De Joint Strike Fighter (JSF) is als een black box. Het is onduidelijk wat de beoogde vervanger van onze F-16's gaat kosten. Voor- en tegenstanders goochelen met cijfers, maar wat gaat het de Nederlandse Staat nou echt kosten? En wat kan de moderne straaljager daadwerkelijk: How much bang for a buck do we get?
Het is ook de vraag wat Nederland opschiet met de zogenaamde F-35. Al aan het begin van het besluitvormingsproces werd de JSF een industrieproject. Orders voor Nederlandse bedrijven en bijbehorende banen zijn veel gehoorde argumenten. De militaire argumentatie sneeuwt onder, maar intussen rijdt de trein en deze lijkt niet meer te stoppen.

23 artikelen

Zeven pijnlijke JSF-rapporten die het Kabinet-Rutte laat liggen

De JSF vliegt in de fik, levert geen banen op en is niet volledig inzetbaar bij missies. De Nederlandse regering is blind voor talloze negatieve rapporten over de JSF en koopt de straaljager toch.

Eglin Air Force Base, Florida, USA. Het is maandag 23 juni wanneer een JSF-trainingstoestel tijdens de start spontaan in de fik vliegt. De piloot kan zich nog in veiligheid brengen, waarna het Amerikaanse ministerie van defensie besluit dat alle JSF’s verplicht aan de grond blijven. Zo ook de Nederlanders die sinds kort met de JSF trainen. De oorzaak van de brand is nog niet bekend, maar het Pentagon gaat uit van een incident. Inmiddels mogen de straaljagers weer het luchtruim kiezen. Het incident geeft aan dat de kwaaltjes van het JSF-programma zich vooralsnog niet kunnen onttrekken aan een chronisch karakter. ‘Helaas past dit in een groter patroon aan hardnekkige problemen, waar we gewend aan lijken te raken’, zo tekent The Los Angeles Times op uit de mond van Richard Aboulafia, luchtvaartanalist bij het Amerikaanse onderzoeksinstituut Teal Group. Het project kent tal van technische problemen, de kosten zijn hoger dan beoogd en het is de vraag of de JSF de beloftes waar kan maken. Ondanks een rits aan waarschuwende rapporten besloot de Nederlandse regering vorig jaar om 37 toestellen van de op papier super moderne straaljager te kopen. Een overzicht van zeven pittige rapporten die de regering niet weerhielden om de JSF van de tekentafel aan te schaffen.

1. Amper banen door JSF

De JSF van de tekentafel kopen en meedoen aan de ontwikkeling zou Nederland duizenden banen opleveren volgens de voorstanders van de Amerikaanse straaljager. Het wetenschappelijk economisch onderzoeksbureau SEO kreeg de opdracht om te onderzoeken wat het de Nederlandse industrie zou kosten om de stekker uit de JSF te trekken. Economische argumentatie voert van begin af aan de boventoon in het JSF-debat: door deelname aan het JSF-programma kan de Nederlandse defensie-industrie meedraaien in de productie, met als bijgevolg veel extra banen. SEO slachtte het paradepaardje van de JSF-lobby. Het onderzoeksbureau concludeerde dat deelname aan de JSF op lange termijn wel voor hoogwaardiger banen zorgt, maar geen extra werkgelegenheid oplevert. Het rapport van SEO bood de JSF-lobby echter wel één aanknopingspunt. Deelname aan de JSF zou de Nederlandse kenniseconomie innovatiever maken. Deze laatste strohalm voor de JSF-lobby blijkt echter gebaseerd op een rapport van diezelfde JSF-lobby, zo onthulde Follow The Money. SEO moest onafhankelijk onderzoek doen, maar het wetenschappelijk onderzoeksbureau gebruikte een lobby-rapport van de luchtvaartindustrie om haar technologie-claims te onderbouwen.

2. Stoppen is niet duurder dan doorgaan

Nederland heeft sinds 2000 al veel geïnvesteerd in de JSF. Dan is het niet niks om de stekker uit het project te trekken. De Rekenkamer onderzocht de uitstapkosten voor de Nederlandse overheid. Verschillende media kopten na het verschijnen van het rapport dat ‘stoppen met de JSF duurder is dan doorgaan’. Een conclusie die de aankoopbeslissing van de regering verder stut, maar een blik in het rapport levert een genuanceerder beeld op. Nederland doet mee aan het test- en ontwikkeltraject van de JSF. Dat kost geld, tot nu toe bijna een miljard euro, maar daar zitten ook voordelen aan. Het is de bedoeling dat door deelname aan deze fases Nederland de ultramoderne straaljager goedkoper kan aanschaffen dan landen die niet meedoen met testen en ontwikkelen. Als Nederland stopt met de test- en ontwikkelfase verliest het dit voordeel. Als Nederland daadwerkelijk met de JSF wil vliegen, kan het beter niet van de plank kopen, zo is het oordeel van de Rekenkamer. Vooralsnog ontbreekt ieder spoor van een visie op de Nederlandse krijgsmacht en de rol daarin van het luchtwapen, maar wat als Nederland de JSF toch niet ziet als straaljager van de toekomst? Dan is het goedkoper om te stoppen, zo oordeelt de Rekenkamer. En al die al gemaakte investeringskosten? Sunk costs  - geld dat je toch al kwijt bent en geen invloed zouden moeten hebben op de beslissing op een later moment en waar je volgens economische lessen geen rekening mee moet houden bij economische beslissingen. Als we de JSF toch niet meer willen kopen, waarom dan nog meer geld uitgeven boven op het geld dat al uitgegeven is?

3. Clingendael: Krijgsmacht mét JSF krijgt onvoldoende

Na jarenlange bezuinigingen op het defensiebudget is het volgens Instituut Clingendael tijd om keuzes te maken. In het rapport ‘visie op de toekomst van de krijgsmacht’ schotelt het Instituut voor Internationale Betrekkingen voor de Nederlandse krijgsmacht een viertal scenario’s voor. In het keuzemenu is slechts in één type krijgsmacht plaats voor de JSF. De Vliegende Interventiemacht, waar het belang ‘invloed op internationale besluitvorming’ centraal staat. Dit scenario krijgt als enige een onvoldoende van Clingendael. Clingendael: ‘De Amerikaanse wijze van optreden in een grootschalig conflict – met een zwaar accent op het luchtwapen – impliceert dat Nederland prioriteit geeft aan de Koninklijke Luchtmacht. Deze moet uitgerust zijn met het modernste materieel – jachtvliegtuigen, onbemande toestellen en precisiemunitie – en moet volledig interoperabel zijn met de Amerikaanse luchtstrijdkrachten.’ De JSF is het modernste wat de Amerikanen voor handen krijgen. Als Nederland voor dit scenario wil kiezen dan moet het de JSF kopen, maar de andere scenario’s spelen beter in op de Nederlandse belangen, de sterke punten van de krijgsmacht en de Europese militaire tekortkomingen. De krijgsmacht met de JSF zou bijvoorbeeld ten koste gaan van maritieme militaire bescherming van economische handelsbelangen, zoals piraterijmissies.

4. Rekenkamer kraakt inzetbaarheid

In haar nota ‘In het belang van Nederland’ schrijft minister van defensie Hennis-Plasschaert dat de Koninklijke Luchtmacht van de in totaal 37 aan te schaffen straaljagers vier stuks kan inzetten voor internationale missies. Dat lage aantal is op zich al pijnlijk. ‘De ‘breukgrens’ voor serieuze operationele slagkracht ligt eigenlijk bij in totaal 68 of meer toestellen’, vertelde defensie-expert Christ Klep eerder aan Follow The Money. Een groot deel van de straaljagers staat in onderhoud en is in gebruik voor training. De luchtmacht kan slechts een klein deel van haar straaljagers gebruiken voor internationale missies. En laat net de inzetbaarheid in internationale missies een regelmatig gehoord argument zijn voor de aanschaf van de JSF. Maar het is nog iets pijnlijker. De minister lijkt zelfs met het lage aantal inzetbare straaljagers te optimistisch te zijn. De Rekenkamer betwijfelt de onafgebroken en gelijktijdige inzet van vier JSF’s. De berekeningen over de inzetbaarheid van de 37 JSF-jachtvliegtuigen zouden niet helemaal compleet zijn. Daardoor is het onzeker of er altijd vier toestellen voor internationale missies beschikbaar zijn. Met maximaal vier inzetbare straaljagers kan Nederland slechts beperkt invloed uitoefenen op internationale besluitvorming, het belang dat volgens Clingendael centraal staat in het enige scenario mét de JSF.

5. Foutenfestival

De licht ontvlambare JSF in Florida roept herinneringen op aan een rapport van de Amerikaanse toezichthouder op het Pentagon. De toezichthouder somde 363 fouten op waar het JSF-project niet voldoet aan de door het Pentagon gestelde kwaliteitseisen. De toezichthouder rekent de fouten niet alleen toe aan Lockheed Martin, de hoofdaannemer. Ook UTAS, Honeywell, BAE Systems, Northrop Grumman en L-3 Communication krijgen een reprimande.

6. Alleskunner zit zichzelf in de weg

In de praktijk moet de JSF drie soorten missies kunnen uitvoeren. Één tegen één luchtgevechten, grondtroepen van luchtsteun voorzien en op lange afstand bommenwerpen. De eerste twee missies vereisen wendbaarheid, maar die is matig tot slecht door de vele vereisten van de alleskunner. Uit onderzoek van professor Lex van Gunsteren van de Technische Universiteit Delft blijkt dat de JSF het schoolvoorbeeld is van de valkuilen die een multifunctioneel design met zich meebrengt. De JSF is een vliegtuig dat amper in staat is om enige gevechtskracht te leveren. Het resultaat van te veel stakeholders die teveel tegenstrijdige eisen stellen, concludeert van Gunsteren. ‘The JSF is a complete failure from an engineering design point of view,’ aldus de professor van de TU Delft.

7. JSF krijgt dreun van een glossy

Zal ie ooit vliegen? Dat vroeg Vanity Fair zich af, terwijl de Nederlandse piloten al in opleiding zijn. Toegegeven, het is geen rapport, maar in deze longread legt de schrijver de vingers op de zere plekken. De glossy der glossy’s concludeert dat te grote ambities, designfouten en gebrek aan overheidstoezicht de JSF het duurste wapensysteem ooit maken. Vanity Fair gaat er hard in: ‘De JSF is het duurste wapensysteem dat ooit ontwikkeld is. Geteisterd door designfouten en uit de pan rijzende kosten. De straaljager kan alleen vliegen met goed weer en de computer die het vliegtuig bestuurt, ontbeert de software voor een luchtgevecht waardoor hulp van nota bene de te vervangen F-16’s nodig is. En niemand kan met zekerheid zeggen wanneer de straaljager in gebruik genomen kan worden.’ De beloftes van de alleskunner bestaan alleen nog op de tekentafel.   Pierre Sprey, mede-ontwikkelaar van de F16 windt er in Vanity Fair geen doekjes om. In deze video vertelt hij waarom hij de JSF een complete mislukking vindt.