Onderwerp · 3 artikelen
Trilogen
EU-afspraken zoals richtlijnen en verordeningen komen er pas nadat de Europese Commissie die voorstelt, en de Raad van de EU – de lidstaten – ermee akkoord gaat. Meestal is ook de goedkeuring van het Europees Parlement vereist.
Formeel komen richtlijnen en verordeningen tot stand middels verschillende lezingen: als de Raad van de EU het niet eens is met alle amendementen die het Europees Parlement in eerste lezing heeft voorgesteld, gaat het dossier voor een tweede lezing terug naar het Parlement, en mogelijk zelfs voor een derde lezing. De praktijk is echter anders.
Om tegemoet te komen aan de wens om EU-wetten sneller te maken, zijn de EU-instellingen steeds vaker gaan grijpen naar een middel waar je waarschijnlijk nooit van hebt gehoord: de triloog. Het woord is een samentrekking van 'tri', dat verwijst naar de drie EU-instellingen, en ‘dialoog’. (Soms spreekt men van 'trialoog', met een a'tje erbij.) Bij de triloog schuiven onderhandelaars namens de drie instellingen aan: een Europarlementariër; een vertegenwoordiger van de Raad; en een hoge ambtenaar van de Commissie of de verantwoordelijke Eurocommissaris.
Het woord triloog komt niet voor in de Europese verdragen, maar is tegenwoordig dé manier waarop compromissen over nieuw EU-beleid worden bereikt. Sinds 1999 is de tweede en zeker de derde lezing steeds zeldzamer geworden. Hoewel de triloog ertoe kan leiden dat dossiers sneller worden afgerond, is er ook steeds meer kritiek gekomen op het hoge achterkamertjesgehalte.