
Biomassa is een energiebron van organische oorsprong. Het is ook een reden voor experts, politici en wetenschappers om rollebollend met elkaar over straat te gaan. Zelfs over de op het oog eenvoudige vraag of biomassa duurzaam is, wordt gevochten. Ties Joosten ging op zoek naar feiten in dit verhitte debat.
Klimaatjournalist Ties Joosten verdiepte zich in het debat omtrent bio-energie en zette de feiten op een rijtje. Dit zijn de belangrijkste conclusies:
- Bio-energie kán duurzaam zijn, maar de inzet is wel aan grenzen gebonden.
- De belangrijke grenzen zijn de noodzaak tot voedselproductie, de lengte van de koolstofkringloop, en de biodiversiteitscrisis.
- Maar ook dan blijft er ruimte voor biomassa in de energiemix. Ook voor houtige biomassa, ook in Nederland.
- Die ruimte wordt door tal van sectoren (te) intensief geclaimd. Niet alles kan. Het is aan politici, ambtenaren en ondernemers om te identificeren hoe de beperkte beschikbaarheid ingezet kan worden.
Met een ketting van kippenbotjes om zijn nek en gekleed in een schapenvel stond meester Guus van groep 5 op het schoolplein. De laatste weken voor de zomervakantie hadden een speciaal thema. Deze week was het Oerweek, en alle lessen gingen over het Stenen Tijdperk.
'Dit noem je tondel,’ zei meester Guus. Hij stak een pluk hooi in het midden van een kleine stapel droge twijgjes, waaromheen steeds dikkere takken en stammetjes hout gestapeld lagen. Hij vertelde over de uitvinding van het vuur, hoe de mens daarop had leren koken, en hoe je een goed kampvuurtje maakt. Toen de twijgjes en takken vlam hadden gevat kregen alle kinderen een houten spies met een balletje deeg, die ze boven het vuur mochten roosteren.
Jammer genoeg blijken vuurtjes zoals dat van meester Guus nogal schadelijk voor het klimaat. Althans, dat staat te lezen in een rapport over bio-energie uit 2011, geschreven door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).
Het IPCC is in 1988 opgericht door de Verenigde Naties om ‘...uitgebreid, objectief, open en transparant alle wetenschappelijke, technische en sociaal-economische informatie bijeen te brengen die relevant is voor het begrijpen van de wetenschappelijke kennis over de risico’s van door mensen veroorzaakte klimaatverandering, de potentiële impact daarvan en opties voor adaptatie en mitigatie.’
In gewonemensentaal: de klimaatwetenschappers die aan het IPCC bijdragen schrijven dikke rapporten, waarin ze alle relevante wetenschappelijke kennis over klimaatverandering wikken en wegen. Die rapporten zijn dus een weergave van álle beschikbare wetenschappelijke kennis over het klimaat. Volgens de Nederlandse klimaatorganisatie Urgenda kan je het werk van het IPCC daarmee zien als ‘de ultieme samenvatting’ van de klimaatwetenschap. Voor dit werk kreeg het IPCC in 2007 de Nobelprijs voor de Vrede.
Vliegreis compenseren met efficiënte houtoventjes
Volgens de klimaatwetenschap komen bij kampvuurtjes zoals die van meester Guus — kampvuurtjes die in ontwikkelingslanden nog door miljarden mensen gestookt worden om bijvoorbeeld op te koken — relatief veel schadelijke stoffen vrij. De verbranding is onvolledig, waardoor er naast het broeikasgas CO2 ook schadelijke gassen als stikstofoxiden, koolmonoxide, organische stoffen, roet en fijnstof (‘black carbon’) vrijkomen. Daarnaast wordt slechts 10 tot 20 procent van de energie die vrijkomt gebruikt waarvoor het bedoeld is: verwarming en/of voedselbereiding. De rest gaat verloren.
Er wordt zelfs gevochten over de vraag óf bio-energie duurzaam kan zijn
Het IPCC ziet hier daarom een interessante mogelijkheid om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en tegelijkertijd de luchtkwaliteit in ontwikkelingslanden sterk te verbeteren. Betere oventjes kunnen de verbrandingsefficiëntie namelijk bijna verdubbelen. Als alle kampvuurtjes die goedkoop vervangen kúnnen worden door efficiënte fornuisjes, ook daadwerkelijk vervangen zouden worden, dan zou de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen met 0,6 tot 2,4 gigaton CO2 kunnen afnemen (ter vergelijking, de wereldwijde CO2-uitstoot in 2019 was 36,8 gigaton). Deze maatregel is bovendien goedkoop: een efficiënt fornuisje kan al voor een paar dollar geleverd worden.
Dit potentieel wordt inmiddels dan ook volop aangeboord. Wellicht heb je er zelfs al aan bijgedragen: als jij de CO2-uitstoot van jouw vliegticket laat compenseren, dan is de kans groot dat dit gebeurt door het faciliteren van efficiëntere biomassaverbranding in ontwikkelingslanden. Het geld dat KLM-reizigers betalen om de CO2-uitstoot van hun vlucht te compenseren, is bijvoorbeeld geïnvesteerd in een project dat verbeterde houtskoolbranders verstrekt aan gezinnen in Ghana. Greenseat, een bedrijf dat de CO2-uitstoot van vliegreizen compenseert, financiert een vergelijkbaar project in Oeganda. De wetenschap heeft hier dus een goedkope manier geïdentificeerd om CO2-uitstoot te beperken. Bedrijven en ngo’s hebben hierop ingespeeld.
In hoeverre het potentieel van 0,6 tot 2,4 gigaton CO2-besparing (zoals beschreven door het IPCC) hierdoor is ingelost, valt niet te zeggen. Deze cijfers worden namelijk nergens centraal geregistreerd. Wel zijn er organisaties die toezien op dit soort projecten en bekend maken hoeveel CO2 er binnen hun portfolio is bespaard. Neem Gold Standard, een organisatie die namens ngo's toeziet op — en carbon credits uitdeelt aan — projecten waarmee CO2-uitstoot vermeden wordt. Volgens Gold Standard hebben projecten om efficiëntere ovens en fornuizen in ontwikkelingslanden te verstrekken in 2019 een totale besparing van 7 miljoen ton CO2-uitstoot opgeleverd. Dat komt overeen met zo’n 4 procent van de totale Nederlandse CO2-uitstoot in dat jaar.
Bio-energie in rijke landen
Maar in het bio-energieverhaal van het IPCC uit 2011 staat meer. Volgens de klimaatwetenschappers kan bio-energie namelijk ook in ontwikkelde landen een rol spelen bij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.
In Nederland levert dat idee echter felle discussies op. Zo wandelden in de zomer van 2019 kinderen van de Amsterdamse wijk IJburg naar Diemen om te demonstreren tegen de komst van een biomassacentrale. Ondertussen vliegen Nederlandse wetenschappers elkaar in de haren: hoogleraar ecologie Louise Vet beschuldigt ondertussen hoogleraar bio-economie Martin Junginger van het dienen van dubbele belangen. Politieke partijen als ChristenUnie en D66, die zich een jaar geleden nog achter het Klimaatakkoord (waar biomassa een onderdeel van uitmaakt) schaarden, zijn gedraaid. Het gevolg van dit felle debat is dat energiebedrijf Vattenfall inmiddels de bouw van de biomassacentrale in Diemen heeft stopgezet.
Het debat is zo gepolariseerd, dat zelfs gevochten wordt over de vraag of energie uit biomassa überhaupt duurzaam kan zijn. Dat is vreemd, omdat de wetenschap op die vraag wel degelijk een antwoord biedt.
Voor dat antwoord is het in de eerste plaats belangrijk om te begrijpen dat bio-energie een verzamelterm is, waaronder allerlei vormen van energiewinning vallen. Hout, houtskool, bio-ethanol, biodiesel, mest, agrarische restproducten en zelfs een deel van het afval dat in afvalverbrandingsovens wordt verbrand valt onder de noemer bio-energie. Hier treedt nog wel eens spraakverwarring op, omdat in het publieke debat biomassa vaak begrepen wordt als houtverbranding, terwijl de klimaatwetenschap het begrip breder definieert.

Kortcyclisch en langcyclisch
Dat neemt niet weg dat het IPCC in ontwikkelde landen ook houtverbranding identificeert als een methode om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. In de eerste plaats heeft dat te maken met de moderne verbrandingsovens die in rijke landen gebruikt worden, waar houtsnippers ingaan en gezorgd wordt voor een constante aanvoer van zuurstof. Hierdoor gaat de efficiëntie van de verbranding drastisch omhoog. Volgens het IPCC wordt zo tot 90 procent van de in het hout opgeslagen energie omgezet in warmte.
In de tweede plaats heeft dat te maken met het ‘kortcyclische’ karakter van de CO2-uitstoot die vrijkomt bij het gebruik van bio-energie. Dat wil zeggen: de CO2 die bij de verbranding van bomen en planten in de lucht wordt gebracht, is er (relatief) recent ook door diezelfde bomen en planten uitgehaald.
Even uitleggen. Steenkool, olie en aardgas zijn ontstaan uit plankton en plantenresten die miljoenen jaren geleden onder diepe aardlagen zijn terechtgekomen. Daarom worden ze fossiele brandstoffen genoemd: ze zijn letterlijk ontstaan uit fossiele planten- en planktonresten. Sinds de industriële revolutie halen we die brandstoffen in een enorm tempo uit de grond en verbranden ze. Zo spuiten we de CO2 die over miljoenen jaren onder de grond is opgeslagen, in een recordtempo weer de atmosfeer in. Hierdoor stijgt de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer, waardoor deze meer warmte vasthoudt en het klimaat verandert.
Nu komt er bij iedere verbranding CO2 vrij, ook bij het verbranden van biomassa. Sterker nog: als je aan de pijp van een moderne biomassacentrale gaat meten, dan zul je zien dat er bij het verbranden van houtige biomassa per opgewekte joule energie méér CO2 vrijkomt dan bij het verbranden van olie, gas of steenkool. Maar er is een belangrijk verschil: deze CO2 is ook relatief kort geleden door de plant of boom uit de atmosfeer gehaald. Fotosynthese, noemde meester Guus dat tijdens de biologieles.
Niet iedere druppel olie en gas en ieder brokje steenkool kan door bio-energie worden vervangen
Als je er dus voor zorgt dat de CO2 die vrijkomt bij het verbranden van je biobrandstoffen ook weer wordt opgenomen door nieuwe bomen en planten, dan creëer je een CO2-kringloop. Als je hierdoor minder fossiele brandstof nodig hebt, dan vermijd je dus CO2-uitstoot. Volgens het IPCC kan het gebruik van bio-energie in plaats van fossiele brandstof de netto uitstoot van CO2 dan ook met 80 tot 90 procent terugdringen.
Grenzen aan de potentie van bio-energie
Dat betekent echter niet dat iedere druppel olie en gas en ieder brokje steenkool door bio-energie kan worden vervangen, want daarvoor kent ook deze energiebron te veel nadelen.
Zo doen planten en bomen waaruit bio-energie kan worden gewonnen het doorgaans erg goed op grond die eveneens geschikt is voor het verbouwen van voedsel. De hoeveelheid beschikbare grond voor het verbouwen van biomassa wordt dus beperkt door de wereldwijde behoefte aan voedselproductie. Daarnaast speelt de factor tijd een niet te onderschatten rol. Het duurt immers flink langer om een boom te laten groeien dan om hem te verbranden.
Het is belangrijk om hier even wat langer bij stil te staan, want dit is het epicentrum van de biomassadiscussie: hoe lang duurt het voordat de CO2 die wordt uitgestoten bij de verbranding van biomassa, weer door nieuwe bomen en planten is opgenomen? Omdat er jarenlang getreuzeld is met het nemen van voldoende maatregelen om de CO2 terug te dringen, resteren nog maximaal enkele decennia om de wereldwijde uitstoot naar nul terug te dringen en de opwarming van de aarde tot 2 graden Celsius te beperken. Willen we een kans maken om de opwarming tot 1,5 graden te beperken, dan moet de uitstoot nog sneller naar nul.
Als het dus te lang duurt voor de biomassa-CO2 weer door nieuwe planten en bomen is opgenomen, dan wordt het klimaat mogelijk onherstelbaar beschadigd en worden delen van de aarde compleet onleefbaar.
Dat betekent heel simpel gezegd dat het vrijwel altijd onduurzaam is om hele bossen om te hakken, een nieuw bos daarvoor in de plaats te zetten, en het omgehakte bos te verbranden. Het verschilt een beetje per type bos, maar het kan zomaar 30 tot 100 jaar duren voor dat nieuwe bos de CO2 van het verbrande bos weer uit de lucht heeft gehaald. Die tijd is er simpelweg niet.
Het is glashelder dat om de klimaatcatastrofe af te wenden, de wereldwijde CO2-uitstoot naar nul moet. Maar over de vraag hoeveel tijd er nog is om die uitstoot naar nul te krijgen, lopen de meningen uiteen. Dat heeft vooral te maken met de hoeveelheid negatieve emissies waarmee gerekend wordt.
Even uitleggen: er bestaan manieren om CO2 uit de lucht te halen, bijvoorbeeld door het aanplanten van veel bos. Als je op een gegeven moment meer broeikasgassen uit de atmosfeer haalt dan je erin stopt, dan is je netto-emissie (zeg maar: de optelsom) negatief.
In sommige klimaatscenario's wordt helemaal geen rekening gehouden met negatieve emissies. Om de opwarming van de aarde binnen de perken te houden, moet de CO2-uitstoot in die scenario’s in een razend tempo naar beneden. Willen we de opwarming van de aarde op 1,5 graden houden, dan resteert in die scenario's nog slechts zo'n tien jaar om de CO2-uitstoot tot nul terug te dringen. Tot het uitbreken van The Great Lockdown stéég de wereldwijde CO2-uitstoot echter alleen maar, tot 36,8 gigaton in 2019.
In andere scenario's wordt juist rekening gehouden met een enorme hoeveelheid aan negatieve emissies. De komende decennia wordt dan eerst te veel uitgestoten, waarna de uitstoot later deze eeuw weer uit de lucht wordt gehaald. Het voordeel is dan dat je langer hebt om de mondiale CO2-uitstoot naar nul terug te brengen. Het nadeel is dat je het klimaatprobleem (deels) doorschuift naar de toekomst.
Eerder schreven we over de negatieve emissies waar Shell in zijn zogeheten Sky-scenario mee rekent. In dat scenario komt de netto-CO2-uitstoot pas in 2075 op nul uit. Vervolgens moet er een enorme hoeveelheid CO2 uit de lucht worden gehaald. Daarvoor is onder meer nodig:
1) Een gebied zo groot als Australië moet volledig worden volgeplant met bos;
2) Er moet driemaal de jaarlijkse CO2-uitstoot van de hele Europese Unie onder de grond worden gestopt, ieder jaar weer;
3) Er moet een volledig nieuwe CO2-infrastructuur worden opgebouwd, ter grootte van de wereldwijde gasinfrastructuur.
Je kunt je afvragen hoe haalbaar zo'n scenario dus is.
Niet al het hout is hetzelfde hout
Maar. Bio-energie is dus een verzamelterm, waaronder allerlei energieproducten vallen afkomstig uit bomen, planten, algen en dieren. Sommige vormen van bio-energie hebben een koolstofkringloop die juist zeer kort is. Bij de verbranding van agrarische restproducten, bijvoorbeeld de stengels en stompen van tomatenplanten, is de koolstofcyclus korter dan een jaar. Dat betekent dat de CO2 die bij die verbranding wordt uitgestoten, een jaar later door nieuwe planten alweer uit de lucht is gehaald.
En ook ‘hout’ is weer een verzamelterm. Zoals je ongetwijfeld weet kent hout een myriade aan toepassingen — je schijnt er zelfs huizen, tafels en stapelbedden van te kunnen maken. Voor het terugdringen van de concentratie CO2 in de lucht is dat goed nieuws: de bomen halen CO2 uit de lucht, maken daar hout van, en van het hout maakt de mens weer tafels en stapelbedden. De CO2 wordt op die manier voor langere tijd uit de lucht gehaald en opgeslagen.
Alleen is niet van iedere boom een plank te maken. Als een productiebos opgroeit, worden de zwakste bomen er vaak al vroegtijdig tussenuit gehaald, om de sterke bomen meer ruimte te geven. En ook als het productiebos geoogst wordt komen er bomen mee die ziek zijn geweest of gekke kronkels of gaten hebben, waardoor ze niet aan de zagerij verkocht kunnen worden. Bovendien eindigen ook gezonde, rechte bomen niet volledig als plank: bomen zijn immers rond, planken niet. Als je van ronde bomen rechte planken gaat maken, dan houd je delen over. Daarnaast hebben bomen takken en wortels die niet zomaar in houten producten gebruikt kunnen worden.
Verder breken er als het stormt soms takken van bomen af — natuurlijk altijd net op de bovenleiding van Prorail, en net als jij met de trein wil. Die takken moet Prorail vervolgens verwijderen. En ook bij het onderhoud aan tuinen, bossen en landgoederen komen houtstromen vrij die niet zomaar elders toepasbaar zijn. Al dit soort stromen kan je samenvatten onder de noemer ‘resthout'.
Auteur
Volg Ties en ontvang wekelijks de klimaatnieuwsbrief in je inbox
Hoi, ik ben Ties Joosten, klimaatjournalist bij Follow the Money. Iedere maandag stuur ik mijn volgers een nieuwsbrief met daarin een reflectie op het klimaatnieuws van de afgelopen week.
Deze nieuwsbrief ben ik begonnen omdat ik behoefte heb aan een vorm waarin ik mezelf de ruimte gun om na te denken over recente ontwikkelingen rondom klimaatverandering en -oplossingen. Ook zal ik zo nu en dan ontwikkelingen delen waar ik als onderzoeksjournalist tegenaan loop.
Heb je zin om iedere week net als ruim drieduizend andere geïnteresseerden deze nieuwsbrief in je inbox te ontvangen? Schrijf je dan hieronder in!
Lieve groet,
Ties
Iedereen met een houten bootje of tuinmeubelen weet dat wanneer je onbewerkt hout buiten laat liggen, het vanzelf gaat rotten. Dat rotten is een oxidatieproces: de koolstofverbindingen die in het hout opgeslagen zitten reageren met zuurstof en worden langzaam maar zeker omgezet in CO2. Anders gezegd, de broeikasgassen komen sowieso vrij, of je het hout nu verbrandt of laat wegrotten. Dit maakt de koolstofcyclus van resthout fundamenteel anders: als je resthout verbrandt, dan verandert er niets aan de koolstofbalans, maar win je wel de energie. Je stijgt dan een plekje op de Ladder van Lansink.
Planken zijn duurder dan snippers
In de discussie over biomassa staan voor- en tegenstanders hierover trouwens lijnrecht tegenover elkaar. Tegenstanders van biomassa zeggen dat er constant hele bossen verbrand worden, waardoor de koolstofcyclus weliswaar korter is dan die van aardgas, maar alsnog veel te lang om een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan het oplossen van de klimaatcatastrofe.
Voorstanders wijzen erop dat houten planken veel meer geld opleveren dan energiehout. Dat wordt bevestigd door het Finse National Resources Institute (NRI), dat schrijft dat in 2019 de gemiddelde prijs voor rondhout (waar planken van gemaakt kunnen worden) 59,90 euro per kubieke meter bedroeg, terwijl houtchips (brandstof dus) 22,80 euro per kubieke meter opleveren. Met andere woorden, iemand die een hele boom in zijn verbrandingsoven gooit, terwijl daar nog planken van gemaakt hadden kunnen worden, is een dief van zijn eigen portemonnee.
Ook het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft begin dit jaar een rapport over bio-energie gepubliceerd, waarin het op zoek is gegaan naar de feiten in deze discussie. De onderzoekers concluderen dat ze slechts ‘anekdotisch bewijs’ hebben kunnen vinden voor de claim dat er hele bossen de verbrandingsoven in gaan. Het zal best een keer gebeuren, aldus de onderzoekers, maar het is geen structurele gang van zaken.
Ondersteunend bewijs hiervoor vinden de onderzoekers in het gegeven dat juist in landen waar al sinds jaar en dag gebruik gemaakt wordt van biomassa, de totale hoeveelheid bos toeneemt. De felle Nederlandse discussie mag immers doen vermoeden dat het verbranden van houtige biomassa een experimentele nieuwe vorm van energieopwekking is, andere landen kennen hiermee juist een rijke traditie. In Zweden kwam in 2017 bijvoorbeeld 21,7 procent van alle energie uit het verbranden van afval en biomassa. De warmte die dit oplevert wordt vooral gebruikt voor het voeden van warmtenetten, waarmee woningen worden verwarmd.
In Zweden mag er dan veel hout verwerkt en verbrand worden, onderaan de streep neemt de totale hoeveelheid bos er toe. Dat blijkt onder meer uit satellietwaarnemingen. Omdat dit bos bovendien jonger is, en jong bos sneller groeit — en dus sneller CO2 opneemt — dan oud bos, worden in de Zweedse bossen veel broeikasgassen opgeslagen. ‘De huidige jaarlijkse vastlegging in Zweden van koolstof in bomen, bodems en geoogste houtproducten komt op ongeveer 10 Mton’, schrijft het PBL. Dat is bijna de helft van de totale Zweedse broeikasgasemissies in 2015.
Hier speelt zich trouwens een tweede welles-nietesspel af tussen voor- en tegenstanders van biomassa. Tegenstanders stellen vast dat er bij de verbranding van biomassa wel degelijk CO2 uit de schoorsteenpijp komt, terwijl die uitstoot als 0 (zegge: nul) gerapporteerd wordt. Dat klopt, maar dat wil niet zeggen dat die CO2-uitstoot nergens gerapporteerd wordt. Deze wordt namelijk genoteerd op de plek waar de biomassa geoogst wordt. In een CO2-boekhouding wordt dit bijgehouden onder het kopje Agriculture, Forestry and Other Land-Use (AFOLU). Hieronder wordt de CO2-uitstoot door (veranderend) landgebruik bijgehouden.
Als er in een bepaald land veel minder CO2 uit de lucht gehaald wordt omdat er bossen verdwijnen, dan wordt dat hier gerapporteerd. Hetzelfde geldt voor de CO2 die groeiende boompjes uit de lucht halen: dit wordt meegeteld op de plek waar de boompjes staan. Met andere woorden: de CO2-boekhouding wordt niet bijgehouden op de plek waar de verwerking of verbranding plaatsvindt, maar op de plek waar bomen en planten groeien en geoogst worden.
Klimaatverandering kan de biodiversiteitscrisis verergeren, maar ook het tégengaan van klimaatverandering kan dat
De biodiversiteitsramp
Tenslotte wordt de mogelijkheid om bio-energie in te zetten beperkt door de gigantische biodiversiteitscrisis. Dit is een extreem belangrijke factor om rekening mee te houden: wetenschappers van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) schatten dat 1 miljoen van de ruim 8 miljoen soorten dieren en planten in hun voortbestaan bedreigd worden. Het verbouwen en oogsten van biomassa kan die crisis verergeren — maar het kan ook bijdragen aan de oplossing.
Dat zit zo. In de eerste plaats is het belangrijk om te weten dat de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis onlosmakelijk verbonden zijn. Monoculturen en het spuiten van gif in de landbouw leiden bijvoorbeeld tot een enorm verlies aan biodiversiteit, terwijl 80 procent van de wereldwijde landbouwgronden gebruikt wordt voor weilanden en de productie van veevoer. Al die beesten veroorzaken een enorm klimaatprobleem. Hier hebben klimaatverandering en biodiversiteitsverlies dus een gemeenschappelijke oorzaak: koeien, schapen en geiten.
Ook kan klimaatverandering de biodiversiteitscrisis verergeren: door de opwarming van de oceanen dreigen bijvoorbeeld alle koraalriffen wereldwijd af te sterven.
Maar ook het tégengaan van klimaatverandering kan de biodiversiteitscrisis verdiepen, bijvoorbeeld bij een te grootschalige productie van biomassa. Neem palmolie: een uitstekende grondstof om biodiesel en -kerosine mee te maken, waarbij de koolstofkringloop bovendien zeer kort is. Maar: deze plantages doen het erg goed in de tropen, wat ten koste gaat van tropisch regenwoud. Het biodiversiteitsverlies kan door de aanleg van palmolieplantages gigantisch zijn.
En ook de aanleg van productiebossen voor de winning van hout en resthout kan problemen opleveren voor de biodiversiteit. Bijvoorbeeld omdat in rottend hout diertjes wonen, waar weer andere dieren afhankelijk van zijn. Als met hen geen rekening gehouden wordt en er te veel hout uit een bos gehaald wordt, lost bio-energie wellicht een klimaatprobleem op, maar verergert het de biodiversiteitscrisis.
Dat gezegd hebbende: volgens het PBL bestaan er ook voorbeelden van bossen waar hout en resthout geoogst worden, die juist een positief effect hebben op de biodiversiteit. Als het bijvoorbeeld lukt om zogeheten gedegenereerde landbouwgronden om te zetten in (productie)bos, dan kunnen ook andere planten en dieren daarvan profiteren. Het PBL schrijft dat ‘het beheren en ontwikkelen van de gedegradeerde bossen in Groot-Brittannië leidt tot meer bos, meer biodiversiteit, een toename in de oogst van biomassa en uiteindelijk een netto vastlegging van 21 Mton CO2 per jaar.’
Het PBL heeft in zijn onderzoek bovendien gekeken naar 37 studies waarin de gevolgen van houtige biomassa-oogst in Noord-Europa en Noord-Amerika onderzocht wordt, ‘en dan met name voor soorten die leven in het dode hout'. In 22 studies worden geen effecten gevonden, in zeventien gevallen worden negatieve effecten gevonden, maar in zes gevallen zijn de gevolgen juist positief.
De crux lijkt hem hier te zitten in het beheer van de bossen. Het is mogelijk biomassa te oogsten zonder dat er biodiversiteitsproblemen in die bossen optreden; het is zelfs mogelijk om de biodiversiteit er te laten toenemen. Maar dan moet er wel zorgvuldig met de grondstof worden omgesprongen. Deze duurzaamheidseisen beperken het potentieel van biomassa natuurlijk wel, al was het maar omdat biomassa er duurder van wordt.
Kort en goed: de consensus onder klimaatwetenschappers is dat bio-energie — ook uit houtige biomassa — onder bepaalde voorwaarden kan bijdragen aan de strijd tegen de klimaatcatastrofe. Die bijdrage is echter wel aan grenzen gebonden. Niet iedere joule die nu uit steenkool, olie of aardgas komt, kan door bio-energie vervangen worden.
Supercomputers en klimaatmodellen
Maar op welke schaal kan bio-energie dan wél worden ingezet? Gelukkig geeft de klimaatwetenschap ook daar een antwoord op. Daarvoor moeten we op bezoek bij klimaatwetenschappers die klimaatscenario's bouwen. ‘De’ klimaatwetenschap bestaat immers niet, het is eerder een soort verzamelterm. Er zijn wetenschappers die heel veel weten van smeltend Noordpoolijs, er zijn wetenschappers die heel veel weten over de opslag van (duurzame) energie en er zijn wetenschappers die al die kennis omzetten in modellen waarmee uitgerekend kan worden wat de goedkoopste ('kostenefficiëntste’, in jargon) manier is om de opwarming van de aarde tot 1,5 of 2 graden Celsius te beperken.
Deze scenario's worden gebaseerd op complexe berekeningen, die soms alleen door gespecialiseerde computers kunnen worden uitgevoerd. Het IPCC heeft de betrouwbaarste scenario's die klimaatwetenschappers wereldwijd maken geselecteerd en samengevat. Zo wordt de wetenschappelijke consensus gepresenteerd over wat de goedkoopste manier is om een klimaatramp af te wenden.
Voor een uitgebreide uitleg over de complexiteit van die modellen kan je onderstaand kader lezen. Maar voor wie genoeg heeft aan de conclusie: in verreweg de meeste scenario's van het IPCC is voor bio-energie een belangrijke rol weggelegd. Jaarlijks zou er in een kostenefficiënt pad ruimte zijn voor zo'n 100 tot soms zelfs wel 300 exajoule energie uit biomassa. Ter vergelijking: de totale wereldwijde energieconsumptie ligt in het jaar 2100 volgens het IPCC ergens tussen de 500 en 1.100 exajoule. Biomassa is volgens de klimaatwetenschap dus niet de enige route, maar het maakt wel onderdeel uit van de energiemix.
Om de toekomst te kunnen verkennen, maken klimaatonderzoekers gebruik van scenario’s, die door (soms gespecialiseerde) computers worden doorgerekend. Deze computers maken het mogelijk om met een onnoemelijke hoeveelheid factoren rekening te houden, terwijl er tegelijkertijd allerlei aannames rond menselijke ontwikkeling kunnen worden gemaakt. Er zijn twee hoofdgroepen van modellen: modellen die worden gebruikt om scenario's rond toekomstig energie- en landgebruik door te rekenen en modellen die gebruikt worden om op basis daarvan de gevolgen van het klimaatsysteem te voorspellen.
Het is aardig om even stil te staan bij de complexiteit van die modellen. Neem bijvoorbeeld een smeltende Noordpool in de klimaatmodellen. Dat is een gevolg van klimaatverandering. Maar het is ook een oorzaak, omdat een minder grote witte ijskap minder zonlicht weerkaatst. Tegelijk zorgt een smeltende Noordpool voor een grotere hoeveelheid zeewater, wat een deel van de opwarming weer absorbeert.
Wie wil weten hoe groot die effecten precies zijn, komt in de nitty-gritty details van de klimaatwetenschap terecht. Verschillende onderzoeken doen hierover namelijk verschillende voorspellingen. In de scenario's die het IPCC samenvat, worden deze onderzoeken gewogen en worden de betrouwbaarste voorspellingen gebruikt in de computermodellen.
Maar voor zinvolle voorspellingen moet óók kennis vergaard worden over de technologische ontwikkelingen die consumenten, bedrijven en overheden in de toekomst in gang kunnen zetten om klimaatverandering tegen te gaan. Een voorbeeld: natuurlijk hebben we snel veel meer windmolens en zonneparken nodig, maar die energie is slechts beschikbaar als het waait of als de zon schijnt. De technologie om energie op te slaan in batterijen en accu's blijft nog achter, maar is gelukkig in ontwikkeling.
Maar hoe snel zal de batterijenwereld zich de komende decennia ontwikkelen? Zal de energieopslagcapaciteit exponentieel groeien, of zullen de ontwikkelingen in de wereld van de opslag van energie langzamer gaan? Gaan accu's snel goedkoper worden, of blijven ze relatief duur? En wat betekent dat dan weer voor de mogelijkheden die we hebben om alle auto's wereldwijd te elektrificeren? Anders gezegd: hoe lang blijven we nog in benzine-auto's rijden? En wat betekent dat voor de totale hoeveelheid CO2 in de atmosfeer? En wat betekent dat dan weer voor de snelheid waarop de Noordpool smelt? En wat betekent dat dan weer voor de zonlichtweerkaatscapaciteit van de aarde?
Enfin, over al dit soort ontwikkelingen, die ook nog eens allemaal met elkaar te maken hebben, doen een enorme hoeveelheid wetenschappers voorspellingen. De betrouwbaarste van die voorspellingen worden vervolgens in complexe computermodellen gegoten. Je kan je voorstellen dat jouw MacBook de rekenkracht ontbeert om al die intergerelateerde effecten door te rekenen.
En dan zijn we er nog niet. In principe moeten de onderzoekers met hun modellen twee problemen oplossen. Eén: reken uit hoe de opwarming van de aarde beneden 1,5 of 2 graden Celsius blijft. Daar komt een enorme hoeveelheid scenario's uit, die weer wordt beperkt door opdracht twee: zoek de goedkoopste, of anderszins aantrekkelijke manier om de opwarming van de aarde beneden de 1,5 of 2 graden te houden. Hoe bereiken we dat doel, tegen de laagste kostprijs?
Klimaatwetenschappers laten dit soort scenario's telkens opnieuw doorrekenen. Soms met de aanname erin dat batterijen heel snel goedkoop worden, soms met de aanname dat ze duur blijven. Daar komen telkens iets andere resultaten uit. Het belangrijkste aan die resultaten zijn echter niet de verschillen, maar juist de overeenkomsten. Zo zeggen die scenario's vrijwel zonder uitzondering dat we veel efficiënter met energie zouden moeten omgaan. Minder energie gebruiken is de allergoedkoopste route in de energietransitie. Daarnaast zeggen al die klimaatmodellen dat we snel en fors moeten inzetten op veel meer zonne- en windenergie.
Dat zijn zaken die je wellicht verwacht op het wereldwijde ‘red het klimaat’-todo-lijstje. Maar dat is niet voldoende om aan de wereldwijde energievraag te voldoen. Verreweg de meeste scenario's hebben dan ook de uitkomst dat een deel van de klimaatoplossing gelegen is in het gebruik van bio-energie. De scenario's komen vaak uit op een jaarlijkse hoeveelheid van 100 of misschien zelfs wel 300 exajoule per jaar voor de klimaatdoelen uit het Parijsakkoord. Om die getallen in perspectief te zetten: de totale wereldwijde energievraag tegen het einde van de eeuw wordt geschat op 500 tot 1.100 exajoule.
Het is belangrijk om te beseffen dat biomassa niet zomaar uit deze mix gehaald kan worden en te vervangen is door meer zon en wind. Enerzijds heeft biomassa specifieke kwaliteiten: het is bijvoorbeeld inzetbaar op het moment dat je het ook echt nodig hebt, wat energieopslag iets minder belangrijk maakt. Anderzijds is er in die scenario's sowieso al een enorme rol voor zon en wind weggelegd. Tegen het einde van de eeuw zal volgens diezelfde scenario's in de wereldwijde energiemix ergens tussen de 5 en 60 keer meer windenergie gebruikt worden dan in 2018 én ergens tussen de 25 en 200 keer meer zonne-energie. Met andere woorden: in de scenario's waarin biomassa een rol speelt, spelen zon en wind ook al een gigantische rol.
Overigens is door wetenschappers wel gekeken naar scenario's zonder bio-energie. Je kunt in modelberekeningen immers prima als voorwaarde invoeren dat bio-energie volledig uitgesloten moet worden. Een serie wetenschappers onder leiding van de Nederlandse klimaatwetenschapper en modellenexpert Detlef van Vuuren heeft dat in 2018 gedaan en daarover een artikel in Nature Climate Change gepubliceerd. Zij zochten een antwoord op de vraag hoe een scenario zonder bio-energie en ondergrondse CO2-opslag (carbon capture and storage oftewel CCS) eruit zou kunnen zien.
Om dit te bewerkstelligen bekeken zij een groot aantal aannames, in principe als losse stappen, maar ook als combinatie: de wereldbevolking stopt met meer vlees eten dan gezond is, de wereldbevolking geeft alle bezwaren op tegen vlees dat in laboratoria uit stamcellen opgekweekt wordt, autodelen wordt de norm, de wereldbevolking gaat stukken minder reizen, alleen de efficiëntste auto's mogen nog worden verkocht (dus geen suv's meer) en de wereldbevolking piekt rond 2050 en komt aan het eind van de eeuw weer uit op ongeveer het huidige niveau. In deze scenario’s was het mogelijk om het gebruik van bio-energie te minimaliseren.
Het moge duidelijk zijn dat de wereldwijde ontwikkelingen bij deze gedragsveranderingen vooralsnog achterblijven bij de schaal die nodig is om bio-energie helemaal uit de energiemix te houden. De wereld is bijvoorbeeld nog niet bepaald minder vlees en zuivel aan het eten. Bovendien is in het bio-energieloze scenario van Van Vuuren nóg meer energie uit zon en wind nodig dan in de meeste IPCC-scenario's.
Overigens heeft ook klimaatorganisatie Urgenda een scenario gepubliceerd met als doel: een Nederlandse energiemix die in 2030 helemaal klimaatneutraal is. Urgenda sluit daarbij ook biomassa uit. Om dat te bewerkstelligen moet de hoeveelheid wind op zee de komende tien jaar verdertigvoudigen en moet er zes maal meer zonne-energie opgewekt worden. Daarnaast moet het totale energieverbruik in Nederland halveren ten opzichte van 2015.
De fair share voor Nederland
De klimaatwetenschap stelt dus dat bio-energie een bijdrage kan leveren aan de strijd tegen klimaatverandering. De wetenschap stelt echter ook dat die bijdrage — vanwege de noodzaak tot voedselproductie, een prangende biodiversiteitscrisis en de te lange terugverdientijd van sommige vormen van bio-energie — begrensd is. Dat is dus de vraag die centraal zou moeten staan bij ambtenaren, ondernemers en politici die nadenken over het gebruik van biomassa in de energiemix: past de schaal waarop Nederland biomassa wil gebruiken bij die grenzen?
Onlangs bracht de Sociaal Economische Raad (SER) een advies uit aan de regering over het gebruik van biomassa in Nederland. Daarin wordt onderkend dat de hoeveelheid beschikbare duurzame biomassa beperkt is, maar de SER wil hier geen getallen aan hangen: ‘Bij biobrandstoffen is de vraag (...) wat een eerlijk aandeel (fair share) voor Nederland is. De SER kan zich hierover alleen in algemene termen uitspreken.’
Dat is opvallend, want hierover is best iets zinnigs te zeggen. Met de 100 exajoule bio-energie die uit de klimaatscenario's van het IPCC rolt, is immers uit te rekenen wat een eerlijk Nederlands aandeel zou zijn. Nederland telt 17,28 miljoen inwoners, op een totale wereldbevolking van 7,7 miljard mensen. Als we die 100 exajoule bio-energie eerlijk zouden delen, dan kom je uit op 224 petajoulebio-energie voor Nederland.
Daaraan zitten we nog niet. Uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat Nederland in 2018 uitkwam op een totaal verbruik van 130 petajoule bio-energie. Hierin is alles meegenomen: afvalverbrandingsinstallaties, de houtkacheltjes bij mensen thuis, biodiesel, de bijstook van biomassa in steenkoolcentrales, de verbranding van biomassa om warmtenetten te voeden. Vanuit het oogpunt van een eerlijk aandeel lijkt er dus nog wel wat ruimte te zijn voor biomassa in de Nederlandse energiemix.
Iedereen wil aan de bio-energie
Die ruimte wordt momenteel echter nogal intensief geclaimd. De luchtvaart wil ‘duurzame groei’ afdwingen door fors meer biokerosine te gaan verbranden. In de industrie, waar hoge temperaturen met (duurzame) elektriciteit moeilijk te bereiken zijn, wordt reikhalzend uitgekeken naar de beschikbaarheid van omvangrijke stromen biogas. Elektriciteitscentrales, die vanaf 2030 geen steenkool meer mogen verbranden, zijn de afgelopen jaren al fors meer biomassa gaan meestoken. Afvalverbrandingsinstallaties, deels in handen van provincies en gemeenten, importeren buitenlands afval om dit te verkopen als bio-energie. En tientallen gemeenten kijken voor het aardgasvrij maken van hun woonwijken naar warmtenetten, die met (houtige) biomassa verwarmd moeten worden.
60 procent van alle duurzame energie die Nederland opwekt, is een vorm van biomassaverbranding
Nederlandse bedrijven, politici en ambtenaren lijken dus massaal gebruik te willen maken van de beschikbare hoeveelheid (duurzame) biomassa. Op zichzelf is dat logisch: het verbranden van biomassa lijkt sterk op het verbranden van fossiele brandstof, waardoor het een makkelijke oplossing is. Het is eenvoudiger om te hopen dat een groot deel van de vliegtuigen van KLM op biokerosine gaat vliegen, dan het is om beleid in gang te zetten waardoor er minder gevlogen gaat worden. Het is voor lokale politici eenvoudiger om één centrale biomassaketel aan een warmtenet te koppelen, dan om met alle woningeigenaren over isolatie en elektrificatie in gesprek te gaan.
Daarnaast is deze belangstelling van politici, ambtenaren en ondernemers voor de inzet van biomassa het gevolg van subsidies. Omdat de klimaatverwoestende effecten van fossiele brandstoffen niet (voldoende) in hun prijs zijn opgenomen, zijn kolen, olie en gas goedkoper dan duurzame vormen van energie, waaronder bio-energie. Verder staat de techniek in sommige gevallen nog in de kinderschoenen, zoals bij de ontwikkeling van biokerosine.
Daarom verleent de overheid al ruim tien jaar lang subsidies op de inzet van bio-energie. Sinds 2010 wordt hier jaarlijks een bedrag tussen de 300 en 400 miljoen euro aan uitgegeven, terwijl de totale jaarlijkse kasuitgaven aan duurzame energie-subsidies zijn opgelopen van 602 miljoen euro in 2014 tot 1,2 miljard in 2019. Aan bio-energie wordt dus een belangrijk deel van de duurzame energie-subsidies uitgegeven. Bio-energie is de afgelopen jaren dan ook uitgegroeid tot de belangrijkste vorm van duurzame energie: maar liefst 60 procent van alle duurzame energie die Nederland opwekt, is een vorm van biomassaverbranding.
Het lijkt er dus op dat veel Nederlandse bedrijven, politici en ambtenaren eerst naar biomassa kijken, en dan pas naar andere vormen van verduurzaming. Het is dan ook duidelijk dat niet alle bio-energie-projecten doorgang kunnen vinden — tenminste, ervan uitgaande dat Nederland niet meer biomassa wil claimen dan zijn eerlijke aandeel. Tegelijk hoeft ook niet ieder bio-energie-initiatief afgeschoten te worden. Er ís ruimte. De vraag zou moeten zijn hoe je die ruimte verdeelt.
Een logische eerste stap daarbij is om te kijken naar de inefficiënte verbranding van biomassa, zoals het vuurtje van meester Guus. Ook in Nederland wordt in vuurkorven, openhaarden, allesbranders en pelletkachels nog best veel hout verbrand, waarbij de efficiëntie lang niet altijd optimaal is en waarbij allerlei extra schadelijke rookgassen kunnen vrijkomen. Volgens het CBS werd in 2018 zo'n 20 petajoule bio-energie door huishoudens zelf verbruikt.
Hier is efficiencywinst te behalen, die bovendien wonderen zou verrichten voor de luchtkwaliteit (zie kader hieronder). De overheid heeft hier inmiddels op ingespeeld: sinds begin dit jaar is de subsidiëring van biomassakachels en pelletkachels in huishoudens afgeschaft.
De schaarse hoeveelheid biomassa inzetten om elektriciteit op te wekken, lijkt evenmin efficiënt. Meer dan de helft van de energie die in het hout zit opgeslagen, gaat daarbij namelijk verloren. De overheid heeft dit inmiddels in beleid gegoten: de subsidiëring van biomassa(bij)stook voor de winning van elektriciteit, zoals in steenkoolcentrales, is afgeschaft. De laatste subsidie hiervoor loopt af in 2027.
Een belangrijk kritiekpunt bij tegenstanders van bio-energie is de verslechtering van de luchtkwaliteit die de stook van biomassa zou betekenen. Op zichzelf hebben zij gelijk: bij het verstoken van biomassa zoals hout wordt onder meer fijnstof uitgestoten. Voor de concentratie fijnstof bestaat bovendien geen veilige norm: ieder extra deeltje fijnstof kan gezondheidsklachten veroorzaken.
Maar daarbij moet wel opgemerkt worden dat de concentratie fijnstof in de lucht in Nederland al decennia daalt. Ten opzichte van midden jaren ‘90 is de hoeveelheid fijnstof in Nederland gehalveerd. Bovendien leveren energiebedrijven volgens het CBS maar een zeer geringe bijdrage leveren aan de uitstoot van fijnstof. Wegverkeer, scheepvaart en landbouw stoten vele malen meer uit.
En dan nemen huishoudens zelf ook een flink aandeel van de uitstoot van fijnstof voor hun rekening. Vooral door hout te stoken in de open haard, barbecue of vuurkorf komt er veel fijnstof in de lucht. Het PBL schrijft bijvoorbeeld dat een open haard zo'n 75 keer meer fijnstof uitstoot dan een moderne biomassaketel. Andere vervuilers in huis zijn sigarettenrook en huisdieren.
Het bestrijden van fijnstof in de atmosfeer is dus altijd een goed idee. Wie daarbij een zinvolle strategie nastreeft, zal echter niet snel uitkomen bij het tegengaan van moderne biomassacentrales, maar eerder bij zaken als het tegengaan van open haarden en het beperken van auto's in de stad.
Nog een belangrijke factor die komt kijken bij het beantwoorden van de vraag hoe de voor Nederland beschikbare biomassa ingezet kan worden, is het kostenplaatje. Het verwarmen van huizen met biomassa in een gemeente waar al een warmtenet ligt (zoals in Amsterdam-Oost, Diemen en Almere) is vanuit dit perspectief zinvoller dan het organiseren van biomassa-warmte in gemeenten waar het warmtenet grotendeels nog moet worden aangelegd (zoals in Amersfoort).
Maar het belangrijkste antwoord is gelegen in welke toekomstvisie je als ambtenaar, ondernemer of politicus hebt voor Nederland. Zoals de commissie-Remkes in haar rapport over de stikstofuitstoot in Nederland al expliciet benoemde: niet alles kan. Je kunt niet én massaal afval importeren en die energie hier als bio meetellen, én de grootste en goedkoopste luchthaven van Europa willen hebben en de vliegtuigen op biokerosine laten vliegen, én biomassa inzetten voor de winning van elektriciteit, én bij het aardgasvrij maken van stadswijken beginnen bij een strategie die op biomassastook is gebouwd. Dan gebruikt Nederland meer dan zijn eerlijke deel.
Kortom: bio-energie kan een duurzame vorm van energie zijn. De wetenschap biedt een antwoord op de vraag hoeveel bio-energie er wereldwijd gebruikt kan worden. Het is dus mogelijk om een inschatting te maken van hoeveel bio-energie er voor Nederland beschikbaar is. Om binnen die grenzen te blijven, moeten er keuzes gemaakt worden: niet iedere claim op bio-energie kan gehonoreerd worden.
Maar er is wel ruimte. De klimaatwetenschap is het erover eens dat biomassa onderdeel uitmaakt van het wapenarsenaal waarmee de klimaatcatastrofe afgewend moet worden. De discussie over biomassa zou dus niet moeten gaan over de vraag of, maar hoe we dat wapen optimaal inzetten.
172 Bijdragen
Remco Korteweg
L. Rodenstein
Remco KortewegEr wordt al steeds meer landbouwgrond ingezet om zonnepanelen op te plaatsen. Ik weet niet of dat nu wel zo slim is. In het bouwbesluit voor utiliteitsbouw een paragraaf opnemen waarin staat dat zonnepanelen op het dat of aan de gevel tot verlaging van de bouwkosten leidt, lees subsidie, zou in mijn ogen een goede mogelijkheid zijn.
Maarten Bodt 1
L. RodensteinJesse Kamps 1
Maarten BodtMaarten Bodt 1
Jesse KampsJesse Kamps 1
Maarten BodtDat brengt me bij uw 2e punt mbt vervoer en CO2. NL boerenbedrijven en ook slachterijen staan bovenaan wat betreft dierenwelzijn. Meer Nederlandse export betekent dus defacto minder dierenleed indien de consumptie als een constante wordt gezien. Als ik moet kiezen tussen meer dierenleed of meer CO2 dan kies ik dat laatste. Dit is wellicht ook een beetje kort door de bocht, maar u begrijpt vast waar ik heen wil.
Nog een laatste bijdrage: waarom we in Nederland toch zoveel vlees importeren terwijl we een overschot produceren heeft te maken met de hoge kwaliteit van het Nederlandse vlees. De Nederlandse consument is helaas vaak nog steeds niet bereidt om meer te betalen voor top kwaliteit. Daarom gaat dit vlees naar het buitenland. Fransen zijn bereid veel meer te betalen voor goed vlees. Wij kiezen toch vaker voor "veel voor weinig" en importeren goedkoop inferieur vlees uit het buitenland.
We zouden er goed aan doen in Nederland om minder vlees te gaan eten van hogere kwaliteit dat ben ik zeker met uw eens, indien u dat bedoelde. Heeft alleen maar voordelen: gezonder, lekkerder, diervriendelijker en beter voor het milieu
Maarten Bodt 1
Jesse KampsDavid Bartenstein 9
Jesse KampsOp het gebied van milieu gaat het niet alleen over de uitstoot bij export van onze overproductie maar o.a. ook over de uitstoot van de import van goedkoop geproduceerd voedsel dat wij consumeren, en ook over de uitstoot bij de import van het jonge vee dat we importeren, en ook over de uitstoot van al het veevoer dat we importeren. Dat is een heleboel uitstoot.
Als je op de korte termijn kiest voor meer CO2 uitstoot om dieren die in gevangenschap leven en alleen gekweekt worden om op te eten wereldwijd een beter leven te geven kan dat op lange termijn het doodvonnis betekenen voor in het wil levende soorten dus jouw keuze komt weliswaar uit een goed hart zo te horen maar heb je die zaken meegewogen in jouw beslissing? Je moet bij het bepalen van beleid zeker de internationale consequenties in de gaten houden, maar lokaal productie is schoner en beter te controleren.
Jesse Kamps 1
David BartensteinGeen speld tussen te krijgen dat als iedereen dier/milieu vriendelijk lokaal zou produceren dat dit het beste zou zijn. En eens dat er in de internationale vleeshandel veel fraude is. Dan nog denk ik dat we op het moment het minste risico nemen met fraude/milieu/dierenwelzijn door in NL of vergelijkbare landen te produceren. Maar ben het op de lange termijn dus zeer zeker eens met uw strekking.
Uw laatste punt is wel een hele grote aanname. Er zullen zeker soorten uitsterven, maar ook andere soorten kansen krijgen door klimaatverandering. Neem bijv de ijsbeer, er wordt elk jaar voorspeld dat deze uitsterft, maar in werkelijkheid is de populatie groeiende. Ik zie op t moment een veel grotere dreiging uitgaan van milieuvervuiling en bossenkap dan van klimaatverandering mbt dit punt. Neemt niet weg dat we de natuur zoveel mogelijk moeten beschermen natuurlijk.
David Bartenstein 9
Jesse KampsMaar leuk dat we elkaars argumenten zo goed blijken te kunnen begrijpen in elk geval!
Jesse Kamps 1
David BartensteinMaar was inderdaad goed om even van gedachten te wisselen vandaag.
Martien van Dongen 4
Jesse KampsJesse Kamps 1
Martien van DongenErwin de Waard 6
Jesse KampsDaar valt wel wat op af te dingen. Alleen al omdat Nederland een uitzonderingspositie heeft op de nitraat richtlijn van de EU en zelfs die wordt overscheden omdat er teveel mest in het milieu gebracht wordt.
Jesse Kamps 1
Erwin de WaardVerder moet ieder land deze Europese richtlijnen naar een eigen standaard omzetten. Nederland heeft bijv een veel strengere interpretatie/meet methode dan Duitsland, dus het is appels met peren vergelijken.
Verder trekt dit de discussie veel te eng want als uw goed heeft gelezen was mijn initiële strekking dat Nederland per KG vlees milieu vriendelijker is dan de meeste andere landen. Dat Nederland dan inderdaad minder m2 tot zijn beschikking heeft om mest over uit te rijden is irrelevant. Want anders komt die overtallige mest in het buitenland in de natuur. Maw het is een zero sum game tot op zekere hoogte.
Erwin de Waard 6
Jesse KampsNederland produceert meer mest per oppervlakte eenheid dan landen zoals bijv. Spanje , Polen of Frankrijk. Je kan dan niet en de norm verhogen en volhouden dat dat beter is voor het milieu.
Als de norm verhoogd wordt is dat slechter voor het milieu in NL. Het milieu in Polen en andere landen zonder verhoogde norm komt er daar beter vanaf.
Jesse Kamps 1
Erwin de WaardVerder daalt stikstof uitstoot in NL al jaren dus we zijn op de goede weg zonder de productie naar het buitenland te verplaatsen.
Erwin de Waard 6
Jesse KampsMaar ook op de stelling dat de vleesindustrie een ‘zero sum game’ is en dat het dus voor het wereld milieu niet uitmaakt waar er geproduceerd wordt , is niet juist. In NL wordt er bijvoorbeeld veel mest geproduceerd met daarin veel stikstof in de vorm van nitraten en ammoniak. Het vee heeft voer nodig zoals soja. Dat soja komt met name uit Zuid Amerika.
Uiteindelijk zitten 2 gebieden in de wereld met een milieuprobleem , NL met overbemesting en ZA met o.a uitputting van de grond.
Jesse Kamps 1
Erwin de WaardVolgens mij bent u categorisch tegen het eten van vlees. Dat mag hoor, maar dan kunt u beter zeggen dat per energie eenheid dat vlees oplevert voor een mens er veel meer energie voer in moet dan bijvoorbeeld bij een aardappel, dus is het per definitie slechter voor het milieu. Dan had ik u gelijk gegeven op dat punt. Maar u probeert zich in allerlei bochten te vingen om Nederlandse vleesproductie af te schilderen als minder milieu vriendelijk dan vleesproductie elders. En dat is dus gewoon niet zo.
Erwin de Waard 6
Jesse KampsJesse Kamps 1
Erwin de WaardOf je moet zeggen we moeten minder vlees eten over het algemeen. Dan hebben we een andere discussie die we moeten
voeren.
Chris Peeters 3
L. RodensteinMaarten Bodt 1
Chris PeetersDavid Bartenstein 9
Chris PeetersArthur Venis 3
Chris PeetersEdmond Muller 7
Leo Coenders 2
Edmond MullerEdmond Muller 7
Leo CoendersAlbert Sikkema 1
Dirk Pilkes 3
Albert SikkemaTot slot, de minste vervuiling is te verwachten met kernenergie, of men dat nu leuk vindt of niet!
Joost Versteegh 4
Dirk Pilkes"Zo zeggen die scenario's vrijwel zonder uitzondering dat we veel efficiënter met energie zouden moeten omgaan. Minder energie gebruiken is de allergoedkoopste route in de energietransitie."
Arthur Venis 3
Joost VersteeghEr is bijvoorbeeld al vaker geopperd om de miljarden subsidies die beschikbaar zijn in te zetten om alle huizen in Nederland te isoleren. Dat zou de helft aan gasverbruik schelen en de daarmee gepaard gaande uitstoot van CO2.
Ties Joosten 5
Joost VersteeghArthur Venis 3
Ties JoostenEdmond Muller 7
Peter Goldstein 1
Edmond Mullerj.a. karman 5
Edmond MullerDe siberische toendra's en bossen hebben niet zo'n grote diversiteit net zo mens als de savannes,
een mangrovenbos is vrij eentonig. Op de grensgebieden met overgangen daar ontstaat de variatie.
Grensgebieden in een meanderende ongecontroleerde monding van een rivier leven is niet zo geschikt voor de omvang van de bevolking. Haal eens alle dijken bij rivieren en aan de kust weg.
David Bartenstein 9
j.a. karmanArthur Venis 3
David Bartensteinj.a. karman 5
David BartensteinDe eis van overleven in een extreme situatie (temperatuur) is een beperking.
Savannen https://nl.wikipedia.org/wiki/Savanne_(landschap) is een ander voorbeeld.
Grote kuddes vormen zich. https://www.shadowsofafrica.com/nl/reizen/wildebeest-migration-safaris?soa_itinerary_type=116 ooit waren bizon ook zeer talrijk. De groei stopt pas als voedsel trek met seizoenen niet meer in balans zijn. De konijnen en drommedarissen in Australie zijn andere berucht voorbeelden. Met vissen haringscholen en nog wat meer diersoorten.
Kijk naar brandhaarden in Portugal Griekenland. Het zijn de gebieden waar onderhoud van het bos gewas niet meer heef plaatsgevonden. Ook in Australie had men last van veel bosbranden door achterblijvende groeiende biomassa. Dan kan je die biomassa beter verzamelen en gecontroleerd nuttig opstoken.
In siberie is https://www.parool.nl/wereld/natuurbranden-siberie-en-oosten-van-rusland-zo-groot-als-cyprus~b2a967bb/ Gebieden van 2 maal oppervlakte beieren? Dat is gigantisch.
Arthur Venis 3
j.a. karmanHet klopt dat de flora en fauna zich aanpast aan de omgeving, maar dat geldt overal op aarde - behalve op de plekken waar de mens zich er tegenaan bemoeit. En dat zijn volgens mij precies de gebieden waar de monoculturen ontstaan.
Ik vermoed dat wanneer de mens zijn invloed op die gebieden loslaat, de natuur weer een normaal evenwicht zal vinden. Zelfs in gebieden als rondom Tsjernobyl is de natuur weer aanwezig. In tegenstelling tot de mens. Die gedijt daar niet zo goed (meer).
j.a. karman 5
Arthur VenisHet is niet het gangbare gewenste beeld bepaald door mensen, dat is wat anders.
Joram Dongus
j.a. karmanWat in Portugal en Australië speelt is dat er veel Eucalyptus wordt aangeplant voor de papier en brandhout industrie. Eucalyptus wil dat alles om zich heen brand, de gedroogde blaadjes zijn zeer brand gevoelig, zodat het alles kan overnemen.
Helaas gaat het slecht met de predatoren op Australië, door menselijk toedoen, waardoor die bomen rijkelijk kunnen uitdijen met bosbranden tot gevolg.
Konijnen en dromedarissen zijn geïntroduceerd en dus invasieve soorten: wederom menselijk toedoen.
De bizon: bijna uitgeroeid samen met de indianen in de 19e eeuw.
Verder is de savanne echt geen monocultuur: de rijkdom aan zoogdieren, insecten en vogels is gigantisch. Juist doordat gras zo hard kan groeien (grassen zijn extreem divers!) kan er een gigantische massa aan dieren leven daar en dan in een erg complexe diversiteit.
Beste Karman, lees u aub in voordat u uw maffe hypothesis de ether in spuwt. Het spijt me maar dit is echt te bizar. Zeker gezien dit zelfs op de voorpagina van FTM wordt uitgelicht. Ik sta perplex.
Het beste,
J. Dongus,
PhD bij Max Planck Instituut te Keulen.
P.s. ik heb geen bronnen vermeld gezien dit in elk biologisch tekstboek staat en de zwerm aan hypotheses zo groot is dat dit eerder een teken is van een fallend onderwijs systeem in Nederland. De meeste aspecten komen ook langs Sapiens van Harari, mocht dhr. Karman wat willen bijspijkeren.
Joram Dongus
j.a. karmanDit is een erg interessante uitspraak, en zelfs ronduit bizar.
Biodiversiteit is t hoogst rond de evenaar en t laagst rond de polen.
Als je naar een mangrovebos kijkt en enkel de bomen telt dan is het een monocultuur, maar kijk maar eens onderwater: een hele kraamkamer aan vissen en andere aquatische organismen.
Als de natuur 1 ding doet is het verhogen van de entropie, de reden waarom monoculturen niet werken zonder heftig menselijk ingrijpen.
j.a. karman 5
Joram DongusHet is nogal bizar om bij voorbaat aan te nemen dat de natuur zich iets aan menselijke idealen zou laten liggen. Interessant daarbij zijn de Galapagos eilanden. Uniek door een vereiste snelle evolutie door relatief snel veranderende omstandigheden. Komt er een trek op gang tussen de gebieden dan neemt biodiversiteit af. https://www.sciencedaily.com/releases/2019/08/190822124840.htm
Dinosauriers hebben zeer lang zonder mensen overleefd en het was niet hun ondergang.
De bosbranden in Australie en elders daar gaat het niet om culruur gebonden bosbouw.
Het verwijt in Australie is dat het preventief schonen van brandbaar materiaal wat de aboriginals als cultuur hadden nagelaten is., Ik lees me in en verbaas me daarom om het extreme idealistische vanuit sommige hoeken van de wetenschap. De landschappen veranderen continue ook zonder de mens. Ooit was de sahara groen. Ooit waren de poolkappen halverwege in Europa.
Er wordt nu geopperd dat fossiele brandstof beter voor het milieu is dan biomassa en dat kernenergie zonder problemen is. U noemde Tsjernobyl al. Nog even en alles inclusief de mens mag zich alleen in steriele ruimtes begeven. In hoeverre is de mens los van de natuur?
Nog even iets, in de natuur is een (mogelijke) groei van de populatie de voorwaarde dat een soort overleefd. Zowel bij bizons gnoes en bomen zie je die trend dat het steeds meer wordt, meer van het zelfde (monocultuur) , als er geen andere rem is. Bizons, gnoes zijn nooit door mensen gefokt, mangroves niet aangeplant.
Arthur Venis 3
Joram DongusRoland Horvath 7
De overheden in NL en BE gaven duizenden euro subsidie aan welgestelde mensen die een elektrisch aangedreven of hybride auto kochten.
En nu doen ze het tegendeel. In tal van steden mogen personen wagens van een bepaalde ouderdom niet meer binnen. De armere mensen moet een nieuwe auto kopen, uiteraard zonder subsidie.
De overheden zouden het probleem kunnen oplossen door aan de productie zijde van auto's aandacht te besteden. Maar dat zijn machtige GMO.
Bio massa: Voor men het weet worden wouden als het Amazone woud in Brazilië volledig verbruikt voor het opwekken van energie.
2- Opslag CO2 is gevaarlijk. Als het CO2 uit de ondergrondse opslag plaats ontsnapt en in de atmosfeer terecht komt, blijft het op de grond hangen, want het is zwaarder dan lucht en het is zodoende dodelijk.
Een betere behandeling is het ontbinden van de CO2 in C, koolstof, en in O2 zuurstof. Dat vereist veel energie maar die kan gehaald worden uit zonenergie vooral in zuiderse -EU- landen.
Koolstof + waterstof kan omgevormd worden tot koolwaterstoffen zoals benzine.
Dat is een betere opslag van energie dan elektrische energie, waarvoor er geen grootschalige opslag mogelijk is. De ontwikkeling van accumulatoren met een grote capaciteit zal nog 30 à 40 jaar duren. De huidige accu's zijn niet veilig genoeg.
Het is voldoende dat er evenveel CO2 uit de lucht wordt gehaald als er uitgestoten wordt door verbrandingsprocessen.
Uiteraard vereist de ontbinding van water in H2, waterstof, en O2, zuurstof, ook veel energie.
3- Een efficiënte en goedkope opvang van CO2 uit de lucht kan door het massaal aanplanten van bomen, 1,2 biljoen, wereldwijd.
Bossen houden het water vast en voorkomen zo overstromingen. Ze absorberen de zonnewarmte meer dan zand of steen.
Erwin de Waard 6
Roland Horvath1,2 biljoen bomen bijplanten kan niet Aan landoppervlakte is er 150 biljoen vierkante meter. Er zou dus op elk stukje landoppervlakte van 11x11 meter een boom bijgeplant moeten worden.
Peter Lukassen 1
Erwin de WaardRoland Horvath 7
Peter LukassenVolgens sommigen is voor het planten van de 1,2 biljoen bomen een aardoppervlak nodig zo groot als China en de VS samen resp. 9,6 - en 9,8 miljoen km2. Zeg maar 20 miljoen km2. Dat is dan gemiddeld 4 x 4 = 16 m2 oppervlak voor iedere boom.
De geplante bomen moeten een combinatie van allerlei soorten. Uiteraard aangepast aan het klimaat van de plaats. Niet alle bomen hebben meer dan 16 m2 nodig.
Dus ongeveer 1/7e van het aardoppervlak moet bebost worden.
Erwin de Waard 6
Peter LukassenIn steden staan er gebouwen en zijn er wegen, in landbouwgebieden wordt er voedsel verbouwd. In natuur gebied staan er al veel bomen. In koude , hoge of te hete gebieden wil geen boom groeien.
Arthur Venis 3
Erwin de WaardDavid Bartenstein 9
Roland HorvathJouw tweede punt over het gevaar van CO2 opslag vind ik heel goed. Dat wordt vrijwel nooit belicht terwijl het heel belangrijk is dat we daar rekening mee houden en allemaal van op de hoogte zijn.
Wat ik alleen niet helemaal snap is waarom je niet aankaart dat we de overcapaciteit van ons energienetwerk kunnen opslaan als waterstof waarmee we in tijden van ondercapaciteit weer energie bij kunnen leveren?
Roland Horvath 7
David Bartenstein- Daarvoor is meer opslag ruimte nodig dat er ruimte nodig is voor olie of steenkool. Dat speelt in het transport: auto's, vliegtuigen maar niet in een elektriciteitscentrale.
- Bovendien is waterstof niet zo gevaarlijk als de opslag van energie op grote schaal in elektrische accumulatoren. Als die laatste al mogelijk is.
- En bij het verbranden van waterstof ontstaat geen CO2 maar water H2O.
Waterstof is voor het ogenblik de beste en goedkoopste opslag van energie op -zeer- grote schaal.
[Verwijderd]
Roland HorvathDe klimaat catastrofe is allang een feit. En zoals hiervoor al betoogd als we in NL een stap terug doen om klimaatredenen (gepriegel in de marche) dan zal er elders in de wereld de productie graag ter hand genomen worden.
Nog altijd is er een zinnige optie die de mensheid wat extra tijd geeft.
Maak heel veel wit om de grote hoeveelheid verdwenen ijsoppervlakken te compenseren.
Vaak genoeg wordt er ook betoogd (niet door mij) dat klimaatveranderingen er gewoon bijhoren. Wat opzichzelf juist is. Ook dan zijn er keerpunten en ook dan zal na een periode van opwarming door een waanzinnige hoeveelheid sneeuwval in een winter zo'n keerpunt zich aandienen.
We kunnen er met 7 miljard mensen op deez aardkloot niet op wachten. We moeten echt dmv een hoeveelheid zonlicht terug te spiegelen de aarde van een rhermostaat voorzien.
Walter Nonnekes 2
Ik mis echter nog de effecten op de voedingsstoffenkringloop (het verschralen van de bodem als je allerlei plantendelen maar in het crematorium gooit, zeg maar) en het effect van een opwarmende aarde (broeikas) op de groei van biomassa.
David Bartenstein 9
Walter NonnekesMaar ik zou ook graag weten of de fijnstof- en CO2 uitstoot voor het transport en het onderhoud van de aangeplante biomassa is meegenomen in de cijfers die hier worden gebruikt om vergelijkingen te maken tussen energiecentrales die biomassa stoken en alternatieven, en tussen energiecentrales en de uitstoot van de bevolking in hun houtkachels en open haarden e.d....?
Wat ik me ook afvraag is of in dit verhaal wel meegenomen is hoeveel rotzooi er verstookt wordt in de zin van o.a. gelamineerd, gecoat, en verlijmd hout, of zelfs erger afval waarmee houtafval en biomassa wel eens vervuild is. Want dit gebeurt zowel bij mensen thuis natuurlijk wel eens, maar ook bij boeren en op grote schaal in bijvoorbeeld de meubelindustrie, maar ik heb me laten vertellen dat ook de aangeleverde biomassa bij centrales niet altijd even zuiver is...
En is het rendement aan warmte/energie wat verkregen wordt bij verbranding van kortcyclische biomassa overigens niet ook evenredig kleiner in vergelijking tot langcyclische producten? En zijn er niet ook veel meer waterverbruik, uitstoot en gifstoffen mee gemoeid in vergelijking tot langcyclische producten?
Verder vind ik dat er ook wel een heel groot hiaat in het stuk zit als het gaat over de opslag van energie - en dan met name van overcapaciteit op ons energienet d.m.v. waterstof opslag waarmee we tenminste voor een belangrijk deel het energie tekort op zon en windloze dagen weer zouden kunnen opvangen. Er wordt hier eigenlijk alleen over baterijen en accu's gesproken. Kun je in ieder geval dat onderdeel nog even uitlichten Ties?
Annemiek van Moorst 11
David Bartenstein- bio-afval voor composteren of fermenteren en de broodnodige grondverbetering is absoluut noodzakelijk voor kringlooplandbouw.
- oude bomen nemen wel meer CO2 op dan jonge daarom moet je ook oerwouden zoals Amazone en ander tropisch bos laten staan
- voor de opslag in batterijen en accu's is ook vervuilende expractie nodig naast dat er een huidig tekort is; het is ook de vraag of extractie van welke grondstof dan ook ook houdbaar is als economische waarden hergedefineerd worden in een onontkoombaar degrowth scenario (van BNP naar gezondheid, welzijn, natuur e.d.)
- elektrisch rijden is geen oplossing want slechts beperkt toepasbaar: er is behoefte aan totaal ander vervoer ipv de auto (en vliegen moet zeer sterk worden teruggebracht)
De enige weg is toch echt drastische bezuiniging van het energiegebruik.
Ontwerpen met dat in het achterhoofd is cruciaal. Vandaar dat boeren, bouwers etc. een PDC 2.0 ontwerpcursus zou moeten volgen (Permaculture Design Course: is echt geweldig van GeoffLawton; dan zie en begrijpe je dat je genoeg voedsel kunt verbouwen met maar 12-18% van alle huidige landbouwgronden).
https://www.geofflawtononline.com
Wat denk jij Ties?
Edmond Muller 7
Annemiek van MoorstAnnemiek van Moorst 11
Edmond MullerBert Van Baar 6
Tevens wordt er bij het omzagen, versnipperen en vervoeren van die houtsnippers (van west Canada Naar Nederland) erg veel co2 gemaakt! Al was t maar door het verbranden van zwavelhoudende stookolie in de bulk-carriers die t hierheen varen.
In Scandinavië wordt het bosareaal steeds groter omdat daar ooit een wet is aangenomen (100 jaar geleden?) dat wanneer je 100 bomen weghaalt je er 101 voor terug moet zetten. Bomenplanten is daar zelfs studentenwerk!
Het gebruik van hout: wanneer je bijvoorbeeld een houten boot bouwt, moet je ervoor zorgen dat die boot zo oud wordt als het aantal jaren dat het hout er over heeft gedaan om te groeien! Misschien zelfs iets meer!
Ties Joosten 5
Bert Van Baar- een jonge boom groeit sneller en neemt dus meer CO2 op. Een heel oud bos bereikt op zeker moment zelfs een koolstofbalans, waarbij het niet meer opneemt.
- Dat versnipperen en verschepen wordt gewoon in de rekensom van IPCC verwerkt. Alleen: de uitstoot daarvan is relatief gering. Overigens komt de grote meerderheid van de biomassa die in Europa gebruikt wordt gewoon uit Europa.
- Mooi voorbeeld, dat van de Zweedse aanplant-wet. Die kende ik niet.
David Bartenstein 9
Ties JoostenEn het verschilt inderdaad per boom, maar in jouw artikel lijkt de stelling bijna te zijn dat oudere bomen geen CO2 opnemen / opslaan en dat is gewoon niet waar. In elk geval schrijf je [QUOTE]"Omdat dit bos bovendien jonger is, en jong bos sneller groeit - en dus sneller CO2 opneemt - dan oud bos(...)"[/QUOTE] en dat klopt in ieder geval niet voor zover ik weet Ties.
Annemiek van Moorst 11
David BartensteinEdmond Muller 7
David BartensteinDavid Bartenstein 9
Edmond MullerEdmond Muller 7
David BartensteinAnnemiek van Moorst 11
Ties JoostenL. Rodenstein
Toen wij in 2016 gingen verhuizen, was dit een mooi moment om "van het gas af" te gaan. De kosten voor een warmtepomp in ons nieuwe huis (bouwjaar '92) liep op tot ongeveer €45.000,=. Dus kozen we voor se ond best: een biomassaketel. Brutto kosten €25.000,=, na aftrek van subsidies bleef er netto een rekening van €17.500,= over. Hiervoor werden een biomassaketel en een zonneboiler met heatpipes geplaatst voor verwarming van de woning en het tapwater. Je snapt wel dat de subsidie leuk was maar dat er ook een flink stuk idealisme bij komt kijken. Iedereen roept ach en wee, die arme Groningers maar namen onze verantwoordelijkheid.
Dan worden we eerst door de directeur van Cogas voor asociaal versleten, omdat we van het gas af willen (...). Omdat wij geen aansluiting meer willen om het gasnet, worden de mensen die zich de energietransitie niet kunnen veroorloven gestraft. Die moeten nu meer vastrecht gaan betalen omdat anders de afschrijving van het gasnet niet meer klopt.....
Vervolgens gaat diezelfde Cogas een jaar later met veel borstklopperij verkondigen dat een warmtenet in een woonwijk hier in de stad van het gas af gaat en voortaan gevoed gaat worden door een biomassaketel.
Dan zijn wij eerst dat exotische gezin die een biomassaketel heeft; geweldig! En drie van de negen buren hebben gekeken wat zij zelf kunnen bijdragen aan de energietransitie. Dit heeft geresulteerd in twee daken met zonnepanelen en de aanschaf van een hybride warmetepomp.
Maar inmiddels zijn wij van exotisch gezin verworden tot paria's die de luchtkwaliteit in de buurt verpesten met die fijnstof installatie. En kan ik de hele buurt gaan uitleggen hoe het nu werkelijk zit. Ik zal dus dankbaar gebruik maken van dit artikel.
Wat ik nog zou willen toevoegen is dat het misschien aardig is als het beter uit de verf komt dat biomassa stoken om elektrische energie op te wekken te inefficiënt is omdat er teveel energie verloren gaat bij de omzetting.
Ties Joosten 5
L. RodensteinOverigens gaat bij iedere omzetting (veel) energie verloren, dat is niet uniek bij bio-energie. gasverbranding->elektriciteit, (duurzame) elektriciteit -> waterstof, ... alles kent grote rendementsverliezen.
L. Rodenstein
Ties JoostenSorry, dat had ik over het hoofd gezien.
Prima artikel!
Ik wilde enkel het punt maken dat het bij gasturbines e.d. schijnbaar normaal gevonden wordt. En bij het rendementsverlies bij biomassa, wil ik dit graag benoemen. De meeste mensen scheren namelijk containerbegrippen nogal makkelijk over één kam. Daarom ben ik ook zo blij met de nuances in dit artikel.
Verder heb ik al vaker in de media mijn zegje mogen doen t.a..v. mijn particuliere blik op de energietransitie.
Zie bijvoorbeeld het artikel hieronder.
https://www.gelderlander.nl/hetschoneoosten/eerst-wel-en-nu-toch-niet-zo-duurzaam-gejojo-met-de-pelletkachel~af873a46/?referrer=https://www.google.com/
j.a. karman 5
Ties JoostenJoost Versteegh 4
j.a. karmanEen infrastructuur van wind en zonnewarmte, warmtebatterijen en warmtepompen kan energetisch bijzonder gunstig uitvallen.
j.a. karman 5
L. RodensteinPeter Lukassen 1
L. RodensteinSinds 2 jaar heb ik een tweetal warmtepompen (lucht - lucht) die van energie worden voorzien door de zonnepanelen op het dak. We zijn niet helemaal energie neutraal, want ik verbruik nog een beetje stadswarmte voor het warm water en als het heel koud is moet ik boven een beetje verwarmen.
Financieel gezien ben ik niet veel goedkoper uit, en straks, als het salderen stopt al helemaal niet meer denk ik. Wel verbruiken we maar een heel klein beetje energie buiten hetgeen onze panelen opwekken. Die 2 relatief kleine warmtepompen hebben me in ieder geval geen € 45.000,- gekost, nog niet eens 10% van dat bedrag. Nu woon ik ook relatief klein, maar ook dat is een keuze. In de winter warm binnen en in de zomer koel. Lekker hoor.
Hetty Litjens 6
Nuance in een discussie is broodnodig, maar nuance heeft de neiging om reële drastische oplossingen te vermijden door halfgare compromissen.
Alle lof voor je artikel, Ties. Maar ik zie het donker in.
https://dark-mountain.net/
Wij zijn gewoon met veel te veel mensen op deze aarde, met teveel behoeften. We zijn uitgeboerd.
Niek Borsboom
1. Bijstook van hout gebeurd veelal in de vorm van pellets. Als je pellets wilt maken moet je dat van droog hout (7-10% vocht) doen. Als je vers hout uit het bos gebruikt moet je dat hout dus eerst drogen. Dat kost behoorlijk wat energie. Het gebruikt van vers hout voor pellets is dus geen goede zaak.
2. Je kunt vers hout wel gebruiken voor de opwekking van warmte, maar dan in de vorm van snippers (chips). Dat is wat de Zeden doen.
3. Er is in Nederland een uitgebreide houtindustrie. Het hout dat verwerkt wordt is in de meeste gevallen droog hout. Het resthout uit die industrie wordt ook gebruikt voor het maken van pellets.
4. Zoals in het artikel gesteld wordt is de boseigenaar een dief van zijn portemonnee als hij waardevol hout opstookt. Daarom is het vreemd, dat er pellets uit de USA geimporteerd worden, terwijl er ter plaatse betere producten (licht zaaghout, plaatmateriaal) van gemaakt kan worden. De enige verklaring hiervoor is, dat overheidssubsidie hier de boosdoener is.
Renee van Aller 5
Niek BorsboomTies Joosten 5
Niek Borsboom1. Op zich wordt dat drogen en verschepen van hout in de meeste berekeningen wel meegenomen. Maar los daarvan: de biomassabijstook in energiecentrales (dat is waar die pellets in gaan) gaat sowieso stoppen he. Of nou ja: de subsidiëring ervan.
2. Klopt. Dan komt die berekening dus direct een stuk gunstiger uit, want er hoeft minder gedroogd te worden.
3. Klopt.
4. Zoals ik hieronder ook al ergens schrijf, gaat die subsidie niet naar de eigenaren van de bomen. Als zij een waardevoller product op de markt kunnen verkopen (zoals plaatmateriaal) dan zullen zij dat doen. Maar omdat de markt onvoldoende afzetmogelijkheden biedt voor al die reststromen, wordt een deel verkocht aan energiecentrales. Die kunnen met de opbrengsten van de warmte en/of stroom echter niet alle (investerings)kosten dekken. Die onrendabele top wordt gesubsidieerd. Die subsidie is dus _niet_ voor de boseigenaar.
Arthur Venis 3
Ties JoostenEn bij je ad. 1: het is hoe het werkt... We stoppen dus gewoon onrendabele troep in de oven zolang de belastingbetaler maar bijpast. Waar hebben we dat principe eerder gezien?
j.a. karman 5
Kijk je enkel naar het vuurtje, dan is fossiele brandstof met veel minder bijkomende stoffen te verbranden. Een houtvuurtje heeft ook nog eens minder rendement dan steenkolen. Vergeet je het verschil in de cycli dan komt het argument dat het gebruik van fossiele brandstof of biomassa voor de CO2 uitstoot niets uitmaakt en zelfs nadelig voor gebruik van biomassa is. Dit heb ik als reden voor felle discussie gezien.
Er speelt ook nog wat andere zaken, dat heeft te maken met de vervreemding van de natuur met veranderingen over vele jaren. De mens eist voor zijn leefwereld dat er niet zoveel veranderd, dat wringt. Een paar voorbeelden:
- bomen kappen wegens de letterzetter , boktorren leveren flinke protesten op.
- in een uiterwaardengebied (opschot wilg) in de buurt van industrie en een snelweg windmolens plaatsen vraagt ruimte. Breng zoiets het als kappen van een loofwoud met dikke beuken en dat geeft gegarandeerd veel commotie.
Peter Goldstein 1
Maar wel met een "kleine" kanttekening over de inzet van pelletkachels en pelletketels. Want de efficiëntie daarvan is namelijk wél heel hoog namelijk rond de 90%.
Gegeven het feit dat daarmee ook de fijnstofuitstoot minimaal is (wel 5 X minder dan moderne houtkachels en 100 X minder dan open haarden) en in combinatie met een elektrostatisch fijnstof filter zelfs nagenoeg nihil is én de W.T.W. (well -to-wheel) CO2 uitstoot van pellets uit vers dan wel industrieel resthout resp 5 keer tot 50 keer lager is dan die van aardgas, kunnen deze wel degelijk een belangrijke bijdrage aan het energie- en CO2 vraagstuk leveren. En zeker zolang er voor all-electric oplossingen zoals de warmtepomp, die wél heftig wordt gepromoot én gesubsidieerd, nauwelijks duurzaam opgewekte energie beschikbaar is en de aanschaf en het gebruik daarnaast niet gekoppeld wordt aan de verplichting om die dan zelf (met voldoende zonnepanelen en zonnecollectoren) op te wekken.
Zie voor cijfers en feiten (o.a. ) het kennisdocument houtstook in Nederland 2018 op https://www.rvo.nl/sites/default/files/2018/09/Kennisdocument%20houtstook%2020180910definitief.pdf en de lijst emissiefactoren voor energieopwekking uit brandstoffen op https://www.co2emissiefactoren.nl/lijst-emissiefactoren/#brandstoffen_energieopwekking.
En bekijk zo'n duurzaam verwarmingssysteem (de mijne) eens op https://peter.pgit.nl/wonen/een-duurzaam-verwarmingssysteem/ en op https://duurzamehuizenroute.nl/woning/hoekwoning-1937-zaandam.
Marten M.G.Meijer Holding BV 3
Urgenda en Greenpeace waren eerst voor biomassa en nu opeens tegen , zonder duidelijke argumenten .Ze moeten de inhoud van je artikel eerst maar eens goed tot zich door laten dringen.
De biomassacentrale van Primco in lelystad stookt niet op boomstammen , maar op rest en snoeihout uit noodzakelijk bosonderhoud en heeft een rookgascondensator , die vrijwel alle fijnstof uitfiltert , zodat die niet eens meer meetbaar is.De centrale heeft een energetisch rendement van meer dan 95 %. Dat is een goed voorbeeld hoe een biomassacentrale geëxploiteerd zou moeten worden .Dus zonder import van boomstammen uit Canada en met een goede rookgascondensator.
Dat we in Nederland moeten stoppen met gaswinning is voor mij duidelijk, maar absoluut niet dat we van het gas af moeten. Gas wordt overigens nog gesubsidieerd in o.a. Duitsland .Zon en wind leveren maar een paar procent op van de noodzakelijke energie en je hoort nauwelijks iets over de milieuvervuiling van niet of nauwelijks afbreekbare windmolenwieken en zonnepanelen .Het zelfde geldt overigens voor accu, s .Het zou beter zijn niet overhaast te werk te gaan ,omdat we de noodzakelijke gelden voor de energietransitie maar een keer kunnen uitgeven en we meer moeten nadenken en onderzoeken op het gebied van energie uit waterstof en kernenergie .
Een moderne thoriumreactor is relatief veel minder belastend dan energiewinning met behulp van windmolens , zonne energie en accu, s .De thoriumreactor is ook veel veiliger dan de oude kerncentrales
David Bartenstein 9
Marten M.G.Meijer Holding BVMarc Fahrner 7
Eerder lees ik ook op FTM, ik kan het artikel zo snel niet vinden, jij stipt het wel aan als anekdotisch bewijs, dat er door Nederlandse bedrijven houtpellets vanuit de VS worden geïmporteerd om hier te verstoken. Nèt nadat de VS zich uit het klimaatakkoord teruggetrokken heeft. Trump hoeft dus geen CO2-boekhouding bij te houden. Hij zou de houtproductie in het Zuidwesten van de VS nu extra stimuleren. Voor de werkgelegenheid. Dit, echter ook ten koste van de leefomgeving van bewoners in de buurt van die locaties. Er zou bos gekapt worden dat zeker niet onder een brandstof-bestemming zou vallen.
En dan ga je inderdaad vermoeden dat een hele nieuwe, toch weer wat onfrisse, handel ontstaat onder het mom van het klimaat helpen. Want waarom importeren we deze brandstof niet uitsluitend uit EU-landen, aangesloten bij het klimaatakkoord?
Overigens geef je aan dat de prijs van planken (rondhout) veel hoger ligt dan die van pellets/resthout. Daardoor zou je een dief zijn van je eigen portemonnee als je goed bos als brandstof zou verkopen. Maar wil dat zeggen dat er ook voldoende vraag is? Oftewel, je kunt voor hout wel het dubbele kúnnen vragen, maar als je het niet verkocht krijgt..
Maar goed, mijn kijk op de materie is door dit artikel eveneens genuanceerder geworden.
A.W. Mathot
Dus biomassa verbranden is uitstekend geframed door belanghebbende partijen die ook Urgenda een loer hebben gedraaid. Aangezien we nog heel veel efficiënter om kunnen gaan met aardgas en daarmee aanzienlijke CO2 reductie kunnen behalen kun je heel veel subsidie elders aan besteden. Bijvoorbeeld door waterstof te gaan produceren tussen de keerkringen tegen 30 % van de prijs die we er hier in Nederland voor nodig hebben. Tussen 2030 en 2040 kan dan langzaam of snel van de fossiele brandstoffen afscheid genomen worden. Zonder idiote investeringen in transportnetten (E) voor redundante windmolens en zonneweiden verspreid over Europa. Maar ja, de belangen van bestaande partijen zijn groot en zo verweven met de Politiek (en ambtenaren? ) dat ik pessimistisch ben over tijdige kering van het tij.
Waarom wordt er dus niet gedacht aan oplossingen die en effectiever zijn en goedkoper voor de Burger. Waarom laten we ons oplossingen opdringen binnen onze landsgrenzen. Wie heeft daar belangen bij?
Waarom wordt de tariefstructuur van de elektrische infrastructuur niet omgekeerd? Waarom geen openbare warmtenetten? Etc.
[Verwijderd]
Christine Karman
Peter Lukassen 1
Christine KarmanTies Joosten 5
Christine KarmanAnnemiek van Moorst 11
Ties JoostenBamboe, hennep, algen - er zijn allerlei alternatieven. Maar m.i. is de eerste premisse dat de energiebehoefte naar beneden moet. En omdat dat niet gezegd wordt, laat staan dat er wat gebeurt, zullen we eindigen met 4 graden opwarming eind deze eeuw.
cors van den Berg
Ties Joosten 5
cors van den BergHet kan ook gemaakt worden van groene stroom, de CO2-uitstoot is dan 0. Maar dat gaat alleen zinvol zijn bij grote overschotten groene stroom, en daar zijn we voorlopig nog niet.
Dat wil niet zeggen dat als we op zeker moment in de toekomst wel kunnen beschikken over enorme overschotten zon- en windstroom en we dat opslaan als waterstof, dat er bijvoorbeeld in de industrie minder biomassa nodig zal zijn.
Al Dam 3
Ties JoostenDavid Bartenstein 9
Ties JoostenJoost Versteegh 4
David BartensteinAnnemiek van Moorst 11
Ties JoostenDavid Bartenstein 9
cors van den BergKees Neervoort
Alternatieven voor deze mega turbines zijn schaars en het bevriezen van de toepassing van biomassa als alternatief maakt het er niet eenvoudiger op om deze plannen tegen te gaan.....
Al Dam 3
Kees NeervoortVervolgstop is aardwarmte en nieuwe kerncentrales bouwen.
Daarna thorium hopelijk en uiteindelijk fusie energie.
Of we vinden de beste accu uit die onbeperkt mee gaat, goedkoop is en gemaakt van een materiaal wat niet giftig is en overal aanwezig is (grafeen bv)
Martin Dekker 3
Al DamAl Dam 3
Martin DekkerJe idee komt naïef over tbh.
Heb je je al eens verdiept in discussies over de nadelen van zon en wind energie? Zolang we de energie niet goed op kunnen slaan schiet je er niets mee op.
Dit nog naast het feit dat de energie dichtheid van zonne energie om van te huilen is.
Nee helaas, stop met dromen. Zon en wind helpen ons naar de rand van de afgrond, omdat we zo geen geld meer hebben voor echte investeringen in aardwarmte, kernenergie, thorium, etc
Stop met het doden van de natuur, stop met het vol stoppen van natuur met volle weides zonnepanelen
Martin Dekker 3
Al Damj.a. karman 5
Al DamFossiele energie is potverteren, het is en eindig en erger het verstoord de stabiliteit van de leefomgeving. De omwenteling naar herwinbare energie is nog maar net in ontwikkeling,
Opslag van de herwinbare energie moet nog opstarten. P2G is een fraaie optie voor langdurige zaken. Het doden van de natuur door fossiele energie en kernenergie is echt niet slim ook niet als dat niet in de eigen achtertuin is. Blijven vasthouden aan achterhaalde ideeën is niet toekomstvast. De gemeentelijke gasfabriek komt niet terug, zelf je haardhout moeten hakken mogelijk wel.
Annemiek van Moorst 11
j.a. karmanAl Dam 3
1 het zijn ambtenaren, geen wetenschappers
2 ze schrijven zelf geen rapporten, dik nog dun. Ze verzamelen de publicaties en stellen een samenvatting samen die door de politiek gebruikt wordt om gefundeerd beslissingen te nemen
Hugo Beunder 1
Al DamTheo van Beuningen 4
Annemiek van Moorst 11
Theo van BeuningenTheo van Beuningen 4
Annemiek van MoorstAnnemiek van Moorst 11
Theo van BeuningenRuud de Vries 1
Een heel klein deel is restafval van de omgeving.
Het warmgestookte water dat naar de woningen via buizen getransporteerd wordt is, als het bij de huizen komt, afgekoeld naar ongeveer 30 graden Celcius. Te weinig om een woning mee te verwarmen. Om het water weer dusdanig op te warmen om een woning mee te verwarmen wordt gebruik gemaakt van AARDGASGESTOOKTE! tussenstations. Het warmteverlies tijdens transport door buizen is dus bijzonder hoog, dus het rendement zeer laag.
Hier komt nog bij dat je geen keuzevrijheid hebt (Vrijwel alle grote biomassa centrales zijn van Vattenfall) van warmteleverancier en dit is volledig in strijd met de ERVM. Een woordvoerder van Vattenfall vertelde hier heeel blij mee te zijn.
Ook wordt met de mensen die in de omgeving van een (bio)massa centrale wonen en hier veel last van hebben vrijwel geen rekening gehouden.
Ties Joosten 5
Ruud de VriesJe reactie intrigeerde me, dus ik heb wat navraag gedaan. Volgens de Purmer gaat het water met 75 – 95 graden (zomer – winter) het warmtenet in en komt met 63 – 55 graden (zomer – winter) retour. Het verschil is gebruikt (om woningen te verwarmen) of verloren (rendementsverlies). Maar dat het water afkoelt tot 30 graden wordt dus simpelweg weersproken.
Ook hoeft het water dus niet met gasgestookte ketels opnieuw verwarmd te worden. Wel worden er in de winter, als het buiten erg koud is, extra gasgestookte ketels ingezet. Dit omdat de biomassaketel niet groot genoeg is om op erg koude dagen de gehele warmtevraag in te vullen. Er dus geen gas bijgestookt omdat het water te veel afkoelt, maar omdat u en uw buren soms meer warmte vragen dan de biomassaketel kan leveren.
De keuzevrijheid is natuurlijk een heel ander verhaal. Ik heb al wel eens uitgebreid over warmtenetten geschreven en ken de bezwaren tegen de lock-in en de prijsbepaling op basis van het niet meer dan anders-principe. Het is heel raar dat de prijs van een (duurzaam) alternatief voor aardgas gekoppeld is aan de prijs voor (fossiel) aardgas, dat omwille van de energietransitie juist steeds duurder wordt.
Meer over warmtenetten hier trouwens: https://www.ftm.nl/artikelen/analyse-warmtenetten
Groet, Ties
Hylke De Muynck
Planken leveren blijkbaar meer op als bouwgrondstof dan als ze verbrand worden.
Maar hoe valt de vergelijking uit als de subsidie voor biomassa-stook wordt meegenomen?
Joost Versteegh 4
Hylke De MuynckTheo van Beuningen 4
Hylke De MuynckEveline Bernard 6
Theo van BeuningenTheo van Beuningen 4
Eveline BernardEveline Bernard 6