
Puur en alleen ondernemen om financieel rendement te behalen is op de lange termijn onhoudbaar. Het nieuwe ondernemen - waarbij mens en planeet centraal staan - krijgt in Nederland steeds meer voet aan de grond. Maar hoe werkt dit precies? Lees meer
De beweging van verantwoordelijke ondernemers groeit snel. Waar liggen de kansen voor deze 'nieuwe ondernemers'? Tegen welke problemen lopen ze aan? En hoe maken we onderscheid tussen de ondernemers die daadwerkelijk maatschappelijke en ecologische waarde creëren, en degenen die doen alsof?
Het jarenlange gesteggel over zzp’ers
Tony’s Chocolonely: nog niet slaafvrij, wel dividend
Waarom juist ambitieuze millennials niet voor het grote geld gaan
‘Voedselbedrijven lopen Brussel en Den Haag helemaal plat’
De synergie tussen gemeenten en nieuwe ondernemers
Verantwoord ondernemen langs de meetlat
Zo produceer je écht diervriendelijke eieren
Ondernemers pakken op eigen houtje de ouderenzorg aan
Hoe sociale ondernemingen onze economie van binnenuit vernieuwen
Specialisterren excelleert als bedrijf dankzij werknemers met autisme
© CC0 (Publiek Domein)
Zet het milieu op de winst- en verliesrekening
Samen met MaatschapWij — een onafhankelijke beweging die zich inzet voor positieve maatschappelijke vernieuwing — maakt Follow the Money een serie videoportretten. Hiervoor interviewde ik onlangs Volkert Engelsman en Edgar Kampers. Beiden zetten ze zich in voor verduurzaming door een nieuwe manier van denken over winst.
Ieder jaar wordt onze ecologische schuld aan de aarde groter. Earth Overshoot Day – de dag waarop de mensheid de ecologische hulpbronnen die de aarde in één jaar kan aanvullen heeft opgebruikt – viel vorig jaar op 8 augustus; in 1971 was dit nog 24 december. Als we in dit tempo door blijven lenen van toekomstige generaties, is er over vijftig jaar vrijwel niks meer voor hen over. Gelukkig is er een relatief eenvoudige oplossing: een revolutie in ons winst-denken.
De crux van het uitputten van de planeet zit hem in ons geldsysteem. Edgar Kampers, medeoprichter van Qoin, legde uit waarom we ieder jaar meer hulpbronnen gebruiken dan de aarde ons kan geven: ‘Geld zoals wij het kennen is puur geïnteresseerd in winstmaximalisatie. Het is niet op zoek naar milieuwinst of de volgende windmolen, maar komt terecht op de plek waar het rendement het hoogst is.’
Blinde vlek
Met andere woorden: duurzaamheid is duur en vervuilen goedkoop. De aarde trekt hierdoor steevast aan het kortste eind. Hier zit volgens Volkert Engelsman, directeur van Eosta, precies het probleem: ‘Onze economie heeft een enorme blinde vlek. De ecologische kosten die we tijdens economische activiteiten maken wentelen we massaal af op toekomstige generaties. Ondertussen stellen we wel dat ons Bruto Nationaal Product door die activiteiten gestegen is. Eigenlijk zou je moeten zeggen: pas als de kosten van een duurzame planeet zijn meegenomen in de winstcalculatie van een land of bedrijf, dan is die berekening correct.’
Engelsman pleit voor een nieuwe winstdefinitie: één waarin hebzucht op de korte termijn plaats maakt voor duurzaamheid op de lange termijn. Hiermee kunnen we de misallocatie van geld tegen gaan. Maar waar komt die misallocatie eigenlijk vandaan? Hiervoor moeten we volgens Kampers en Engelsman kijken naar de manier waarop nieuw geld in omloop wordt gebracht: banken streven winstmaximalisatie na, en zijn daarom geneigd om zoveel mogelijk kredieten te verstrekken. In dit proces wordt nieuw geld gecreëerd.
Deze kredieten moeten vervolgens mét rente worden afgelost, liefst zo snel mogelijk. Met deze aflossing is de geldcreatie voorbij; om de continuë stroom van nieuw geld op gang te houden wordt het overgrote deel van nieuw geld besteed aan projecten die op korte termijn financieel rendement opleveren. Ecologische waarden komen daardoor op de tweede plaats.
Weg met de perverse prikkels
Om te zorgen dat ons geldsysteem duurzaamheid gaat stimuleren, zullen we volgens Engelsman de financiële spelregels moeten veranderen. Alleen door de perverse prikkels uit onze winstdefinitie te halen, kunnen we ervoor zorgen dat duurzaamheid rendement oplevert — en vervuilen dus niet langer de goedkoopste optie is.
‘Stukje bij beetje krijgt de planeet een stoel aan de kapitaal-tafel’
Volgens Engelsman is de ontwikkeling van dit level playing field volop in beweging. Vanuit de risicoanalyse in de financiële wereld ontstaat er op dit moment steun voor duurzaamheid. ‘Als een onderneming winst maakt over de rug van de planeet, dan vormt dat — zoals dat zo mooi heet — een niet uit de balans blijkende verplichting. Oftewel, een risico. Want je kan wel zeggen: deze onderneming is zoveel waard, maar als het aannemelijk is dat Greenpeace binnenkort op de stoep staat, dan stort die winstgevendheid natuurlijk in.’
Investeerders, aandeelhouders en beleggers houden daarom volgens Engelsman steeds vaker rekening met de ecologische impact die een onderneming maakt. ‘Stukje bij beetje krijgt de planeet hierdoor een stoel aan de kapitaal-tafel.’
Nieuwe balans
Bewuster investeren en beleggen is een goed begin. Volgens Engelsman ga je het verschil echter pas écht maken als je duurzaamheid opneemt in de winst- en verliesrekening van bedrijven. Hierom is hij samen met Triodos Bank, EY, PWC en Deloitte een true cost accounting pilot gestart. ‘In de toekomst willen we dat bedrijven niet alleen in proza verantwoording kunnen afleggen over de ecologische impact die ze maken. Ze moeten hem ook kunnen monetariseren.’
De pilot moet uitmonden in een compleet nieuwe manier van het opmaken van de balans — en daarmee in de keuzes die bedrijven gedurende het jaar maken. ‘Ons doel is om ervoor te zorgen dat duurzaamheid terecht komt in het DNA van bedrijven. Door de ecologische kosten en baten in kaart te brengen wordt sturen op duurzaamheid makkelijker.’
Valt ecologische impact wel van een prijskaartje te voorzien?
Maar valt de ecologische impact van een bedrijf eigenlijk wel van een prijskaartje te voorzien? ‘Dat is inderdaad verdomd moeilijk,’ zegt Engelsman. ‘Maar het kan wél. Als je in staat bent om 20 procent van de indicatoren te vinden die 80 procent van de impact op onze planeet bepalen, dan ben je al een heel eind. En bodemvruchtbaarheid, water, biodiversiteit en klimaat zijn zulke indicatoren.’
Engelsman legt uit hoe je, door gebruik te maken van true cost pricing, tot een correcte balans kan komen: ‘Als je bijvoorbeeld weet wat één hectare vruchtbare bodem waard is, of wat tien liter watervervuiling kost, dan kun je de impact van jouw bedrijfsactiviteiten monetariseren. Zo kun je niet alleen de economische, maar ook de ecologische balans opmaken.’
Op zoek naar draagvlak
Vanuit de financiële wereld en het bedrijfsleven ontstaat dus steeds meer steun voor het veranderen van de financiële spelregels. Tegelijkertijd kunnen wij, als burgers en consumenten, ook een verschil maken.
Hoe meer mensen zich aansluiten bij de duurzame revolutionairen, hoe groter het effect. Om ervoor te zorgen dat denken en handelen in termen van ecologische winst en verlies de nieuwe norm wordt, zullen we ons eerst moeten realiseren dat de manier waarop we ons geldsysteem hebben ingericht een sociaal construct is —met andere woorden, dat het is vormgegeven door onze maatschappij. Alleen dan zal het besef kunnen indalen dat we ook in staat zijn om winst op een nieuwe manier te definiëren.
Zogenaamde gemeenschapsmunten zijn één manier om dit te bereiken. ‘Veel mensen beschouwen het geldsysteem als de lichtsnelheid’, stelt Edgar Kampers. ‘Het is er en het is onveranderlijk. Door zelf een geldsysteem te starten en in te richten realiseren mensen zich dat ze invloed kunnen uitoefenen op het monetaire systeem en haar effecten.’
Daarnaast leren mensen door het gebruik van een gemeenschapsmunt op een andere manier naar de waarde van een product of dienst kijken. ‘Op het moment dat je punten krijgt voor het scheiden van je afval of het laten staan van de auto word je gestimuleerd om te denken in termen van ecologische kosten en baten,’ aldus Kampers.
Iedereen kan een verschil maken
‘Om het klimaatprobleem op te lossen heb je een heleboel partijen nodig. De activisten om rond te blijven roffelen, journalisten om te publiceren, accountants om correct te rekenen, onderzoekers om monetariserings-formules aan te leveren, fiscalisten die op zoek gaan naar manieren om het speelveld gelijker te maken, overheden die wetgeving creëren, ondernemers die zeggen: “ik ga mijn bedrijf future proof maken”, en consumenten die zeggen: “ik ga mijn gedrag verduurzamen”.’
Voor die laatste groep heeft Engelsman een paar simpele tips. ‘Koop zo vers mogelijk, reduceer vlees en kies bio. Je betaalt misschien ietsje meer, maar dat is makkelijk te compenseren met minder vlees, waardoor je budgetneutraal uitkomt.’
Op dit moment gebruiken we 1,6 planeet per jaar
Doe je dit al en wil je jouw impact vergroten? ‘Start dan je eigen gemeenschapsmunt’, zegt Kampers. ‘Met een gemeenschapsmunt kun je mensen belonen op het moment dat ze duurzaam gedrag vertonen. En dat werkt. Zo hebben we in het verleden gezien dat mensen hun afval ruim vier keer beter gaan scheiden als ze er punten voor krijgen.’
Laat je niet uit het veld slaan
Op dit moment gebruiken we een hoeveelheid natuurlijke hulpbronnen die gelijkstaat aan 1,6 planeet per jaar. Earth Overshoot Day is een groot probleem dat een globale aanpak vereist. Tegelijkertijd blijkt dat steeds meer mensen zich realiseren dat aan onze huidige winstcalculatie een verouderd paradigma ten grondslag ligt. Van consument tot investeerder, overal verliest het huidige winst-denken langzaam aan maatschappelijk draagvlak.
Weliswaar is de schaal waarop deze veranderingen plaatsvinden relatief klein, maar laat je hierdoor niet uit het veld slaan. Want, zoals Engelsman het verwoordt, verandering is nog nooit uitgegaan van een volgende meerderheid. ‘Het is altijd een trendsettende minderheid die verandering in gang zet. Vernieuwing begint klein, ergens in een kraamkamer voor verandering.’ Ben jij erbij?
7 Bijdragen
peterengel 2
en ja zorg voor naasten/eigen familie is ook eigenlijk des mensen ding ... als dat geregeld is kijken wat verder mogelijk is
laatste alinea vertaal ik dan maar dat toekomstige generaties wel zullen doorpakken want als er iets is wat de wereld/aarde /mensheid en ieder mens nodig heeft is naast een dak boven het hoofd en eten ... geestelijk voedsel - dus waarom leef ik op aarde - en waarom met die familie en kinderen en zo meer vragen die er toe doen en dat doet mensen innerlijk veranderen - eerst ja altijd eerst klein maar dan breidt het uit en mag de mens de wereld een menswaardig aanzien geven ...
peterengel 2
en ja zorg voor naasten/eigen familie is ook eigenlijk des mensen ding ... als dat geregeld is kijken wat verder mogelijk is
laatste alinea vertaal ik dan maar dat toekomstige generaties wel zullen doorpakken want als er iets is wat de wereld/aarde /mensheid en ieder mens nodig heeft is naast een dak boven het hoofd en eten ... geestelijk voedsel - dus waarom leef ik op aarde - en waarom met die familie en kinderen en zo meer vragen die er toe doen en dat doet mensen innerlijk veranderen - eerst ja altijd eerst klein maar dan breidt het uit en mag de mens de wereld een menswaardig aanzien geven ...
Annemiek van Moorst 11
bps 12
Per capita is een Latijnse uitdrukking, die betekent per hoofd(en) van de bevolking.
‘Capital’ of ‘een kapitaal’ is vrij vertaald een hoofdzakelijkheid.
De kapitaal-tafel had en heeft tot nu toe 3 formeel erkende en geaccepteerde stoelen:
1. financieel kapitaal, 2. goederen kapitaal, 3. diensten(arbeids-)kapitaal.
Goederen en diensten zijn om te zetten en uit te drukken in financieel kapitaal.
Financieel kapitaal wordt universeel verstaan als ‘kapitaal’.
Alsof alles om geld draait. Dat doet het letterlijk ook.
Economische transacties om materiele behoeften te voorzien d.m.v. ruil, verlopen via geld.
Geld staat centraal, maar kan geen einddoel zijn, want om behoeften te voldoen zoals primair overleven en voortbestaan, moet geld weer omgezet worden in een goed of dienst.
Daarvoor moet men vertrouwen dat men daar het voordeel van heeft de behoefte te voorzien.
Anders gaat de transactie, de omzetting van geld weer in een goed of dienst, niet door.
Dus het draait wel om geld, maar het gaat niet om geld.
Het gaat om de levensbehoeften; het voort kunnen bestaan, het vooruit kunnen gaan; winst.
Dat mag een nieuwe manier zijn van denken over winst, maar voortbestaan is niet nieuw.
Vertrouwen is een tweeledig begrip: geen nadeel ondervonden t/m nu, en niet in de toekomst.
Dat is als een geschapen verwachting niet uitkomt, van een afspraak, voorlichting of voorspelling.
Dat vertrouwen, en alles wat dat ondersteunt, van voorwaarde, consequentie en rechtsstaat, is samen te vatten als ‘Sociaal Kapitaal’ met een zekere aandeel en waarde in ‘winst’.
Sociaal Kapitaal is hoofdzakelijk vertrouwen en behoefte-idee, dat aan elke transactie vooraf gaat.
De volgorde van belang van kapitalen wordt dan:
1. sociaal kapitaal, 2. goederen kapitaal, 3. diensten(arbeids-)kapitaal, 4. financieel kapitaal.
bps 12
Kapitalisme is het angstvallig bijeen graaien van kapitaal, maar hoort het rekenen met kapitalen te zijn.
Een neoliberale interpretatie van de Wet van Say luidt, dat elke productie z’n eigen vraag creëert.
Dus produceer maar raak met een aanbodeconomie. Dat is pertinent niet waar en geen wet die altijd geldt.
Een juiste interpretatie van de Wet van Say is dat er eerst een product moet zijn, voordat het kan worden geconsumeerd. Dat is wel waar en een wetmatigheid die altijd en overal geldt.
Hieruit volgt dat er eerst een inspanning moet worden geleverd om een product te verkrijgen.
Al is het maar rapen en verzamelen. Zonder die dienst, geen goed, geen geld, geen consumptie.
Het nuchtere adagium: ‘eerst geld verdienen, dan uitgeven’ is een afgeleide daarvan.
De volgorde van belang van kapitalen wordt dan:
1. sociaal kapitaal, 2. diensten(arbeids-)kapitaal, 3. goederen kapitaal, 4. financieel kapitaal.
Dat is uiteindelijk de enige en juiste volgorde.
4. financieel kapitaal is een logisch gevolg en pariteit van 1. 2. en 3,
van vertrouwen (1.) dat de inspanningen (2.) het goed (3.) en het geld (4.) opleveren.
Dat is winst.
Een universeel synoniem en begrip van winst is: voordeel, vooruit gaan. Dat betekent: voortbestaan.
Een universeel synoniem en begrip van verlies is: nadeel, achteruit gaan. Dat betekent: geen bestaan.
Het gaat om de levensbehoeften; het kunnen voortbestaan, het vooruit kunnen gaan. Dat is winst.
Winst wordt geactiveerd in de balans van een huishouding in geld of goed en duidt het voortbestaan.
Toekomstige winst kan ook geactiveerd als ‘goodwill’ en duidt het verwachte toekomstig voortbestaan
Dat is als met inspanningen, grondstoffen tot goederen te verkrijgen zijn voor omzet en afzet om aan behoeften te voldoen.
Als grondstoffen en goederen schaars en niet meer te verkrijgen zijn met inspanningen, en een vervuilde omgeving het voortbestaan, de winst beletten, is alle winst en vooruitgang weg. Op. Uit.
bps 12
De toekomst van het voortbestaan, de toekomstige winst of vooruitgang, kan dus en moet dus worden gekapitaliseerd en gemonetariseerd.
Dat kan. Recycling en milieukwaliteit onderhoud kost geld aan inspanningen en materieel.
In de abstracte winst- en verliesrekening van de mensheid gaan de kosten dan om hoog en moet de prijs dan ook evenredig omhoog. Dat is alleen een kwestie van extra geld.
Voor iedereen en door iedereen eenzelfde percentage. Dan heeft niemand er last of nadeel van.
Dus is er winst, voordeel, vooruitgang en voortbestaan voor iedereen. Dat vereist een globale aanpak.
Daar is voor nodig: meer geld in omloop en unanieme overeenstemming daarover en samenwerking.
Meer niet.
Samenwerking vindt plaats en uitvoering bij een evenwichtig wederzijds voordeel, en alleen dan, net als bij een economische transactie: win-win.
Samenwerking, overeenstemming en eendracht, gebeurt van nature in reactie op bedreigingen.
De grootste bedreigingen van vrede, welvaart en voortbestaan, onze winst, zijn: milieuvervuiling van bodem, water en atmosfeer: de biosfeer, roofbouw, overbevolking, klimaatschokken en -verandering.
Het vermogen van de mensheid om voort te bestaan, kan daarom gerangschikt worden onder 1. sociaal kapitaal, de hoofdzetel en kroonluchter boven de kapitaal-draaitafel met drie stoelen.
Dus het heeft alle zin om de toekomstige winst nu alvast te monetariseren en te activeren als investering voor die toekomstige winst.
Regeren en leiderschap is vooruitzien, niet waar? Blinde vlekken zijn daarbij niet te gebruiken.
Ik hoop dat er voor Sharon Dijksma een nieuwe minister komt die ook op afvalscheiding en recycling blijft hameren, maar ook in de EU en globaal op de agenda zet. Dan is het win-win: winst.
Ad Van Heeswijk 6