veel sneller aangepast worden. En kan veel onnodige schade voorkomen worden.
Als je al met één wiel in de greppel rijdt, is het verstandig bij te sturen, in plaats van naar je wegenkaart te blijven kijken en zeggen "maar op de kaart gaat de weg hier rechtdoor".
Constance 4
Pieter JongejanIn normatieve of descriptieve zin? En welke Wicksell?
De Wicksell van 'Interest and Prices' gaat uit van een LFT (Loanable Funds Theory) en stelt dat een economie met door banken verstrekt krediet, zal convergeren naar de evenwichtssituatie van een economie zonder banken, waarin er geen kredietmarkt is maar enkel een kapitaalmarkt waar door spaarders vergaarde resources uitgewisseld worden. De activiteit van banken verandert de structuur van het economisch systeem niet, in die zin dat er in een kredieteconomie een aanpassingsmechanisme wordt verondersteld dat de rentevoet op de kredietmarkt doet tenderen naar een gepostuleerde "natural interest rate".
De werking van een kredieteconomie zou daarom beschreven kunnen worden met een theorie die van toepassing is op een wereld zonder banken.
Keynes daarentegen meende dat het introduceren van (fiat ) geld de structuur van het economisch systeem fundamenteel verandert en maakt onderscheid tussen ''a real exchange economy" en een "monetary economy".
Wel....
Of bedoel je misschien Wicksell als voorloper van de MMT (Wray etc) met:
"For the sake of simplicity, let us then assume that the whole monetary system of a country is in the hands of a single credit institution, provided with an adequate number of branches, at which each independent economic individual keeps an account on which he can draw cheques."
Of die van z'n kritiek op het marktfundamentalisme van de Lausanne School:
"almost tragic that Walras … imagined that he had found the rigorous proof … merely because he clothed in mathematical formula the very arguments which he considered insufficient when they were expressed in ordinary language."
Pieter Jongejan 7
ConstanceLater hebben centrale bankiers prijsstabiliteit geherdefinieerd als 1 à 2% inflatie.Dit gebeurde bij de introductie van de euro in 1999. Toen de euro eenmaal was ingevoerd (en de burgers buiten spel waren gezet) werd prijsstabiliteit opnieuw geherdefinieerd als iets minder dan 2% inflatie. In de USA gold lange tijd een inflatie van meer dan 2%, omdat Amerikanen daar financieel voordeel van hebben (wereldreservemunt). De Amerikaanse centrale bank en hun adviseurs zoals Woodford misbruiken Wicksell om aannemelijk te maken dat de rente verder omlaag moet omdat de inflatie minder dan 2% bedraagt. De lage rente voedt financialisering.
Via deze foute Wicksell vindt er een sluipende geldontwaarding (= herverdeling) plaats ten behoeve van financiële sector en overheidssector en ten nadele van spaarzame burgers.
En ook een herverdeling van Europeanen naar Amerikanen.
Het belangrijkste argument dat door centrale bankiers wordt gebruikt om de geldontwaarding aanvaard te krijgen is dat inflatie fungeert als smeermiddel van de economie.
Deze vergelijking gaat geheel mank omdat een smeermiddel tot doel heeft om onnodige slijtage te voorkomen en de motor beter te laten draaien
Een inflatie van 2% betekent echter extra slijtage (geldontwaarding) en een lagere economische groei.
Wat wel veranderd is sinds Interest and Prices in 1898 verscheen is dat de gouden standaard is vervangen door fiatgeld en dat het stelsel van vaste wisselkoersen is losgelaten. Dit heeft tot minder financiële discipline, een steeds lagere market rate of interest, een lagere winstvoet, een lagere risicopremie, meer onevenwichtigheden en een stagnerende groei geleid.
Terug naar de Wicksell van 1898 (0% inflatie en vaste wisselkoersen) lijkt me daarom een goede starter.
Hans Everhard 6